win-winsituatie?
07/11/2015
🖋: 

Wat is vrijwilligerswerk? En in welke mate is vrijwilligerswerk daadwerkelijk nuttig? Aangezien je een studentenblad leest, neem ik aan dat je jong bent. En student. Allicht ben je ook humanitair ingesteld. Een van de snelst groeiende trends onder studenten is het zogeheten ‘voluntourism’, een combineren van kortdurend vrijwilligerswerk met een reis of vakantie. Hulptoerisme zeg maar.

Jongeren willen graag meer doen dan alleen reizen, de ‘toerist uithangen’ krijgt meer en meer een negatieve bijklank. Dus trekken studenten op eigen kosten of met hulp van organisaties als USOS naar landen zoals Nepal of Cambodja. De motieven zijn uiteenlopend: voor de ervaring, uit medelijden of zelfs uit schuldgevoel. Of omdat het mooi op je Facebook staat. Tegelijk ben je toch op een droomvakantie. Op papier een geweldige win-winsituatie voor alle partijen. Toch schuilen er adders onder het gras. dwars woonde een panelgesprek bij, georganiseerd door de Pastorale Dienst van Universiteit Antwerpen waarbij enkele sprekers dieper ingingen op deze materie.

 

Dat de combinatie van vrijwilligerswerk en toerisme fantastisch klinkt, staat buiten kijf. Men ontdekt vreemde landen, nieuwe culturen en men leert zichzelf vaak beter kennen in zulke projecten. Tevens draag je enthousiast bij aan de ontwikkeling van de landen waar je heen gaat, hoe klein die bijdrage ook is. Al beseffen we allemaal dat het slechts druppels op een hete plaat zijn, na een tijd moet er toch een druppel koppig genoeg zijn om niet te evaporeren? Het schoentje wringt echter toch nog op enkele plaatsen.

 

Vrijwilligerswerk is nobel, het motief van de vrijwilligers daarentegen is dat niet altijd. Een groot deel van de vrijwilligers zal dit enkel en alleen doen om hun cv en hun sociaal profiel te verrijken. Het blijkt vaak belangrijker om de schijn op te houden dat je de held bent gaan uithangen, dan effectief ook die held te zijn. Al is het discutabel om te zeggen dat een muur gemetst door ‘pure’ vrijwilligers steviger zal staan dan die van minder oprechte vrijwilligers, toch is kunde belangrijker dan inzet. Anders trappelen we ter plaatse. Het verschil in motieven van vrijwilligers is echter niet het enige probleem. Volgens Eline Bodbijl, centrale gast bij het panelgesprek, ligt het probleem evengoed bij de ontvangende landen.

 

Cambodja

Eline Bodbijl is sociaal werkster en draaide een documentaire over de weeskinderen van Cambodja. Ze ging undercover als vrijwilligster in een aantal Cambodjaanse weeshuizen. Weeshuizen die ze opzocht via Tripadvisor, zoals je een hotel opzoekt dus. “Voor een land met 15 miljoen inwoners zijn er 600 weeshuizen. Anderhalf jaar geleden waren dat er zelfs ‘nog maar’ 450. Dat is erg veel”, zegt Eline. Zijn er dan zoveel weeskinderen in Cambodja? Nee. 76 procent van de weeskinderen blijkt toch ouders te hebben. Het groeiende aantal vrijwilligers creĂ«ert daar een heel bloeiende handel. Mensen betalen dan ook om vrijwilliger te kunnen zijn, om op die manier hun bijdrage te kunnen leveren. Dit is natuurlijk niet de bedoeling. Toch gebeurt het en wordt er handig op ingespeeld door een kunstmatige vraag te creĂ«ren voor ons overaanbod.

 

De weeshuizen zijn slechts één voorbeeld. Bodbijl vertelt dat ze vrachtwagens heeft gezien die de dorpen afschuimen om kinderen op te halen en mee te nemen. Van kidnapping kan je volgens Bodbijl niet volledig spreken. Het is deel van hun cultuur dat als je niet voor je kind kan zorgen je het elders onderbrengt, meestal bij familie of buren. Dorpen zijn in Cambodja namelijk heel broederlijke structuren. “Als zo’n man in de vrachtwagen komt beloven dat je kind een goede opleiding gaat krijgen, kunnen de ouders eigenlijk niet weigeren”, zegt Bodbijl. “De eigenaars vragen dan gelden en gunsten van de vrijwilligers om voor de schattige, arme kinderen te kunnen zorgen. Er wordt misbruik gemaakt van de naĂŻeve, gulle vrijwilliger.”

 

vrijwilligerswerk is nobel, het motief van de vrijwilligers daarentegen is dat niet altijd

 

knuffelweeshuizen

Tijdens haar relaas deelt Bodbijl enkele kronieken uit de zelfbenoemde dans- en knuffelweeshuizen. “Eigenlijk moeten we spreken van kinderarbeid in zo’n dansweeshuis”, aldus Bodbijl. “Kinderen worden getraind om een technisch moeilijke dans die veel oefening vergt uit te voeren voor de vrijwilligers.” Het concept van het knuffelweeshuis is dan weer sentiment uitlokken. “De kinderen worden gestimuleerd om de vrijwilligers te knuffelen en aanhankelijk te zijn. Een kind hoort echter schuchter te staan tegenover vreemden. Een keer viel er een jongetje heel hard op een balk, maar in plaats van naar een vertrouwd iemand te lopen ging hij in een hoekje huilen. Een grotere jongen kwam aanlopen en gaf hem een tik. ‘Je weet toch dat je niet mag huilen waar de toerist bij is?’”

 

Hun aangeleerde houding naar de vrijwilligers toe is geen oprechte vorm van knuffelen en voor deze jongeren is het verschil tussen het oprecht uiten van hun gevoelens moeilijk te onderscheiden van een aangeleerde Pavlov-knuffelreactie. “Een gevolg is dat de weeskinderen te kampen krijgen met enorme hechtingsproblemen. De kinderen in het weeshuis hebben een leeftijd waarop ze nood hebben aan een steeds aanwezige ouder.” De vervangouders, in de vorm van vrijwilligers, vertrekken echter om de zoveel weken of maanden weer om vervangen te worden door nieuwe. Op die manier hebben de weeskinderen een voortdurende aan- en afvoer van vervangouders, wat hen leeg en eenzaam achterlaat.

 

 

cynisch

Het vrijwilligerswerk dat we nu doen in landen als Cambodja heeft een dubbel averechts effect. De kinderen ginds worden er niet beter van en allerlei duistere manieren van afpersingen van de goede wil tieren welig. Bovendien is er nog een derde probleem: de vrijwilliger zelf wordt hierdoor geraakt. “Na zulke praktijken meegemaakt te hebben, resten er enkel nog gevoelens van ontgoocheling en desillusie. We blijven met een cynisch gevoel van machteloosheid en vaak zelfs domheid achter, wat voorkomt dat we het vaker willen gaan doen. Het gaat heel ver om de in wezen incompetente vrijwilliger een vals gevoel van competentie te geven.” Bodbijl geeft als voorbeeld dat vrijwilligers muren gaan bouwen zonder enige kennis van bouwkunde. Deze muurtjes worden ’s nachts dan afgebroken en heropgebouwd tot een degelijke constructie zodat de vrijwilliger ervoor blijft gaan.

 

Verder is er de financiĂ«le uitbuiting van de vrijwilligers. Moeten betalen om te kunnen helpen is ronduit verkeerd, zeker omdat men daarbovenop de reiskosten nog heeft die voor zulke exotische reizen hoog kunnen oplopen. “Voor sommige weeshuizen staan verkopers met zakken rijst en word je verteld dat het traditie is dat je een gift brengt voor de weeskinderen. Je koopt zo’n zak rijst, doneert die en vervolgens wordt drie uur later achter je rug die zak rijst terug in het kraampje gelegd.”

 

Wat kunnen we dan wel doen? “Ben je een leraar? Ga dan niet naar daar om les te geven, ga naar daar om lokalen mensen op te leiden als leraar.” Opleiding en ervaring zijn wel twee vereisten die jongvolwassenen helaas nog niet bezitten. Drie punten kunnen voor studenten wel een goede leidraad zijn: “Ga om de volwassenen bij te staan de kinderen daar te helpen. Ga langer dan enkele maanden, op twee weken tijd maak je echt geen verschil. En vooral: wees alsjeblieft kritisch.”

 

Deze mening wordt bijgestaan door Niek Tweehuijsen, spreker van de avond. De auteur van Strootjes in het zand vertelt over zijn ervaringen in Tanzania. “Het draait allemaal om wederkerigheid”, zegt hij. “De hand van hij die geeft, staat boven de hand van hij die krijgt.” Een redenering waarmee je als vrijwilliger rekening moet houden. “Je komt gezellig de toerist uithangen, maar hoe zou jij je voelen als rijkere mensen met een fototoestel plots je woonkamer binnen komen gewandeld?” Tweehuijsen concludeert dat er twee heel belangrijke zaken zijn waaraan je als vrijwilliger moet denken. Pas op met het ongewild afhankelijk maken van mensen, het creĂ«ert een gevoel van schaamte, maar tevens van luiheid. Volledig in lijn met de Pastorale Dienst kan het volgende hierin een gouden leidraad zijn: “Het is beter een man te leren vissen dan hem elke dag een vis te geven. Een tweede gedachte van cruciaal belang is om eens goed na te denken over wie jij nu wel degelijk bent. Ben ik oprecht? Doe ik het voor hen? Doe ik het voor mezelf? Doe ik het om mijn facebookaccount te pimpen?”

 

De boodschap van de avond was hard, maar zet je roeping nog niet meteen opzij. Wees kritisch, niet enkel over je project en bestemming, maar vooral over jezelf. Doe iets in lijn met je kunnen, niet per se de meest heroïsche zaken zoals de hele wereld vaccineren of huizen bouwen als dit niet jouw vakgebied is. De wereld heeft meer nood aan mensen die achter de computer data invoeren dan aan mensen die wankele hutten sjorren. Als je gaat, ga dan voor een lange tijd. Tweehuijsen stelt een grens van minstens twee jaar bij zijn eigen organisatie. Of beter nog, blijf hier. Er is een tekort aan vrijwilligers in het binnenland, kijk of je hier nuttig kan zijn. Om maar een idee te geven aan zij die hun bloed nog voelen kolken, stap eens binnen bij de gemeenschap van Sant’Egidio. Minder spectaculair, even indrukwekkend.



06/11/2015
🖋: 
Auteur

Mode is niet weg te denken uit onze geliefde Koekenstad. Wat in de middeleeuwen begon als een stad vol weverijen, lakenhandelaars en looibaden evolueerde moeiteloos naar ‘De Zes van Antwerpen’. Ook vandaag worden mensen nog geĂŻnspireerd door de fashion vibes van onze stad. Drie jonge creatieve vrouwen begonnen een eigen onderneming in de mode-instustrie na hun opleiding aan Universiteit Antwerpen. 

Wat deze drie vrouwen naast hun studies met elkaar gemeen hebben, is dat ze voor hun 25ste al een onderneming uit de grond wisten te stampen. Het is eens iets anders dan je vrije momenten aan Netflix te besteden.

 

Ellen Kegels startte in 2011 met LN Knits, dit merk bestaat uit twee collecties: LN Andes en LN Beanies. Wat begon als mutsen breien voor vrienden is intussen uitgegroeid tot een eigen merk met fairtrade Knitwear. Al haar producten worden gemaakt van wol van baby alpaca’s en vervaardigd door 300 Peruviaanse vrouwen en Belgische omaatjes. Laurentine van Landeghem begon tijdens haar studie een blog die uitgroeide tot een pop-upstore met DIY-projecten in haar geboortedorp Elversele.

 

Enkele maanden later opent ze een winkel in hartje Antwerpen waar ze kleding en lifestyle artikelen verkoopt. Elien Migalski begon in 2009 met Dogs and Dresses, een blog waarop ze schrijft over mode. Gaandeweg groeide dit uit tot een echte onderneming waardoor Elien zelfstandige in bijberoep werd naast haar parttimejob.

 

 

Elien Migalski - Dogs and Dresses (© dwars - Inez Taeymans)

Elien Migalski - Dogs and Dresses

 

 

risky business

Het leven van een ondernemer is een onzeker bestaan waar stressbestendigheid geen overbodige luxe is. Een goede job of studie opgeven op het risico af het niet te maken als zelfstandige is een moeilijke stap. “Mijn ouders, mijn broers, mijn zussen, 
 iedereen verklaarde mij zot. Wat ging ik doen? Heel mijn leven mutsen haken en daar mijn kost mee verdienen?” vertelt Ellen. Laurentine voelde dat het goed zat en besloot om met haar studies te stoppen en fulltime in haar eigen zaak te werken. Beiden hebben het over een hele zware eerste periode zonder vrije tijd, met veel bloed, zweet en tranen. Bij Elien was het nooit de bedoeling om geld te verdienen met haar blog. Naarmate de tijd verstreek, kreeg ze meer en meer aanbiedingen om met merken samen te werken waardoor ze de business-kant van bloggen leerde kennen. Door er geleidelijk aan in te rollen had zij minder last van deze hectische eerste periode en haar parttimejob zorgt natuurlijk ook voor extra zekerheid. 

 

 

Ellen Kegels - LN Knits (© dwars - Inez Taeymans)

Ellen Kegels - LN Knits

 

 

de school van het leven

Naast een cursus bedrijfsbeheer bestaat er nog geen concrete opleiding om zelfstandige te worden. Toch zijn hogere studies zeker niet nutteloos bij het opzetten van een bedrijf. Ellen studeerde af als master in de strategische communicatie. Ze gelooft dat ze zonder deze Master niet zou gestaan hebben waar ze nu staat. Zeker vakken als Strategische Communicatie, Filosofie en haar stage bij TWBA/London zijn haar bijgebleven. Ook Laurentine volgde twee jaar Communicatiewetenschappen om daarna nog een jaartje Communicatiemanagement te volgen voor ze startte met haar eigen bedrijf. Zij vindt vakken als Sociologie en Filosofie interessant om te volgen, maar vindt dat ze hier nu nog weinig mee doet. Een voordeel aan de Master Filmstudies en Visuele Cultuur is volgens Elien dat ze hem helemaal naar haar hand kon zetten. Met haar keuzevakken en thesis probeerde ze uit haar opleiding te halen wat ze zelf wou leren. “Eender welke richting die je kiest, je leert veel uit verder studeren: zelf nadenken, zelf op onderzoek uitgaan, geloven in jezelf en jezelf leren kennen. Mijn opleiding heeft mij veel bijgeleerd.”

 

 

Laurentine Van Landeghem - Clouds of Fashion (© dwars - Inez Taeymans)

Laurentine Van Landeghem - Clouds of Fashion

 

 

tips & tricks

​Tot slot vroegen we naar enkele tips voor ondernemingsgezinde studenten. Alle drie benadrukken ze hoe belangrijk het is om met iets uniek en vernieuwend te komen. Er bestaan al zoveel ondernemingen in BelgiĂ«, het is aan jou om een eigen, creatieve insteek te vinden. Een goed concept is niet genoeg om te slagen. Je merkt het verschil als iemand Ă©cht gepassioneerd is door wat hij doet. Deze passie straalt niet alleen van jezelf af, maar ook van je onderneming. Clouds of Fashion begon als een pop-upstore op de Melkmarkt, wat volgens Laurentine de ideale manier is om te testen of een concept aanslaat. Daarnaast vindt ze het een aanrader om events rond ondernemen te bezoeken, zelf haalde ze hier altijd veel inspiratie uit. Ellen vindt het belangrijk om eerst ervaring op te doen in je sector alvorens zelf iets te beginnen. Ze raadt ook aan om eerst te berekenen of je kan rondkomen als fulltimezelfstandige en alvast te beginnen met een strategisch plan. Ook Elien benadrukt dit en raadt daarnaast aan om het bestaande landschap en je concurrentie eerst goed te bekijken. Wees ook niet bang om met mensen te praten of hulp te vragen als je ergens mee zit. Er is altijd wel iemand die je wil helpen.

 

 

Nieuwsgierig geworden naar het werk van deze dames? De flagshipstore van LN Knits kan je vinden in de Leopoldstraat 22. Clouds of Fashion vind je in de Nationalestraat 79. De blog van Elien kan je bezoeken op www.dogsanddresses.com.



een filmpje meepikken vanuit de projectiekamer
02/11/2015
🖋: 
Auteur

Elke cinemazaal heeft achterin een duister raampje dat de zaal met de projectiekamer verbindt. Ofwel laat het je koud en heb je alleen aandacht voor je popcorn, ofwel heb je jezelf – net als ik – altijd al afgevraagd wat er zich aan de andere kant van het glas afspeelt. Wie huist er in dat donkere hol tussen de machines? Is er ĂŒberhaupt nog een levend wezen nodig dat op ‘play’ moet drukken om de film te starten? Ik ga op bezoek bij Natalie, één van de twee projectionisten van Cinema Zuid, en ontdek de verborgen kamers achter de cinemazaal.

Wanneer ik de witte gang verlaat en de projectiekamer betreed, knipperen mijn ogen, zoekend naar vormen in het donker. De draaiende apparaten ratelen al waarschuwend om nergens tegen te botsen. Door de linkerzijde van de kamer schijnen flauwe lichtflitsen door de glazen wand. De film is bezig. Natalie wenkt aan de overkant in de deuropening van de achterkamer en ik beweeg me behendig langs een stoel, een kamerscherm en onbenoembare machines door de smalle projectiekamer heen. De achterkamer met bureau is de perfecte plaats om elkaar te verstaan en te zien, en te wachten op de spaghetti van Natalie die in de oven opwarmt.

 

monteren en pizzadozen

“Mijn vrienden en familie hebben wel een beeld van wat ik doe. Wanneer ik aan anderen vertel dat ik projectionist ben kijken ze me vragend aan. ‘Een filmpje opleggen’, zeg ik dan lachend. Maar er komt meer bij kijken. In Cinema Zuid werken we nog met pellicule en dat is speciaal. Deze films moet ik in elkaar steken, afspelen en demonteren.” Op het programma van Cinema Zuid staan niet alleen nieuwe (digitale) films, maar ook oude juweeltjes. De soms honderd jaar oude films worden wekelijks uit Brussel naar de Waalsekaai in Antwerpen gebracht. Ik herinner me een stapel dozen in de witte gang. “Ja, de pellicules worden in die ronde dozen, precies pizzadozen, geleverd. Een film van twee uur komt aan in zes à zeven dozen. Ik plak de filmrolletjes aan elkaar en demonteer ze achteraf. Ik voel dat dit werk heel uniek is. We zijn de enige plek in Antwerpen waar nog pellicule gespeeld wordt. Ik heb vijf jaar in Cartoons gewerkt, maar zij zijn ondertussen gedigitaliseerd. Ik had nooit gedacht dat ik nog een pellicule zou opleggen.”

 

Dat dit geen alledaags beroep is, is al duidelijk. Maar hoe word je dat, projectionist? “Daar moet je inrollen”, antwoordt Natalie. “In Nederland kan je hiervoor een opleiding volgen, maar in BelgiĂ« niet en leer je het beroep bij een andere projectionist. Ik heb het geleerd in Cartoons. Het is een uitstervend beroep omdat nieuwe films digitaal gemaakt worden. Cinematik in Brussel is een belangrijk instituut omdat ze een groot archief met oude films hebben. Het is één van de grootste opslagplaatsen van Europa. Momenteel zijn zij ook aan het digitaliseren, omdat je de pellicules niet eeuwig kan bijhouden. Op den duur worden ze niet meer gespeeld, net zoals een duur schilderij soms niet meer wordt opgehangen of verkocht. Soms is er van een film nog maar één kopie, dan is er echt stress, er mag niets fout gaan.”

Op de achtergrond hoor ik nog steeds het razen van de filmrolletjes door de apparaten. Ik vraag me af of onze kleinkinderen nog een film zullen zien die telkens met de hand in elkaar gezet moet worden. De digitalisering van de pellicule lijkt een stap dichter bij de vervreemding van de mens en de materiĂ«le cultuur. “De korrel, de feeling van een pellicule is anders dan bij een digitale film. Deze laatste is kouder. Je kan het vergelijken met een vinylplaat en een cd. Soms krijg ik klachten van bezoekers over strepen op het beeld of over een gesprongen film, maar de meesten vinden dat leuk omdat je hierdoor merkt dat het nog een ambacht is. Het heeft zijn charme.”

 

de grot

Natalie werkt altijd ‘s avonds. Gelukkig kan ze haar avondeten in de oven opwarmen, al zou een microgolfoven handiger zijn. “Ik vind het niet erg om avondwerk te doen”, gaat ze verder. “Ik ben een avondmens, maar moest er toch even aan wennen. In de winter is dat leuk, maar in de zomer zit ik in deze donkere kamer zonder daglicht. Ik noem het: ‘mijn grot’. Het is ook een eenzaam beroep, ik heb geen collega’s. Het voordeel is dat ik hierdoor tijd heb om andere dingen te doen. Ik heb grafische vormgeving gestudeerd en kan deze activiteiten combineren met mijn job als projectionist.” Tussen het werk door kan Natalie ook meekijken naar de film doordat er in de projectiekamer een geluidsbox staat. “Ik volg niet alle films van het begin tot het einde mee omdat ik naast het monteren nog andere zaken in orde moet brengen. En er is niets zo hatelijk als een film half zien. Veel films worden maar één keer getoond dus het gebeurt zelden dat ik een film volledig heb gezien.” Wanneer ze een classic echt wil zien, zet ze zich in de stoel aan het raam en kan ze perfect volgen vanuit de cabine.

 

We wandelen door de projectiekamer en voor ik deze grot verlaat vraag ik haar bewoner nog om een grappige anekdote. “Ik heb al eens een verkeerde film opgelegd,” lacht Natalie, “terwijl de regisseur de inleiding moest geven. Het was wel een film van hem, maar de verkeerde! Zoiets kan dus gebeuren.” In mijn verbeelding zie ik al een publiek met blikken vol verbazing en een verwarde belangrijke man. Maar deze avond loopt alles op (film)rolletjes en zijn er geen regisseurs te bespeuren. We nemen afscheid, maar blijven toch nog even kijken tot de film afgelopen is.



het laatste woord
02/11/2015
🖋: 
Auteur

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten ter hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze keer: ‘skeuomorf’.

Die ophoping van diftongen en geronde klinkers in de eerste lettergreep maakt het menig Nederlandstalig gebekt mondje moeilijk dit woord meteen soepel over de lippen te laten rollen. Plak er nog een wat archaĂŻsch ‘sk’ aan het begin bij en de term doet ons meteen denken aan onze vrienden van het Noordelijke halfrond. KnĂ€ckebröd, gezellige wintertruien, visgerechten en zelf in elkaar te zetten boekenkasten.

 

Voor de ware betekenis moeten we echter niet naar ScandinaviĂ«, maar de goede oude Grieken nog eens raadplegen. Het Griekse skeuos staat namelijk voor ‘vat’ of ‘gereedschap’ en morphe voor ‘vorm’. Iets dat skeuomorf is, lijkt functioneel door zijn verschijningsvorm, maar is dat niet. Nepzakken in broeken bijvoorbeeld of gespen op schoenen die niet meer dienen als sluiting, maar puur decoratief zijn. 

 

De vooruitgang mag ons dan hebben ontdaan van ouderwetse technische oplossingen, het oog wil ook wat. En zo blijven ondertussen nutteloze dingen bestaan onder het mom van esthetiek.

 

Is het woord niet wat redundant? Functieloze objecten honoreren met een eigen term? Laten we een prangende casus bekijken waarbij deze term een geschenk uit de hemel is en die wellicht pleisters op de wonden kan plakken. Dat vierkante zwart-en-wit tekentje waar sommigen nostalgisch en begrijpend, maar anderen zich van geen kwaad bewust zonder herkenning van het eigenlijke object op klikken. De floppy. De diskette. Het symbool voor ‘document opslaan’ in tekstverwerkers aller landen! Een skeuomorf icoon voor allen die pas na de millenniumwisseling werkstukken moesten maken.

Laat ons het plaatje van de diskette omarmen en vasthouden in al zijn skeuomorfheid! Laat ons dankbaar zijn dat ook de meest onfunctionelen een naam mogen dragen! Laat de geneugten van nieuwe technologie en een oud en vertrouwd gevoel naast elkaar bestaan! En de eerstvolgende keer dat je met je nieuwe liefje aan de waterkant wat zit te epibreren, uitkijkend op een dukdalf of twee, pak dan zeker uit met je intellect en merk op dat zeker de helft van de schroefjes, haakjes en gleuven van slechts skeuomorfe kwaliteit zijn. Succes en een skeuomorf huwelijk gegarandeerd.



cultuurstrookje
02/11/2015
🖋: 
Auteur

De epidemie van bingewatching hangt al enkele jaren als een donkere maar warme wolk over alle landen waar internet gemeengoed is. De afstandsbediening laten we links liggen en tv schermen blijven koud, terwijl de laptops steeds meer opwarmen. Moet er dan echt nog een must-see aan het lijstje televisieseries toegevoegd worden? Ja. En wel Fargo.

De televisieserie, losjes gebaseerd op en geĂŻnspireerd door de gelijknamige film van de Coen broers, ging onlangs met het tweede seizoen in premiĂšre. In True Detective stijl zijn er in dat tweede seizoen een volledig nieuwe cast, nieuwe verhalen en in het geval van Fargo zelfs een volledig nieuw tijdperk. In het koude, witte landschap van het Amerikaanse Midwesten in de jaren '70 ontvouwen zich gruwelijke moorddaden, en in de zoektocht naar de daders lijken de problemen zich op te stapelen. De openingstitels vertellen ons dat de misdaden waargebeurd zijn: de namen zijn veranderd uit respect voor de overlevenden en de gebeurtenissen zijn hetzelfde gebleven uit respect voor de overledenen.

 

De waarde van Fargo ligt in de ongelofelijke spanningsopbouw van elke aflevering. De kleine burgers die er tussen terecht komen, druipen van mysterie en tegelijkertijd menselijke banaliteiten. Intense spanningen die voor een groot deel ook zijn toe te schrijven aan de acteerprestaties, van onder andere Kirsten Dunst. Fargo is even goed messcherp als aandoenlijk, ware het maar om dat rare Minnesota-accentje.



spirit tonen
01/11/2015
🖋: 

Vandaag is het de dag van het internationaal verzet tegen armoede en sociale uitsluiting. Niet toevallig nĂ©t die dag bevind ik me in de Lange Gasthuisstraat. Het is hier dat zich het thuis bevindt van de sociaal bewogen groep Tutti Fratelli. De meest kleurrijke figuren vormen hier één bonte verzameling artiesten geleid door de strakke, maar warme hand van Reinhilde Decleir. Het is wellicht de meest eigenzinnige ontmoetingsplek voor sociaal kwetsbaren. De pientere dwarslezer roept nu enigszins geĂŻrriteerd "repost!", omdat dit concept onlangs de cover van dwars sierde. U heeft een punt, al ligt de focus vandaag elders.

Spiegels van de Ziel - Reinhilde Decleir (© Jonathan Mertens)

Wir haben es gewusst

Wanneer ik het toneelhuis nader hoor ik gezangen over de straatstenen sijpelen. Het zijn klaagzangen, afkomstig van de Fratelli’s, die in elke opening die het huis kan creĂ«ren staan opgesteld. De ene lyrische aanklacht van onze maatschappelijke blindheid voor het leed in eigen straat wisselt de andere af. Vanavond vindt het festival Spiegels van de ziel plaats en dit openluchtlamento is hier de intro van. Het thema van het festival is discriminatie en sociale uitsluiting. Door de huidige vluchtelingencrisis is dat actueler dan ooit. De media tonen echter vaak het extern gelegen lijden. Vanavond richten de Fratelli’s de blik intern, naar het lijden in eigen straat. Dit aan de hand van kortfilms gemaakt door twee studenten film aan het RITS en vier studenten journalistiek van AP. Een filmfestival dus. De films tonen allemaal portretten en taferelen die perfect passen in het thema van de avond. Het festival wordt tevens begeleid door vier zogeheten poetry slammers. Alvorens het filmfestival van start gaat, verschijnt Reinhilde Decleir op de eerste verdieping. Gewapend met boek en micro leest zij vurig voor: â€œIk schrijf dit voor de vrouw die bedelt op de stoep voor mijn supermarkt, ik schrijf het voor haar soortgenoten, zij die zichtbaar zijn, zij die onzichtbaar zijn. En ik schrijf het voor de velen die niet tot op de stoep voor onze supermarkten geraakt zijn, omdat ze ergens opgezwollen liggen te rotten en te gisten op een strand, tot een lijkzak hen aan het zicht van de pers onttrekt." Een fragment van de messcherpe woorden van Wir haben es gewusst van Dimitri Verhulst. Erna werd het publiek uitgenodigd binnen te komen.

 

 

De sfeer was gelaten, mensen, mezelf inclusief, zaten wat verveeld met dit vlijmscherpe pamflet. Een leuk avondje hersendood tv-kijken, zo werd duidelijk, zou meer een keihard aankaarten van de bittere realiteit rondom ons kunnen worden. We slikken collectief de krop in onze keel door en zetten ons. De poetry slammers steken van wal. De ene spreekt, de andere rapt, allen zijn dichters. De boodschap is unaniem. Discriminatie en armoede, zijn er hier en nu en worden dagelijks ondervonden. Al wordt er humoristisch met de woorden gespeeld, het voelt aan als een duidelijke boodschap van revolutie. De samenleving blijft bekrompen en dit blijft ontkend.

 

kortfilms zonder schroom

Na de poëzie is het tijd voor film. Malaïka van Anthony Nti mag de spits afbijten. De film toont Malaïka en haar vrienden. Hoe zij een dag doorbrengen in Antwerpen, hoe ze praten, wat ze denken. "Mijn eigen roots liggen in Ghana en ik woon in Antwerpen", vertelt Nti. Hij speelde al lang met de plannen voor een dergelijke film, maar vond geen goede titel voor zijn prent. Die kwam pas toen hij het liedje Malaïka hoorde op het Afrika Filmfestival in Leuven. "Voor mij is Malaïka een generatiefilm," legt hij uit, "een kortfilm over een groep jongeren van mijn generatie. Wat mij opvalt aan die generatie is dat ze erg artistiek bezig is en er meer 'durvers' zijn, want dankzij social media hebben ze nu een stem. Dat was vroeger niet altijd zo. Achter die uiterlijk zelfzekerheid, gaan echter ook veel twijfels schuil. De conversaties die ieder van ons heeft op barbecues zijn zo uiteenlopend en toch passend: het springt van 'domme' dingen naar diepere dingen. Dat in beeld brengen vanuit de prachtige Antwerpse Chicagoblok, vormde het uitgangspunt voor Malaïka.
Zijn tweede film heet BOI: ‘vecht’. Een waar meesterwerk, over twee Bulgaarse Romabroers die hele dagen bouwwerven afschuimen op zoek naar waardeloos schraapsel in ruil voor een hongerloon. "Voor BOI had ik eigenlijk een soort van scenario geschreven," geeft Nti grif toe, "omdat ik niet genoeg tijd had om aan research te doen. Wel ben ik naar de Gentse Romagemeenschap getrokken, waar ik al voetballend twee jongens heb leren kennen. Vervolgens heb ik mijn scenario aan hen aangepast en zo is BOI ontstaan."

 

Stijn Coninx, de vier AP-studenten en Anthony Nti

 

De derde film is van Hyun Loories en toont het leven tussen de 5 blokken: een portret van jonge gekleurde kinderen en hoe ze met elkaar omgaan. Zijn tweede vertoonde film is het portret van een oudere broer die alles doet om zijn jongere broer te beschermen. Zelfs als dit betekent dat hij hem nooit meer terug zal zien. Tot slot maakten vier AP-studenten een portret van Spirit, één van de Fratelli’s zelf, over hoe hij kindsoldaat geweest is in Angola, is moeten vluchten en sindsdien zijn ouders niet meer gezien heeft. Ze tonen hoe hij zichzelf heeft moeten opvoeden. Hij blijkt ondanks alles één en al liefde. Hij was alleen, maar hij vond Tutti Fratelli en zij vonden hem. Een beeld van een ongelooflijke band.

De films van deze jonge artiesten zijn ontzettend indrukwekkend. Ze zijn ook zo verdraaid professioneel. Met amper ervaring of materiaal produceren ze zulke meesterwerken. Het is enigszins gĂȘnant om te beseffen. Om een equivalent te scheppen zou een tweedejaarsstudent Fysica in staat moeten zijn energie op te wekken uit een curryworst om daarmee Doel en Tihange te vervangen.

 

 

 

 

Na afloop bleek het grootste applaus dat van Reinhilde naar het publiek toe. Want er kwam volk en het onderwerp leeft dus wel degelijk. Discriminatie; het is onnodig u te duiden dat de wereld ervan vol is. Maar onze blik ligt te ruim. In onze eigen straten ondervinden dagelijks te veel mensen deze ellende. En al schenken we gaarne geld aan verre doelen, zeker als we met een selfie dabei op sociale netwerken kunnen tonen dat we van goede wil zijn, we vermijden de bedelaar aan onze supermarkt met een wijde boog wanneer we met twee volle tassen passeren. Stof tot nadenken.



theaterfestival Out of the Books

01/11/2015
🖋: 

Dacht je dat festivals alleen voor de zomer waren? Wel dan heb je het mis. Deze maand gaat Out of the Books immers van start, een cultuurfestival georganiseerd voor en door jongeren. Vorige week vond hun promonight plaats in cinema Cartoons. dwars ging een kijkje nemen.

Er heerst een gezellige drukte in het cafeetje onder Cartoons. Iedereen is gericht naar het podium, waar de organisatoren van het festival nog naarstig hun laatste voorbereidingen treffen. Bij het binnengaan ontmoet ik Lore Mutsaers, studente en tevens bezieler van het festival. Ze verzekert ons dat de promotieavond elk moment kan beginnen. Wij wachten geduldig af.

 

Wanneer de zaal begint uit te puilen van het volk en zelfs het parket voor ons bezaaid is met mensen, komt een man met gitaar het podium op. “Ik ben Winter Trees”, zegt hij en begint te spelen. Dromerige tonen klinken uit de klankkast van zijn gitaar. Hij lijkt helemaal op te gaan in zijn gitaarspel en heel even lijkt de rest van de wereld, het geroezemoes van het drukke cafĂ© achter ons, vergeten. Daar is een woord voor: shoegaze.

 

Na het verlaten van de hogere sferen waarin de muzikant ons achterliet, is het tijd voor business. Dit is en blijft immers een promotieavond. Lore legt ons uit waar Out of the Books voor staat: het is een toneelevenement voor en door jongeren en studenten. De naam van het festival spoort studenten dan ook aan om out of the box te denken wanneer zij hun cultuur gaan halen en verder te kijken dan hun studie-books. Heel de maand november zullen er daarom drie toneelvoorstellingen worden georganiseerd, geselecteerd door Lore en haar team. Deze theaterstukken worden uitgevoerd door professionals, maar de promotiecampagne wordt volledig gedragen door jonge artiesten: aan de hand van enkele pop-upacts bereiden zij de weg voor naar de drie grote avonden. Het festival wil op die manier ook jong talent promoten. Dat deze promoavond bedoeld is om daar een voorsmaakje van te geven is duidelijk. “Houd je oren en ogen open,” zegt Lore op het einde van haar speech nog, “want het zou kunnen dat Out of the Books ook in de aula of zelfs in de bibliotheek voorbijkomt!”

 

Out of the Books - Lore Mutsaers (© dwars - Natasja Van Looveren)

 

Na haar speech wordt de microfoon gekaapt door een jongeman in pak, woordkunstenaar Gert Vanlerberghe wordt me later verteld. Op rijm en in ritme werkt hij een zelfgeschreven monoloog voor ons af. Hij is uit het leven gegrepen, ik kan alvast met enkele van zijn spitsvondigheden goed lachen. Daarna is het terug de beurt aan de organisatoren. Ze teasen de activiteiten die nog komen zullen. Op het festival is er plaats voor zeer uiteenlopende acts. Naast poĂ«zie van Maud Vanhauwaert zal ook stand-upcomedy en toneel geschreven door Nic Balthazar de revue passeren. En dat allemaal gevolgd door afterparty’s in Het Bos, Kavka en DE Studio.

 

 

Out of the Books - Burlesque Dance Antwerp (© dwars - Natasja Van Looveren)

 

Muziek en slampoetry hebben we al achter de kiezen, maar ook burleske-danseressen staan op het menu. Alleen gekleed in korset en getooid met veel pluimen, bewegen zij verleidelijk op de tonen van Marilyn Monroe, maar ook op de muziek van andere artiesten kan je blijkbaar burlesk dansen. Even ben ik in Parijs: het Montmartre van 1950. Of in de saloon na een lange dag in het zadel.

 

Wanneer de pluimen zijn gaan liggen, is het tijd voor theater. Na een ietwat vreemde dialoog over ontevredenheid en nog wat slampoetry over ruimtevaarders en hemellichamen, is het de beurt aan een acteur en een actrice van de Bromvlieg, het toneelgezelschap van Universiteit Antwerpen. Zij geven op een zeer herkenbare manier weer hoe twee personen andere verwachtingen kunnen hebben van hun relatie. Hen zien we later deze maand ook nog terug in de studentenresto's en in het ViaVia ReiscafĂ©, weet Lore.

 

Na dit alles is het weer tijd voor muziek. Er staan nog een rockband en een dj op het programma, die de pannen van het dak spelen. De allereerste avond van de eerste editie van Out of the Books kende enkele (geluids)kinderziektes, maar de kwaliteit van de optredens van deze avond hebben dat ruimschoots goedgemaakt. Wij zijn in ieder geval benieuwd naar de andere evenementen.

 

Ben jij geĂŻnteresseerd in Out of the Books? Neem dan zeker een kijkje op hun Facebookpagina. Daar zijn enkele promotiefilmpjes te vinden en is er ook meer informatie over tickets, die te verkrijgen zijn bij GATE15. Verder heeft het festival ook een website: www.out-of-the-books.com

 

 

DONDERDAG 19 NOVEMBER @ Het Bos

20.30u: "Het is de moeite" van Maud Vanhauwaert
Afterparty @ Kleine Hedonist: Lichtwerk & KĂ€ra (Funk Boogie Disco Soul)

 

DONDERDAG 26 NOVEMBER @ JC Kavka
20.30u: "Neeland" van Soufiane Chilah & regie door Nic Balthazar
Afterparty: Anno, Chung & Sydny (Disco Hip-Hop House)

 

DONDERDAG 3 DECEMBER @ DE Studio
20.30u: "Hier waak ik" van Janne Desmet
Afterparty @ Izzy Maze: Sample 'n hold & Dimi Mechero (House Techno)



dwarse podcasts
30/10/2015
🖋: 
Auteur

Radio een dood medium? Leve het internet! Enthousiaste en gepassioneerde radiomakers blijven niet bij de pakken neerzitten en werpen hun talenten in de strijd bij het maken van podcasts, radioshows te beluisteren wanneer jij wilt. Tijdens het strijken bijvoorbeeld, of in de trein terug naar het thuisfront. De groeiende populariteit van het medium – met name in de Verenigde Staten – betekent ook een groeiend en overweldigend aanbod. dwars tipt alvast drie podcasts die het luisterende oor waard zijn. (Opgelet! Het risico op bingelistening is reĂ«el!) 

Mystery Show 

De Amerikaanse radiomaakster Starlee Kine leverde eerder al pareltjes van documentaires af voor de podcast der podcasts: This American Life. Waaronder bijvoorbeeld haar briljante bijdrage aan aflevering 339 'Break-up', over het o zo herkenbare onderwerp van hartenpijn en de versterking en verzachting in de popmuziek. Met een beetje hulp van Phil Collins. Nu gaat Kine in haar eigen Mystery Show op onderzoek uit naar de mysteries en vragen die in de hoofden van haar naasten rondspoken; de onverklaarbare afbeelding op een jaren zeventig broodtrommel, een plots verdwenen videotheek en de exacte lengte van Jake Gyllenhaal. Kine en haar researchteam zetten hun tanden in deze hedendaagse detectiveverhalen. In de smakelijke zoektochten die volgen, laat Kine het niet na wat zijpaadjes in te slaan die soms aandoenlijke verhalen onthullen in Man bijt hond-stijl. Zo brengt in de aflevering Britney (Spears, jawel) een onverwacht persoonlijk telefoongesprek met een klantenservicemedewerker bijna meer voldoening dan de ontknoping van het mysterie zelf. 

 

 

 

Welcome to Nightvale

Wars van persoonlijke verhalen, infotainment of rondetafelgesprekken? Podcasts zijn meer dan radiodocumentaire of human interest verhalen. Ook de fictiefanaat – en hier in het bijzonder de Twin Peaks adept – kan zijn hart ophalen in digitaalluisterland. In Welcome to Nightvale worden we door radiopresentator Cecil naar een postapocalyptisch stadje in Amerika meegesleurd aan de hand van lokale nieuwsfeiten, steeds maar weer mysterieus verdwijnende stagiaires en kafkaĂ«ske berichten van algemeen nut. Welcome to Nightvale opent de deur naar een bizarre sciencefictionwereld. Het is waarschijnlijk de enige podcast waar de uitspraak "For more on this world-ending story, we now go live to the sound of an aquarium pump" volledig op zijn plaats is. Elke aflevering is er tijdens het 'weerbericht' plaats voor nieuwe muziek. (Ben je zelf een muzikant? Je kan je eigen muziek doorsturen!)

 

 

 

 

Mortified 

Puberjaren roepen bij de meeste van ons de nodige beschamende herinneringen op en doen nog eens de rillingen over het lijf lopen van pure ongemakkelijkheid. Maar in plaats van deze voorvallen te verzwijgen en te doen vergeten, laat Mortified de gĂȘne de vrije loop. Aan de hand van adolescente relieken, dagboeken, brieven en gearchiveerde msn-gesprekken, delen dappere zielen hun puberale overpeinzingen voor een livepubliek. De meest uiteenlopende verhalen hebben allemaal hetzelfde gemeen: puberale overgave en naĂŻviteit. De meest onrealistische en fantasierijke gedachten werden destijds in alle serieusheid opgeschreven en nu, een tiental jaar later, met dezelfde gepaste overtuiging voorgedragen. Verbazing, verbroedering en hardop schaterlachen tot gevolg.

 

 



betweter
25/10/2015
🖋: 

Lees deze rubriek waarin een van de redactieleden een interessant, grappig of ronduit onnozel weetje meedeelt en word zelf een betweter.

Laat ik de misleiding maar meteen in de kiem smoren: koekjes en verstopplaatsen zijn de letterlijke vertaling van ‘cookies’ en ‘caches’.

 

Als je hoort over cookies en caches is dat meestal wanneer iemand vertelt dat je ze moet verwijderen, omdat je privacy ermee geschonden kan worden of omdat er zelfs een virus langs kan binnenkomen op je computer. Cookies en caches hebben nochtans absoluut hun nut; het zijn de lokale opslagplaatsen van je browser.

 

Cookies zijn kleine tekstbestandjes van maximum 4097 bytes, wat overeenkomt met 4097 tekens in ASCII. Hierin kan een website gegevens opslaan, zoals wat er in je winkelmandje zit, of wat je hoogste score in een spelletje is. Als ze correct gebruikt worden zijn ze dus heel nuttig, maar cookies worden ook gebruikt door reclameboeren en sociale netwerken om je over verschillende websites heen te kunnen herkennen en zo een profiel van jou op te bouwen.

 

Cache – in de titel vertaald als verstopplaats, maar ook wel opslagplaats – is exact wat het woord zegt: een plaats waar je browser gegevens opslaat, in dit geval uit eigen beweging. Zo worden onder andere alle afbeeldingen die je online tegenkomt tijdelijk in een cache opgeslagen. Dit om te voorkomen dat bijvoorbeeld het logo van een website of de profielfoto van een vriend telkens opnieuw moet gedownload worden. Hierdoor worden websites een stuk sneller weergegeven. De risico’s? Dat iemand daarin een foto terugvindt die je liever voor jezelf had gehouden natuurlijk.



een cinefiel antwoord op een herfstdepressie
20/10/2015
🖋: 
Auteur

Nu de herfst officieel is ingezet met gure wind en vieze regen, de donkere uurtjes eerder beginnen en later eindigen, schreeuwt alles erom eens lekker binnen te blijven en een film te kijken. Maar in je joggingbroek op de bank voor de zoveelste keer een episode van Star Wars bekijken voelt al snel aan als studieontwijkend gedrag. De ideale moment dus om een bon ton filmfestival te bezoeken en jezelf een ware culturo en cinefiel te noemen. Waar dat mogelijk is? Wel, van 11 tot 24 oktober neemt Gent de schone taak op zich met het Film Fest Gent, dit jaar voor de 42e maal georganiseerd, met extra aandacht voor de Britse cinema.

Een filmfestival is natuurlijk meer dan het staren naar de schermen in warme bioscoopzalen of een goed excuus om bij een bezoek aan KASKcinema je vooral te goed te doen aan een lekker maal in het KASKcafĂ©. Ook op een kleiner filmfestival zoals dat van Gent hoort een officiĂ«le competitie, een jury en een streepje glitter en glamour. Voor dat laatste wordt gezorgd door de komst van enkele internationale gasten die hun flaneerkunsten op de rode loper tonen. Dit jaar was dat onder andere de Ierse acteur Colin Farrel, te zien in de Grieks-Britse sciencefictionfilm The Lobster. Maar naast internationale diversiteit – ook de Japanse regisseur Hirokazu Koreeda heeft even door Gent gewandeld â€“ is er gepast plaats (en trots) voor nationale producties. Het festival opende dan ook met de debuutfilm D’Ardennen, waarvoor regisseur Robin Pront ondertussen ook de Jo Röpcke Award kreeg uitgereikt.

 

Maar meer dan fotomomentjes en flashy entrees op de openingsavond verzorgt Film Fest Gent de nodige ontmoetingen tussen makers en kijkers in de vorm van lezingen, panels en seminaries, over Britse filmmuziek bijvoorbeeld of de aanwezigheid van Einstein in de cinema. Het festival is dus niet alleen een goed excuus om binnen te zitten, het is ook een plek om de liefde (al dan niet obsessie) voor film te delen en naar een hoger plan te tillen. Zo kan je bijvoorbeeld te rade gaan bij de pennen van Young Critics Workshop. Deze jonge filmfanaten met een passie voor het bewegende beeld en kritische woord gingen onder leiding van Nick Pinkerton op zoek naar de juiste woorden en waardeoordelen om de officiele selectie te becommentariĂ«ren. Naar welke film zij het meest uitkeken en wat zij uiteindelijk vonden van films als The Assasin of The Lobster lees je hier.

 

Klinkt dit als muziek in de oren? Wie snel is kan nog twee dagen meepikken, verder zal je je moeten behelpen met de verhalen van zij die er wel bij waren. Voel je de behoefte je op het filmaanbod te storten, maar heb je last van keuzestress? Deze redacteur werd tijdens het festival verliefd op Arabian Nights: Volume 1, the Restless One, de eerste film in een reeks van drie van de Portugese filmmaker en oud-winnaar van het Film Fest Gent Miguel Gomes. Een prent waarin op wonderlijke wijze, aan de hand van de duizend-en-een-nachtverhaalstructuur, sociale thema's worden aangekaart die door het visuele vermaak en de smakelijke humor heen, treffend je solidaire en humanistische hart weet te beroeren.