niemandsland

🖋: 
Auteur

Gegroet studenten! Nu ik afgestudeerd ben, heb ik jullie land verlaten. Daar waar pintjes vloeien als rivieren, cursussen meer kosten dan je 18m2-onderdak en niemand omkijkt wanneer je van maandag tot donderdag cornflakes als avondeten nuttigt. Met aarzelende, doch harde sprong kom ik terecht in het lage gras van het niemandsland. Ik noem het ‘niemandsland’, omdat ik geen andere gepaste term vind voor het jaar waar mijn laatste check-in op SisA (bye bye winkelkarretje) en de eerste check-in op de werkvloer (de sleutelhanger voor die badge ligt al klaar) plaatsvinden. Mijn doel is hier elke maand neer te pennen wat mijn pad en gedachten kruist. Deze maand: reizen.

De globetrotter in ons wordt al opgewekt tijdens onze sedentaire jaren op de schoolbanken: je komt in contact met onderzoeken uit de hele wereld, gastlessen worden gegeven door een professor met een sappig Chinees accent, Erasmusstudenten doorkruisen de campus (maar hoor je vooral om vier uur ’s nachts beschonken door de gang van je kot hollen) of je pakt zelf je valies waar zes maanden van je leven in zullen zitten. De universiteit is een instelling van de wereld.

 

Ook na mijn kleine stap in de wetenschap ontwikkelde zich een drang om me voort te bewegen naar verdere contreien, om even in een andere tijdzone te wandelen. De teugels van de rugzak aan te trekken en de absolute (geografische) vrijheid in te slaan. En dat heb ik ook gedaan. Een korte drie weken trok ik met twee kompanen naar de andere kant van de wereld om ongepland te reizen en te zijn, hier nu na onze studies. En wij waren niet de enigen. Tussen de rijstvelden en broeierige zon merkten wij en andere reizigers de perfecte plaats op waar de wind stil stond. Die drie weken golden voor mij niet in kalendervorm, maar werden geijkt op eigen gevoel. Het rad van de tijd stond even stil, geen geratel van de wielen of gekraak van mijn rug die studieboeken balanceert, zoals in augustus nog het geval was.

 

De meesten die ik tegenkwam wilden meer en zochten hun verhaal in het onbekende landschap voor minstens enkele maanden, telkens om voor mijn oren al aanhoorde redenen: na de studie nog even genieten voordat ‘het echte leven’ begint, om kortstondig alle bureaucratische teugels te ontduiken, om te zien of ze op zichzelf kunnen zijn of om alles in perspectief te zetten (en te beseffen dat die kleine taalfout in je thesis dan toch niet betekent dat de hemel naar beneden zal vallen). Want voor de pas afgestudeerde bestaat de rompslomp to-do list uit het inschrijven bij de VDAB, uitschrijven uit het kotleven en waarschijnlijk nog meer handtekeningen plaatsen onderaan papieren die mijn chaotische kop over het hoofd heeft gezien. Hoe wonderlijk dan dat het ontplannen van de kalender hier ruimte in je chaos creĂ«ert en dat je kan genieten van vakantie, vrijheid en de vier windrichtingen.

 

Niet verwonderlijk dat ik reizigers tegenkwam die langer dan enkele maanden op bottines rondtrokken. Op het nomadenpad tussen de bekendste oriëntaalse steden die elke reiziger als vaste kruisjes op de dezelfde kaart (de Lonely Planet is wel héél populair) markeert, vereffenden deze koningen van het Niemandsland de weg met tips en raad. Over het letterlijke pad, weliswaar, dat ze betreden met een rugzak op de rug die een slakkenhuisje is geworden voor het kot dat ze in hun vaderland hebben verkocht of achtergelaten. Een standvastige rugzak die niet zes maanden, maar jaren stof en zon bijt. Deze nomaden van hoogste vorm dragen andere regels van dromen, utopieën of escapisme als een scepter in de hand. Ik vraag me echter af of zij na zo'n lang regeerschap nog een plaats hebben om naar terug te keren.

 

Lange, verre reizen worden snel in verband gebracht met het 'zoeken naar jezelf', maar jaren blijven ronddwalen doet niet lijken alsof je dat doel gevonden hebt. En voor degenen die het zich afvragen en nu al met de Lonely Planet aan de kassa staan: neen, een reis van drie weken biedt daar ook geen antwoord op. Het is wel een tijd om te genieten van andere culturen, je voeten prettig te laten afzien, nieuwe kleuren van bloemen te ontdekken en het uitstelgedrag dat je zo minutieus onder de knie hebt gekregen tijdens de examens, nu toe te passen op de stroom vacaturemails van de VDAB. Nu ik hier thuis in de zetel de laatste zinnen van mijn tweede column beëindig, zal ik daar maar eens aan beginnen. Een eigen koninkrijk bouw je dag per dag (of in deze tijden: mail per mail) op, daar hoef je nog niet voor naar de maan te gaan.



UAntwerpen-alumnus Michael Van Ostade over zijn ontluikende filmcarriĂšre

27/10/2016
🖋: 

Filmliefhebbers der Lage Landen, kom dat zien, er is een nieuwe Vlaamse filmregisseur opgestaan! Michael Van Ostade, 30 jaar, vriendelijk, getalenteerd, artistiek en goedlachs. Met een Vlaamse jeugdfilm in het verschiet, leek het ons het perfecte moment om meer over deze Antwerpse filmmaker te weten te komen.

Wanneer we het appartement van Michael binnenwandelen, worden we meteen begroet door de speelse kat Gurr. "Gurr, omdat katten altijd dat geluidje maken", verduidelijkt Michael de naamkeuze, terwijl hij met zijn arm een klauw imiteert. Origineel bedacht, al lijkt Gurr eerder een 'guerr'illaoorlog te willen ontketenen door ons voortdurend af te leiden van het interview met klaaglijk gemiauw. Wanneer Michael hem tot bedaren heeft gebracht met een bakje Whiskas, verschuift het gespreksonderwerp van kat naar film.

 

In 2013 studeerde je af als filmmaker aan de LUCA School of Arts in Brussel, maar je hebt ook een hele tijd in Antwerpen gestudeerd.

Ik ben zo’n idioot met twee bachelors en een master (lacht). Mijn lange studiecarriùre is inderdaad in Antwerpen begonnen. Nadat ik een jaar Toegepaste Psychologie aan de Lessius Hogeschool heb gestudeerd, ben ik overgeschakeld naar Communicatiemanagement aan de Plantijn Hogeschool. Toen ik de professionele bachelor op zak had, wilde ik een master in de Communicatiewetenschappen behalen aan UAntwerpen. Ik volgde echter veel liever de vakken van Theater-, Film- en Literatuurwetenschap van Taal- en Letterkunde. Ik ging dan ook stiekem naar de lessen van Tom Paulus en Vito Adriaensens. Toen ontdekte ik dat je een opleiding rond film kan volgen, waarop ik van de master Communicatiewetenschappen ben overgeschakeld naar de master Filmstudies en Visuele cultuur.

 

Wanneer heb je dan besloten om de koekenstad achter je te laten?

Tijdens mijn uniefjaren speelde ik bij de Bromvlieg, het theatergezelschap van de Universiteit Antwerpen. Na onze voorstelling werd ik benaderd door een student Audiovisuele Technieken van LUCA, die me vroeg of ik in zijn kortfilm wilde acteren. Acteren was niet meteen mijn ambitie, maar sure, ik wilde het wel proberen. De set was echter zo indrukwekkend, dat ik terstond wist dat ik hetzelfde wilde doen. Niet veel later heb ik me bij LUCA ingeschreven.

 

Je hebt niet alleen geacteerd voor de Bromvlieg, je nam ook deel aan en won zelfs de eerste editie van het Lingua Kortfilmfestival met The Last Laugh. Herinner je je dat nog?

Jazeker, ik vond het een hele leuke ervaring! Ik probeer ook nog ieder jaar aanwezig te zijn, niet alleen voor de wijn à volonté, maar vooral omdat het fantastisch is om te zien hoeveel studenten met plezier kortfilms maken. Toen ik dat eerste jaar met de hoofdprijs naar huis ging, knaagde dat wel een beetje omdat ik net begonnen was aan LUCA en de lat wel erg laag lag. Dat is meer dan normaal, het gaat bij Lingua om de ervaring en het plezier dat je hebt. Maar op enkele YouTube-filmpjes na, had ik nog nooit een kortfilm gemaakt, dus zoveel voorsprong had ik nu ook weer niet.

 

Is Audiovisuele Technieken: Film-TV-Video aan de LUCA School of Arts de beste opleiding voor filmmakers in spe?

Ik kan moeilijk oordelen over studies die ik niet gevolgd heb, maar ik had wel een specifieke reden waarom ik me bij LUCA en geen andere filmschool heb ingeschreven: de filmopleiding daar legt namelijk de focus op auteurscinema. Als student word je aangemoedigd om zelf een verhaal te schrijven en dat vervolgens te verfilmen en je mag ook naar hartenlust experimenteren. Zulke vrijheid geniet je aan pakweg het RITCS niet. De keerzijde van de medaille is dat studenten die een barslechte film indienen, toch goede punten behalen, omdat hun werk ‘experimenteel’ is. Zo heeft een medestudent zijn bachelorfilm met een oude Nokia gedraaid, wat een voddenfilm opleverde, maar hij kwam wel met een zestien thuis.

 

Voor je bachelorfilm Nigredo heb je in 2012 de wildcard gewonnen die het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) ieder jaar uitreikt aan (slechts) twee filmstudenten.

Inderdaad, en de tweede winnaar was mijn goede vriendin Emilie Verhamme, die met Tjernobyl Hearts in de prijzen viel en voor wie ik cinematografie had gedaan. Dat is de ongeschreven regel van de wildcard: je geeft die niet aan de persoon die de perfecte film draait, maar aan iemand die iets speciaals toont en er iets mee kan aanvangen. Mensen die een perfecte film afleveren geraken sowieso aan subsidies.

 

Toen ik die wildcard kreeg, voelde ik me alsof ik de loterij gewonnen had. Het was fijn omdat ik het ook een beetje nodig had: ik was gestopt met School is Cool (Michael was in de beginjaren bassist van de muziekband, nvdr.) omdat ik meer plezier had met het maken van de videoclips, dan op het podium te staan (lacht). Ik wilde verder met film. Je hebt dan het gevoel dat je terug vanaf nul begint en dan is die erkenning ook wel nodig. Het is een teken dat je serieus genomen wordt.

 

Aan de wildcard was een geldprijs van 60.000 euro verbonden, ook mooi meegenomen natuurlijk.

Ja, inderdaad, maar vergis je niet: ik mocht dat geld niet gebruiken voor onze masterfilm – ik ga voortaan trouwens altijd in de wij-vorm spreken, want een film maak je zelden alleen. We zijn er dus eens goed mee gaan eten (grijnst). Grapje, we hebben de knappe som geld besteed aan onze kortfilm Danse Macabre, die ik samen met mijn broer Andrew heb geschreven.

 

Danse Macabre en Songs from the Outside zijn opmerkelijk kindvriendelijk, meer dan de overige kortfilms uit je oeuvre. Hoe is die roeping ontstaan?

Twee jaar geleden kreeg ik plots een mailtje van het Jeugdfilmfestival met de mededeling dat Songs from the Outside perfect was voor het festival. Ik had dat totaal niet verwacht, maar toen ik er meer over begon na te denken was de selectie eigenlijk wel logisch. De film was gebaseerd op alle films uit onze jeugd, films van Steven Spielberg zoals ET en The Goonies. Toen zagen we dat een kinderfilm maken interessant kon zijn. Wanneer we voor een tweede keer deelnamen, koos de kinderjury voor Danse Macabre. Ik denk dat je een kinderfilm best laat recenseren door een kind. Het is daardoor een grote denk- en doe-oefening geworden voor het project waar we nu aan werken: De Gebroeders Schimm.

 

Twee jaar geleden heeft het VAF een commissie opgericht voor jeugdfilms omdat er niet echt een alternatief bestond voor Studio 100. Nu worden er per jaar nog eens twee kinderfilms bijgemaakt. Toen mijn broer en ik de opdrachten zagen, hebben we besloten mee te doen. We kwamen in de selectie terecht en kregen een budget om een volledig scenario te schrijven. We hadden duidelijk affiniteit met het schrijven voor kinderen, zelfs als het niet onze bedoeling was. We beginnen iets te schrijven en merken achteraf dat het ook voor kinderen werkt. We houden van alles met een hoek af, genre Roald Dahl. De Gebroeders Schimm wordt een spokenfilm die in diezelfde lijn ligt. Nu zitten we in de laatste fase om financiële steun voor ons project te krijgen.

 

Hou je veel rekening met het financiële en realistische plaatje wanneer je een script schrijft?

Ja, een van de redenen dat producenten mij graag hebben, is omdat ze weten dat ik technisch aangelegd ben en op voorhand al rekening houd met de haalbaarheid. Mijn broer en ik schrijven altijd samen en denken na over hoe wij het zouden aanpakken zonder geld.

Beperkingen zijn de handigste dingen ooit voor creativiteit. In mijn eerste jaar op LUCA kregen wij drie grote beperkingen voor een filmopdracht van drie minuten: geen dialoog, één locatie en het moest zich afspelen in Brussel. De helft van de klas is toen afgevallen omdat ze er geen zin in hadden. “Ik wil de volgende Tarantino worden, hoe kan ik dan geen dialoog gebruiken?”, klonk het. Ik vind het juist fantastisch om op een idee te komen en na te denken over hoe je het gaat aanpakken.

 

De kinderen in het publiek laten zich graag meeslepen in die magie, maar hoe zit het met de jonge acteurs die op de set staan?

Het is heel fijn om met kinderen te werken. Onlangs heb ik met Jan Decleir gedraaid, een ervaring die ik kon schrappen van mijn bucketlist. Maar omdat het een nightshoot was, was hij de hele tijd grumpy. Kinderen zijn altijd bereid en staan scherp. Ze kunnen niet acteren, je moet ze laten reageren. Een regisseur moet niet zeggen: "Nu moet je bang zijn", nee, je moet ze echt angst aanjagen. Een mooi voorbeeld: in Danse Macabre zie je vliegende nonnen door de gangen dwalen, maar we hadden niet aan de actrice verteld dat we die nonnen op segways gingen zetten. Ze vond dat heel tof, maar eerst schrok ze natuurlijk een beetje, wat haar reactie ‘realistisch’ maakte. Ik wil eigenlijk een heel spookhuis in elkaar steken waar acteurs in kunnen spelen, ook voor De Gebroeders Schimm. Ik denk dat dat de geheime saus is die de sfeer van een film bepaalt: het scheppen van een wereld.

 

We zijn benieuwd! Wat zijn je ambities daarna?
Films blijven maken. Ik zit nu in de hallucinante fase van mijn leven dat ik kan leven van de film. Rijk zal ik er waarschijnlijk niet van worden, maar als ik heel mijn leven films kan maken en zo rondkom, mag je mij een gelukkig mens noemen.

 

Met deze mooie woorden en beloftes om naar uit te kijken, knikken we even naar elkaar en zetten de dictafoon uit. Het is nog te vroeg om een ticket voor De Gebroeders Schimm te bestellen, maar er zullen alvast twee twintigers gespot worden in een zaal vol kinderen.



editoriaal

27/10/2016
🖋: 

Oktober is volgens Wikipedia de wijnmaand. Voor studenten is het eerder de gerstmaand: namelijk de maand van het bier! Heuj, Oktoberfest, heuj OpeningsTD’s, heuj cantussen! Ook studentendopen zijn legio en oude controverses komen weer boven: wie is voor, wie is tegen? Teambuilding zegt de een, vernedering zegt de ander. dwars houdt de kerk liever in het midden: wij dopen immers niet!

 

Ook is oktober de keuzemaand: eerstejaars vragen zich af of ze de juiste keuze hebben gemaakt in september. Een ding is zeker, onze universiteit telt maar liefst zeven eerstejaars meer dan vorig jaar (p. 28)! We nemen aan dat die zeven alvast de juiste keuze gemaakt hebben. Onze alma mater ligt dan weer niet in een grootstad, maar wel in een soort labo waar we veel kunnen uitproberen, zo weet onze kersverse rector. Beter kan dus niet! Bovendien kunnen nu ook meer studenten in hun master kiezen voor een stage (p. 8). Wat wil je nog meer?

 

Oktober is een overgangsmaand: van warm naar kouder, van droog naar natter. Ideaal weer om lekker binnen onder een dekentje bij het haardvuur samen met je lief naar een film te kijken. Er staan enkele belangrijke films op u te wachten: nieuwe Harry Potter check! Hoor ik daar Star Wars? En ben je die sequels beu, dan kan je ook nog altijd voor een meesterwerk van Michael Van Ostade kiezen (p. 10). Daarbovenop zijn de Amerikaanse presidentsverkiezingen ook de moeite, inhoud nihil, beledigingen ontelbaar! Gelukkig kunnen we na afloop nog altijd handeldrijven met Canada. Oh, nee, wacht 


 

Gelukkig is er nog voetbal. Al zal je voor het volgen van vrouwenvoetbal wel in de kou moeten gaan staan, want uitzenden doen ze dat niet. Imke Courtois laat dat niet aan haar hart komen, de Red Flames zijn immers geselecteerd voor het EK (p. 4)! Is voetbal niet je ding maar ben je toch eerder een buitenmens? Dan raden we je de Zoo aan, puur jeugdsentiment (p. 26)!

 

Oktober, het is me wat. Wat zou november nog voor ons in petto hebben? Wij hopen goed nieuws en keuzebevestiging. Kruip maar wat dieper onder dat dekentje en trek je lief wat dichterbij. Want november brengt waarschijnlijk raad.



on turtles, Dutch custard, and the X-Files

27/10/2016
🖋: 

The Prof Profile shows professors like you’ve never seen them before, as people. dwars asks the questions that have been bugging students for years; like "what does your lecturer eat for breakfast", for example. Frank Brisard, professor of Linguistics, gets cross-examined this month.

First, the one question we all want to know the answer to: do you have any crazy stories from when you were a student?

During a kind of open mic night (we call it 'free podium') I once staged a mini theater show featuring music by John Zorn (for the fans: something from Naked City). That was pretty wild. I also played the violin, without any kind of musical training whatsoever, in an impromptu gig on Campus Drie Eiken, performing poetry by Alfred Lord Tennyson. It sounded a lot like Joy Division. The band also included Vitalski, the self-appointed perennial night mayor of Antwerp. For the more juicy stories, go ask your friendly neighbourhood film professor.

 

Are there any television series you (used to) follow religiously? Why or why not?

I kind of like Callboys, a Flemish show that aired this fall, though I’m not necessarily a huge Jan Eelen fan. It’s got good photography and great acting. I really dig Tom Dewispelaere, who plays Kjetl. At times his style reminds me of Wim Helsen’s comedy, which I’m particularly partial to.

I’m not really religious about television series anymore these days. I used to be, though, especially with The X-Files. I’m pretty sure I missed out on getting to second base with a girl maybe once or twice, just because I wanted to go home and see that week’s episode. Ah, the nineties


 

Are you more of a cat person or a dog person? Or something else entirely?

I am definitely a cat purrson, though at some point, when I get crippled or retire, I would like to get an Alsatian (Shepherd Dog) or something. I love animals in general. I used to share my apartment with a rabbit called Thumper ('Stamper') that I was very close with. We would watch The X-Files together, just the two of us (cf. above).

Lately, I’ve become fascinated with the secret life of turtles, thanks to some friends in Amsterdam who have one named Butch. Apparently, they climax in the most spectacular of manners. Well, the males do, rarely reciprocated by the females, who are usually eating or involved in some other incidental business. For some reason, YouTube is full of comic – and compromising – tortoise video compilations.

 

Are there any specific places in Antwerp that you like to go to?

I like to go to the Albert Heijn store close to campus, to get chocoladevla for my daughters. We live in Brussels and so we’re denied the many wonders of Dutch supermarkets. Vla is a type of custard that’s typically eaten (drunk?) straight from the carton. Yes, “Ils sont fous ces hollandais!” When I walk around in Dutch cities, I’m always pleasantly struck by the exotic aromas that invade the streets from every little roti place or toko. Generally, however, it is my experience that food in the Netherlands smells better than it tastes.

 

What is the most embarrassing thing that has happened in one of your classes?

Me apologizing to an empty chair after bumping into it. Me not understanding a question from a student, while in fact they were responding to something I’d just asked (“Turn this sentence into a question”). Stuff like that. Open lesdagen (where high school students can see what university classes are like, red.) can be fun too. Sometimes the high school students attending classes are tailed by their overbearing parents. I’ve had to ask the question “Whose mom is this?” at least once in class.

 

You're a linguistics professor. What aspect of language is most interesting to you?

What interests me most is how people use it. Language, especially your mother tongue, is a powerful tool for creating an image of yourself and presenting it to the outside world. However, people who happen to have mastered the standard variety or formal register and exploit that skill to look down on others who don’t use quite the same level of language 
 Those people give me the creeps.
As university students, you should definitely be aware of the language that you use and how it might be complemented by more appropriate varieties in various specific contexts, but you should never feel ashamed of how you speak.

 

Lastly, could you shed some light on this age-old question: why did the chicken cross the road?

Probably because Werner Herzog (German director in whose films animals often behave strangely, red.) hypnotized it from the other side. Google him on chickens: “The enormity of their flat brain, the enormity of their stupidity, it’s just overwhelming! 
 Try to look a chick’n in the eye with great intenzity.”



de dwarsdoorsnede

26/10/2016
Bron/externe fotograaf

Britt Adams Photography

🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Redacteur Jonathan dompelde zich een avond onder in triphop, dankzij de (toch geen) emomuziek van Daughter.

Optredens in den TRIX stellen zelden teleur. Ze zijn ook zelden van het popgenre. Meestal treden er kleinere, underground namen op die de hitlijsten niet bereikt hebben, maar vaak wel al een kleine roedel aan fans hebben verzameld. Soms treden er ook groepen op die in hun genre wereldtop zijn, maar de ietwat minder commerciële genres bespelen.

 

Zo is er het genre triphop, dat je krijgt als ambient en indierock mekaar vinden en besluiten om op hun speeltempo te besparen. Het is heel klagerige, ijlhoofdige en zinnenprikkelende muziek. Een sfeer die past bij een suĂŻcidale druilerige dinsdagavond met namen als Massive Attack, Lamb en Portishead en meer hedendaags London Grammar. Centraal staat een hoge en fragiele vrouwenstem begeleid door gestripte drums en alt-gitaren.

 

Ik heb een hele lange intro geschreven en ook al veel grote namen opgesomd zonder nog maar iets over Daughter te zeggen en dat doe ik met een reden. Daughter past namelijk voor mij in deze rij sterren en hoeft zich in dat gezelschap niet te schamen. De meesten zullen de opgesomde namen wel kennen, maar Daughter misschien nog niet. De band is niet zo mainstream maar desalniettemin was hun concert in een mum van tijd uitverkocht. En terecht. Ik vond dat Daughter deze sluikreclame verdiende. Sue me.

 

Emo-muziek tot op het bot, maar dan zonder het zwartgallige.

 

De stem van zangeres Elena Tonra is hoog, fragiel en hees. Er wordt veel persoonlijke emotie in haar zang gelegd en deze waait als een golf van empathie over het publiek. Ik denk dat niemand in de zaal ongeroerd bleef, iedereen was muisstil maar niet in de negatieve zin. Stilte op een concert is meestal geen goed teken, hier was het net wel een teken van sfeer. Een duistere sfeer. Eigenlijk vind ik na vele pogingen nog niet de woordenschat om het over te brengen. Het was een elegant verdriet, een prachtige broosheid.

 

Niet dat we altijd stil waren. Elena leek zo verlegen en vooral zo dankbaar hier te mogen spelen dat ze fluisterend, als een verlegen kind dat een nieuwjaarsbrief moet voorlezen aan de grootouders, ons keer op keer bedankte voor de warme ontvangst en de sfeer. Ze kon geen zin aaneen breien zonder stil te vallen in een bedeesd mompelen, wat keer op keer door een overdonderend applaus ontvangen werd. Ze was schattig. Bij hitnummer ‘Youth’ werd ze zelfs dusdanig overmand door emotie dat ze tot drie keer toe moest herbeginnen. Prachtig. Dat de eerste titel die ik beschrijf pas op het einde van het concert gespeeld werd, is ook geen toeval. Bands zoals deze hoor je op een concert in één keer uit, soms merk je niet eens dat er al een andere track is. Soms is een album een serie nummers en soms is het één uitgeschreven nummer dat slechts van titel en ritme verandert, maar niet van gevoel.

 

De muziek van Daughter is messcherp, ze fluctueert diep bij je naar binnen. Niet alleen steekt de band muzikaal er met kop en schouders boven uit, maar de nochtans vaak bezonnen thema’s zoals liefdesverdriet en verlies zijn zo duister, zo hard verwoord, maar tevens zo herkenbaar. Geen vergezochte poĂ«zie, maar een realiteit die recht door het hart gaat. Wie kent deze thema’s dan ook niet. Alsof de hele zaal in therapie ging. Een groepssessie van persoonlijke confrontatie ondergaan door middel van een ijzersterke performance. Een van de betere die ik in TRIX gezien heb. Daughter, u hoeft ons niet te bedanken. Wij danken u.



cultureel dronken met de UAntwerpen Plus Pass

26/10/2016
🖋: 
Auteur

Elk jaar organiseert de UAntwerpen Plus Pass naast het sportieve aanbod een viertal culturele activiteiten. De eerste activiteit van het academiejaar was alvast een knaller van formaat: een bezoekje aan brouwerij De Koninck in Antwerpen, inclusief bierdegustatie. dwars liet deze gelegenheid uiteraard niet aan zich voorbijgaan en ging eens een kijkje nemen!

Wat beloofde een droog museumbezoek te worden, draaide uiteindelijk uit op een fascinerende wandeling door de geschiedenis van Antwerpen, bekeken vanuit het perspectief van een brouwerij die zij aan zij meegroeide met de stad. Brouwerij De Koninck is drie jaar na het ontstaan van België geboren, in 1833, en is daarmee meteen de oudste brouwerij van Antwerpen. Doorheen de eeuwen heeft ze dan ook talloze historische gebeurtenissen van nabij meegemaakt.

 

Trots volgde ze bijvoorbeeld in 1929 de geboorte van de allereerste wolkenkrabber in Europa: onze eigenste Boerentoren. Enkele jaren later moest ze lijdzaam toezien hoe de Eerste Wereldoorlog uitbrak en de brouwerij bij gebrek aan gerst bier moest brouwen van bieten en zelfs van aardappelen. De opening van de Waaslandtunnel, de overdracht van het Rubenshuis aan de stad, de Olympische Zomerspelen van 1920, 
 Al deze Antwerpse wereldgebeurtenissen voltrokken zich onder het goedkeurend oog van een brouwerij die al eeuwen bestond, talloze wereldschokkende gebeurtenissen heeft meegemaakt en in 2010 plots abrupt aan haar einde kwam toen het overgenomen werd door Duvel voor een luttele 30 miljoen euro. Hierbij werd uiteraard de hele brouwerij ontmanteld en zo kon men er een museumpje van maken. Weer een concurrent minder, lang leve de artisanale multinational!

 

 

 

Het hoogtepunt van de avond was toch het moment waarop we dan eindelijk het bier mochten proberen waar we de hele avond over hadden horen vertellen. Een bijkomend voordeel was dat we intussen snobistisch konden uitleggen waarom het Bolleke nu eigenlijk geschonken wordt met zo’n grote schuimkraag en waarom het glas zijn typische brede vorm heeft. (Tip: Het heeft iets te maken met de zuurstof in de lucht buiten glas en het koolstofgas in het bier.) In naam van de journalistieke volledigheid en integriteit probeerden ondergetekende dwarsredacteurs uiteraard zoveel mogelijk verschillende creaties van de brouwerij uit. Helaas kon er geen definitieve conclusie gevormd worden over de allerbeste. Verder onderzoek door onze trouwe lezers is nodig en sterk aangeraden.

 

 

 

 

Terwijl we nog wat nagenoten van het bezoek en ons drankje spraken we ook met Rachelle en Davita, twee studenten aan UAntwerpen voor wie het de eerste activiteit was. “Dit is de eerste activiteit die we samen doen, maar wij zijn alvast heel enthousiast!”, wisten ze ons te vertellen met een bolleke in de hand. “Het is geweldig dat er naast een uitgebreid sportaanbod ook plek is voor cultuur. Voor ons mag het zelfs nog veel meer zijn!”

 

 

 

Sinds enkele jaren is de voormalige sportsticker omgevormd tot de UAntwerpen Plus Pass voor studenten, alumni en personeel van de universiteit, de AP Hogeschool en de Antwerp Management School. Naast een uitgebreid gamma aan sportactiviteiten, voegt de Pass nu elk jaar ook enkele culturele activiteiten toe aan het aanbod. Mens sana in corpore sano, zoals een pretentieuze middelbare scholier Latijn zou zeggen. Een greep uit het aanbod van de voorbije jaren leert ons dat men deze taak serieus neemt. Zo brachten de jonge muzikanten van de Orkestacademie onder het motto ‘Ook met klassiek kan je een prima feestje bouwen!’ studenten in maart van de ene climax naar de andere. De formule was simpel: steengoede muziek die met vinnige strijkers, rauwe bassen en raspend koper de zolen van de vloer losmaakten. Niet mis!

 

 

 

Om een beter beeld te krijgen van de evolutie die de Pass doormaakte, gingen we op zoek naar een trouwe gebruiker ervan. Deze vonden we in Annelore: sinds het tweede bachelorjaar gaat zij al mee op verschillende culturele activiteiten die georganiseerd worden. De voorbije jaren bezocht ze onder andere het in 2013 geopende Red Star Line museum en ook de kathedraal van Antwerpen. Het huidige brouwerijbezoek is meteen ook haar laatste avontuur met de UAntwerpen Plus Pass. Binnen enkele weken moet ze namelijk doen wat elke student vreest: het studentenleven opgeven en gaan werken. Deze avond is dus extra speciaal voor haar. “Wat ik het interessantste vond aan de rondleiding doorheen brouwerij De Koninck, is de connectie die men maakt met de geschiedenis van de stad. Je ziet als het ware de brouwerij zij aan zij meegroeien met Antwerpen: alles wat de stad heeft doorgemaakt, daar heeft de brouwerij deel van uitgemaakt. Zowel met als in Antwerpen. Dat vind ik een prachtig uitgangspunt!”

 

Ondergetekenden zijn het daar volmondig mee eens: Antwerpen en het Bolleke zijn onlosmakelijk met mekaar verbonden. Of zoals ze het bij De Koninck zelf zeggen: “Een Bolleke, dat is Antwerpen in een glas.” SantĂ©!

 

 

Je kan met je UAntwerpen Plus Pass dit jaar nog gratis naar het Theaterstuk “Bootsman” door Ivan Pecnik in het Zuiderpershuis gaan kijken, naar de balletvoorstelling Viva Brasil in deSingel en naar Opera Mobile in het Hof Van Liere. Check www.uantwerpenplus.be voor meer info.



24/10/2016
🖋: 

De rubriek ‘proffenprofiel’ toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij menig student al jaren door het hoofd spoken; wat zijn/haar docent zoal op zijn brood smeert bijvoorbeeld. Professor Ria Janvier, professor (Sociale Zekerheids)recht, wordt dit keer bestookt met vragen.

In 1978 startte u uw opleiding Rechten aan de Universiteit Antwerpen. Hoe kwam u hierbij? Was het al lang uw droom om jurist te worden of was het eerder een toevallige keuze?

Rechten studeren was in mijn geval veeleer een toevalstreffer. Toen ik mijn diploma Latijn-Wetenschappen op zak had, stond ik voor een moeilijke studiekeuze. De Oudheid boeide me wel en de studie Klassieke Talen leek me een uitdaging. Klein probleem: ik had nooit Grieks gestudeerd in mijn vooropleiding en dit inhalen op drie maanden tussen het secundair en het universitair onderwijs leek me iets te riskant. De mythologie is me wel blijven boeien. Onze dochter draagt de naam Juno en haar broer hebben wij Thor gedoopt. Mijn alternatief was Geneeskunde. Als achttienjarige was het voor mij duidelijk dat ik nooit huisarts wilde worden, maar wel pediater. Hoe, dat gaat niet automatisch? Om te specialiseren, moet je vechten voor een specialisatieplaats en dat na zeven jaar studies? Dat vond ik er dan weer wat over. Ik wilde kinderarts worden, zo simpel was dat, toch in mijn hoofd. Dan maar andere pistes verkennen.

 

Op deze manier is het dus Rechten geworden. Toch beschouw ik mijn rechtenstudie niet als tweede keuze. Ik ben steeds geboeid geweest door wat er zich in de samenleving afspeelt. Naïef als ik was, dacht ik als achttienjarige dat recht en rechtvaardigheid goeddeels samenvielen. Verkeerd gedacht. Niettemin is en blijft recht voor mij nog steeds gericht op het hogere doel: het op een rechtvaardige wijze ordenen van de samenleving. Grappig was wel dat toen ik mij ging inschrijven aan de toenmalige UFSIA bij pater Peeters, deze laatste mij gek verklaarde om ‘slechts’ Rechten te gaan doen. Wel, ik heb nog nooit een moment spijt gehad van mijn keuze.

 

U studeerde af als Master in de rechten en dat met grootste onderscheiding. Zat u werkelijk elk moment met uw neus in de boeken of combineerde u deze studie ook nog met buitenschoolse activiteiten?

Als jullie dat vermoeden, dan moet ik dit vermoeden met klem ontkrachten. Ik ben behoorlijk georganiseerd en als het erop aankomt ook gedisciplineerd. Aan de toenmalige UIA bestond nog het trimestersysteem: tien weken les, een week blok, een week examen, twee weken vakantie. Klinkt als muziek in de oren, toch? Mijn planning? Vijf weken in neutrale stand. Week 6 en 7 gezapig naar eerste versnelling in de vorm van het opkuisen van de notities. Week 8 en 9 waren een poging om het breedsprakerig discours van (een aantal) proffen terug te brengen tot de essentie, met andere woorden een eigen samenvatting te maken. Tot slot kwam de blokweek en ging ik over naar vierde versnelling.

 

Voor mij was hardop blokken en de dingen aan mijzelf uitleggen echt wel een hulpmiddel. Als mijn moeke mij hardop ‘natuurrecht’ hoorde studeren en het ging over seksuele theorieĂ«n, heeft ze zich wel eens afgevraagd of ik wel degelijk Rechten studeerde. BTW, ik snap die materie nog steeds niet. Ander ongemakkelijk gevolg van het hardop blokken was wel dat mijn stem onder druk stond. Mondelinge examens resulteerden dan soms ook in fluistersessies.

 

Ik ben in de vijver gesprongen met het geld in de hand (...)
en daarna ben ik keurig naar de les Europees Recht van professor Eeckman gegaan.

 

Wat waren naast uw studie uw dagelijkse bezigheden als student?

Ik speelde tafeltennis omdat mijn vriendje tafeltennis speelde 
 Sportief ben ik totaal niets waard, maar alles voor de liefde. Wat nog? Jeugdbeweging, Chiro en scouts: leiding geven aan de welpjes van een nieuw opgerichte gemengde groep. Verder heb ik de meest uiteenlopende studentenjobs gehad. Poetsen toen ik 14 jaar was (dat mocht toen nog), rekken vullen bij de Carrefour, ledenlijsten afpunten bij de vakbond, en noem maar op. Ik eindigde met een studentenjob in een restaurant waar ik echt heb geleerd wat werken is. Geen eten tussendoor, hoogstens vlug een niet verorberde kroket van de feestdis tussen je tanden steken, zo ging dat. Aan het eind van mijn tweede licentie Rechten ben ik als kandidaat-praeses opgekomen met een superploeg, maar driewerf helaas: wij hebben nipt de duimen moeten leggen voor onze tegenploeg. Ik heb dus leren verliezen en daardoor ook mijn grenzen leren verleggen: geen praeses, ook goed, dan maar de uitdaging aangaan om met de grootste onderscheiding af te studeren.

 

Wat was het meest memorabele moment uit uw studententijd?

Het was een zonnige doordeweekse dag in mei 1982. Alle studenten troepten samen op het terras van het Kaf van de UIA, wat nu Campus Drie Eiken is. Op een bepaald moment sprong een student van de derde licentie Rechten in de aanpalende vijver. Blijkbaar ging het om een weddenschap voor een bak bier. Mijn reactie als studente toen was: “Dat doe ik ook!” Voor 500 BEF, dat was toentertijd toch wel een aardig bedragje. Prompt werd een omhaling georganiseerd en de rest kunnen jullie wel raden. Ik ben in de vijver gesprongen met het geld in de hand, heb een paar rondjes gezwommen, heb mijn natte kledij even opgefrist in de spoelbakken in het toilet en je gelooft het nooit 
 Daarna ben ik keurig naar de les Europees Recht van professor Eeckman gegaan. De geldbriefjes werden te drogen gehangen op de banken. De prof heeft niets gemerkt! Mijn medestudenten vonden dit top. En intussen is de euro er, maar wellicht heeft het een niets met het ander te maken.

 

U geeft les als professor aan de faculteit Sociale Wetenschappen en de faculteit Toegepaste Economische Wetenschappen. Wat denkt u dat de verschillen zijn tussen studenten van nu en die van twintig jaar geleden?

Eigenlijk is er niet zo veel verschil. Studenten zijn mondiger geworden en dat is doorgaans een positieve zaak. Maar studenten zijn en blijven studenten. De meesten zeer gedreven, zoekend en, zeker bij de start van hun universitaire studies, wat aarzelend en onwennig. Het verschil is wel dat wij als beginnende studenten echt nog schrik hadden van de professoren, iets minder van de assistenten, maar binnen de rechtsfaculteit vooral van de secretaresse. Geen haar op ons hoofd zou eraan gedacht hebben om bij de desbetreffende secretaresse te gaan klagen over het feit dat wij drie examens moesten afleggen op 24 uur tijd. Haar toorn zouden we niet hebben overleefd. Op de tanden bijten en gewoon doen. Dat is nu wel even anders en soms dreigt de slinger door te slaan. Het is evengoed een te verwerven competentie van een universitair geschoolde dat die zich weet te organiseren. Deze vaardigheid kan hem of haar zijn hele (beroeps)leven nog aardig van pas komen.

 

Er is vandaag aan onze universiteit nog steeds zoals vroeger een behoorlijk lage drempel tussen studenten en professoren. Daar zijn nu de zeer uiteenlopende communicatiekanalen (los van de sociale media) bijgekomen die het risico inhouden dat grenzen dreigen te vervagen. Ik ben steeds bereid om op vragen van studenten te antwoorden, maar wel onder een aantal voorwaarden. Mail vanuit jouw @student.uantwerpen.be-adres. Het doet er niet toe of je in jouw vrije tijd door het leven gaat als hotkipje@hotmail.com. Daar hebben wij als professoren geen zaken mee en dit is – voor alle duidelijkheid – geen fictief voorbeeld. Spreek de gesprekspartner ook op een beleefde wijze aan en dat geldt ook in het latere beroepsleven. De meest notoire aanspreking in mijn bestaan als prof was ‘kiekeboe’. Geen verdere commentaar.

 

Koen is de muis van de decaan aan het vangen.

 

Wat was het grappigste moment uit uw academische carriĂšre?

Al bij al heb ik niet al te veel zottigheden uitgehaald tijdens mijn academische carriĂšre. Ik spreek redelijk snel en soms overkomt een mens dan a slip of the tongue. Zo had ik het een keer over de dikke pieten in plaats van de hoge pieten. Het heeft even geduurd vooraleer ik doorhad waarom mijn studenten zaten te gniffelen.

 

Mijn grootste stoot heeft zich voorgedaan tijdens mijn lerarenopleiding. Nadat ik was afgestudeerd, besloot ik dat het wel nuttig was om mijn onderwijsvaardigheden aan te scherpen door het volgen van een bijkomende lerarenopleiding. Tijdens een stage in het Koninklijk Atheneum Schoten ben ik erin geslaagd om op een bepaald moment het krijtbord gewoon van de muur te trekken. Een redelijk hallucinante ervaring. Gelukkig zijn enkele leerlingen mij ter hulp geschoten. Na dit incident: ijzige stilte in de klas, ik kreeg echter de slappe lach en de hele klas heeft samen met mij een aantal minuten echt deugddoend gelachen. Super was wel de beoordeling van mijn stagemeester: “Weet op een vlotte manier om te gaan met onverwachte situaties.” Dat zal me altijd bijblijven.

 

Wat is uw grootste fobie?

Muizen. Af en toe worden we hier in de Meerminne mee geconfronteerd en dan ben ik even van mijn melk. Toen ik nog decaan was, heeft een van mijn gewaardeerde collega’s de jacht ingezet op een muis die in mijn kantoor rondwaarde. Wel hilarisch was dat toen in de gang weerklonk: “Koen is de muis van de decaan aan het vangen.” Duh 


 

 

Bedankt professor!



uitbaters in de studentenbuurt

22/10/2016
🖋: 

Zoals het elke zelfrespecterende studentenbuurt betaamt, is ook de Antwerpse rijk aan dorstlessende cafés en hongerstillende eetgelegenheden. Maar hoe goed kent de Antwerpse student man of vrouw achter toog of toonbak? dwars ging op de bier bij Katleen (Papa Jos) en Toby (De Prof), en stilde haar honger bij Linda en Christian (Nonius).

Papa Jos

Katleen “Anders noemen we het gewoon Papa Jos”, zei mijn lief droogweg toen we negen maanden na de overname nog geen naam voor het cafĂ© bedacht hadden. Mijn vader heet namelijk Jos en de vader van mijn lief heet Kamiel, maar de man wordt feitelijk door iedereen Jos genoemd. Papa Jos mag dus ontstaan zijn als een grapje, er schuilt wel betekenis achter.

 

Het is nu zo’n drietal jaar geleden dat we dit pand overnamen en omdoopten tot ‘Papa Jos’. Ook de vorige eigenaars baatten hier een cafĂ© uit: ‘De Jezuiet’. Een bekende en toepasselijke naam in de Antwerpse studentenbuurt die we echter onmogelijk konden behouden omdat het cafĂ© verzegeld werd wegens druggebruik. Met de slechte reputatie van het cafĂ© wilden we niets te maken hebben.

 

Drugs gebruiken is dan ook iets wat je absoluut niet in Papa Jos moet doen. De inrichting leent er zich ook helemaal niet toe: bollen nemen bij kaarslicht en jazzmuziek, wat heb je daar nu aan? Als ik mensen betrap die in het toilet een lijntje proberen te leggen, stamp ik ze stante pede buiten en plaats ik ze op de blacklist die ik in gedachten bijhoud.

 

 

Gelukkig vormen zulke deugnieten de grote uitzondering. De klanten van Papa Jos zijn voornamelijk filosofisch en artistiek aangelegd, en bewust met dingen bezig. Zowel studenten als proffen komen hier over de vloer. Ze zetten zich dan aan een tafeltje of in een van de zetels, maar aan de toog hangen ze niet want dat heb ik niet graag. In Papa Jos staan dan ook geen barkrukken: het is de bedoeling dat de klant zijn eigen ding doet en zich van de barman of -vrouw niets aantrekt. Lees, creëer, speel een spel, kom hier tot rust, maar ga alsjeblieft niet lallen aan de toog.

 

Een gekke anekdote om af te sluiten? Onlangs kreeg ik een mail van een vrouw die haar steunzolen kwijt was en zich afvroeg of ze niet toevallig in Papa Jos waren blijven liggen. Ik kan je vertellen dat ik ze niet heb gevonden.

 

De Prof

Toby Als je ziet hoeveel studentencafĂ©s er vroeger waren en hoeveel er vandaag nog zijn, en hoe weinig volk ze nog trekken, krijg ik het gevoel dat de student niet meer echt feest-minded is. Ze lijken hun dagen uit te kiezen. Op maandag gaan ze op cafĂ©, dinsdag naar een discotheek, woensdag blijven ze thuis en op donderdagavond – als ze dan nog geld hebben – zakken ze af naar Red and Blue. Vroeger kon je je klok erop gelijk zetten dat op een bepaald uur mensen binnenstroomden, maar nu vertrouw ik mijn uurwerk niet meer. Zouden veranderingen binnen de universiteit daarmee te maken hebben? Meer verplichte aanwezigheden, bijvoorbeeld? Ik weet het niet, maar zeker is dat ik minder mensen zie.

 

Er gebeuren nog elke week vreemde dingen, al dateert de meest memorabele gebeurtenis van een hele tijd geleden. Leden van Andoverpia hebben namelijk ooit de voordeur van De Prof dichtgemetst uit protest tegen de verhoogde bierprijs. Nadat we die mannen een vat gegeven hadden, kwamen ze de muur met plezier terug afbreken. Naast Andoverpia zijn hier ook heel wat andere clubs gehuisvest, zoals PSW, Sofia, de ingenieurs, enz. Zo goed als iedereen eigenlijk. In mijn eigen studententijd was ik lid van Vulcanis, maar een uitgesproken favoriet heb ik niet: ik zie al mijn clubs even graag.

 

Wat je hier niet moet doen is andere mensen lastigvallen. Je mag leute maken en op de vensterbanken staan, je mag hier roepen en tieren, dansen en zingen, maar andere mensen lastigvallen wordt niet gedoogd. Voornamelijk het vrouwelijk cliënteel dient gerespecteerd te worden. Soms zijn er gasten die hier eens nijpen en daar eens nijpen ... Dat is niet leuk. Bovendien is het belangrijk om vrouwen in huis te hebben: ze trekken op hun beurt mannen aan en zullen zelden vechten, wat bevorderlijk is voor de sfeer.

 

Natuurlijk heb je wel eens klanten die te zat zijn en dan beginnen trekken en duwen, of mensen die het niet kunnen laten om dingen te pikken. Toogmatjes en glazen worden vaak gestolen, maar ook met de zware lichtreclame zijn ze al gaan lopen. Toen een aantal gasten enkele tonnen Desperados probeerden mee te nemen, hadden we ze snel te pakken, want een Desperados-ton die opeens voorbijwandelt valt op.

 

Nonius

Linda en Christian De naam van onze broodjeszaak verwijst naar een noniusschaal, de extra schaal op een F-vormige schuifmaat waarmee je iets heel precies kan nameten. In Nonius streven we diezelfde perfectie na. Bovendien klinkt hij knap academisch en verschilt hij totaal van die van andere broodjeszaken als ‘In’t Broodje’ of ‘Bij’t Smoske’. Dat Nonius ook gebruikt wordt om een paardenras aan te duiden laten we even buiten beschouwing.

 

Het spreekt voor zich dat ons cliënteel grotendeels uit studenten bestaat, al valt het wel op dat er weinig middelbare scholieren komen consumeren, hoewel er een middelbare school in de Lange Winkelstraat gevestigd is. Misschien laten ze Nonius links liggen omdat hun smaakpapillen nog niet genoeg ontwikkeld zijn, waardoor ze onze soms ingewikkelde broodjes niet kunnen smaken? We bieden ook niet altijd de meest goedkope producten aan omdat ingewikkelde broodjes nu eenmaal meer kosten.

 

Als je achttien jaar een broodjeszaak in de studentenbuurt uitbaat, weet je wel wat de student graag heeft. Smoskes serveren we bijvoorbeeld zonder de gebruikelijke regenboog aan geraspte wortel, want probeer maar eens in het geniep tijdens de les een baguette-met-worteltjes te eten. Dat zou al snel een situatie opleveren zoals in het verhaal van Hans en Grietje, waarbij de prof de worteltjes maar hoeft te volgen om de hongerige snoodaard bij de lurven te vatten.

 

 

Tijdens de examenperiode, wanneer studenten eerder met stress dan een broodje in hun maag zitten, moeten we al eens optreden als surrogaatmoeder en -vader. Als een student ontroostbaar komt uithuilen, slaan we een goei babbeltje en verzekeren we hem dat hij niet meer dan zijn best kan doen. Dat sommige klanten nog in examenmodus verkeren wanneer ze Nonius binnenwandelen – we bevinden ons dan ook zo dicht bij het examenlokaal – wordt duidelijk als ze vragen naar het verschil tussen een wit en bruin broodje. Eerst lachen we de vraag weg, maar als de klant ons hulpeloos blijft aanstaren daagt ons de ernst van de situatie en proberen we toch het verschil duidelijk te maken.

 

Het leuke aan onze zaak is dat we onze klanten zien toekomen als 'oudere' tiener en na drie of vijf jaar zien vertrekken als 'jonge' volwassene. Sommigen komen zelfs speciaal afscheid nemen. In alle eerlijkheid gezegd: daar doen we het voor.



22/10/2016
🖋: 

Al een tijdje zijn ze aanwezig op de verschillende campussen van UAntwerpen, maar nimmer bekend bij studenten: de waterkraantjes voor het nuttigen van drinkwater. Ze zijn voorzien van een wit-blauwe sticker met een drinkfles en de slogan: 'Stop Wasting. Tap Water', waarmee niet de verspilling van kraanwater wordt bedoeld; de oplettende lezer had dit natuurlijk al begrepen. De waterkraantjes zijn geplaatst in het kader van duurzaamheid, evenals de herbruikbare flessen die sinds kort te koop zijn in de verschillende studentenresto's.

Enkele weken geleden werden deze herbruikbare flessen geĂŻntroduceerd op de campussen Drie Eiken en Middelheim en als laatste was het de beurt aan de Stadscampus. dwars was van de partij en kan haar lezers van bijkomende informatie voorzien.

 

Montreal

We spraken met An Op de Beeck, de algemene coördinator van de komida-studentenrestaurants. Het idee van waterkraantjes en herbruikbare flessen zat volgens haar al langer in de hoofden van het komida-team en raakte in een stroomversnelling door een studente die in Montreal, Canada studeerde. Daar is het idee van al veel meer ingeburgerd. Deze studente van UAntwerpen vertoefde vorig jaar in de Oost-Canadese stad en inmiddels schrijft ze haar scriptie over het onderwerp, zo is de ecologische bal gaan rollen.

 

studentproof

Mevrouw Op de Beeck weet ons verder te vertellen dat het project vorig jaar al voorbereid werd, maar dat er toen niet genoeg tijd was om kraantjes te plaatsen. Zo nam de oplevering van de gebouwen D en I van Campus Middelheim en gebouw Z van de Campus Groenenborg te veel tijd in beslag. Dit semester zal de Dienst Infrastructuur verschillende kraantjes uittesten en afwegen welke kraantjes het meest studentproof zijn. Nadien zullen deze kraantjes worden bijgeplaatst.

 

De studentenrestaurants droegen duurzaamheid al langer hoog in het vaandel en het doel is om met de waterkraantjes, en de herbruikbare flessen, ook de studenten warm te maken voor duurzaamheid. Al die plastic flessen die studenten weggooien staan namelijk ver af van dat ideaal en dus wil men zoveel mogelijk herbruikbare flessen in de aula zien.

 

Wie al deze info rondom duurzaamheid leest, staat uiteraard te springen om zo spoedig mogelijk een herbruikbare fles aan te schaffen. Deze flesjes zijn voor € 12,00 per stuk te koop in alle studentenresto's en men is aan het kijken naar mogelijkheden voor meer verkooppunten. Het gebruik van de waterkraantjes, om bijvoorbeeld je flesje te vullen, is overigens wel gratis.

 

#instagram/facebook

Wie een flesje koopt, ermee op de foto gaat en deze op Instagram met de hashtags #komidauantwerpen of #komida, of op de Facebookpagina van komida plaatst, kan een lunch winnen. Tevens zit er bij elk flesje een koelelement, zodat je je water altijd koel kunt drinken.

 

Op het onderstaande plannetje zie je hoeveel van deze fameuze waterkraantjes zich bij jou op de campus bevinden:

 

 



22/10/2016
🖋: 

Sinds 2011 is het Vlaamse medialandschap een radio rijker. In Antwerpen werd Stereo 03 opgestart, de radio voor en door studenten. Nu, vijf jaar later, was het tijd voor een frisse wind met de nodige veranderingen. dwars ging eens een kijkje nemen bij één van hun vergaderingen om meer te weten te komen over deze enthousiaste radiomakers!

Om half acht kwam ik toe bij Kavka, het onderkomen van Stereo 03. Vijf minuten later stond ik in ‘the basement’, die door hen bezet wordt. Ik kreeg direct een stoel aangeboden en luisterde nog even hoe twee nieuwe studenten werden ingeleid in het radiogebeuren. Vervolgens trokken ze de studio in en was het voor mij tijd om een babbel te slaan met de ancien van Stereo 03: Bram.

 

Sinds vorig jaar kent Stereo 03 een boost aan presentatoren. Op dit moment werken er rond de twintig vrijwilligers, die zowel voor als achter de schermen werken. Dit jaar wordt er vooral ook gelet op de visualiteit van de radio. ‘Het is belangrijk voor de radio dat we meer herkenbaar worden en dat we op die manier meer studenten naar ons kunnen krijgen. Dit kan als luisterpubliek, maar ook creatievelingen mogen zich aanmelden om Stereo 03 sterker te maken. We proberen de studenten van nu op te leiden, zodat we een volgende generatie kunnen creĂ«ren die het van ons kan overnemen. Studenten die graag bezig zijn met radio kunnen hier genieten van een enorme vrijheid. Ze kunnen hun eigen programma samenstellen en krijgen dus de kans om zich uit te leven. Studenten mogen hier op hun bek gaan en eruit leren om zich zo volledig te kunnen ontplooien.’

 

Stereo 03 is dus een broedplaats voor iedereen die een passie heeft voor media. Je hoort het goed, niet alleen mensen met passie voor radio kunnen er terecht, maar ook studenten met passie voor event en communicatie. Ben je een creatieve duizendpoot? Dan biedt Stereo 03 jou een thuis!

 

Wie weet word je de volgende Sam De Bruyn? Of baan je je net als Dorianne Aussems, die ook bij Stereo 03 is begonnen, een weg naar MNM!

 

Benieuwd? Luister dan zeker via www.stereo03.be