verslaafd aan games?

wanneer het spel een obsessie wordt
06/04/2016

“Een spel met een hoge verslavingsfactor.” Je leest het wel vaker in gamereviews. Maar hoe verslavend zijn games nu echt? En bestaat er eigenlijk wel zoiets als een gameverslaving? Het antwoord: we weten het nog niet. Momenteel is er een debat aan de gang of gameverslaving in de DSM-5 moet worden opgenomen als verslaving of dat het geklasseerd moet worden als obsessive-compulsive disorder. Wat we wel weten is dat heel wat jongeren problemen hebben om hun gamegedrag onder controle te houden. Dat zegt Tom Evenpoel van de Vereniging Alcohol en Drugs (VAD).

"We krijgen zo'n honderdtal oproepen per jaar in verband met gamen. In zeker opzicht zou je dat veel kunnen noemen omdat je toch niet meteen verwacht dat mensen aan de drugslijn denken wanneer ze vragen hebben over gamen", zegt Tom Evenpoel. Drie vierde van de oproepen komen van bezorgde ouders. We merkten dat er veel vraag is naar meer informatie over gamen, vooral van ouders die vaak in het ongewisse blijven. De gamers zelf die we aan de lijn krijgen vertonen soms wel tekens van verslaving, maar wij nemen die term niet graag in de mond. Dat gaat dan over zaken als meer en langer gamen dan ze zelf van plan waren, moeite hebben om te stoppen, andere aspecten van het leven die verwaarloosd worden enzovoort."

 

geen plezier meer buiten het spel

Wanneer gamegedrag zo uit de hand loopt dat het je hele leven in beslag neemt, kan dat ten koste gaan van je studies. Louis is 26 jaar en begon in het laatste jaar van de basisschool de MMORPG (massively multiplayer online roll-playing game) Dark Age of Camelot te spelen. Toen hij naar de unief ging, liep zijn gamegedrag uit de hand. Hij ging al snel niet meer naar de lessen en bleef thuis om te gamen. Omwille van zijn verslaving maakte Louis zijn studies nooit af. In de vijf jaren dat hij studeerde aan de universiteit, slaagde hij er niet in een diploma te behalen. “Op het ergst gamede ik tussen de zes à acht uur per dag. Eigen aan de games die ik speelde, is dat je heel de tijd beloningen krijgt waardoor je brein voortdurend gestimuleerd wordt. Studeren was in vergelijking erg traag, saai en weinig belonend. Ik begon mijn studies te verwaarlozen en dat leverde slechte cijfers op. Dat zorgde voor heel wat schuldgevoelens. Ik was voortdurend aan het liegen, tegen mijn ouders en tegen mezelf.”

 

“In veel gevallen creëren ouders meer problemen dan ze verhelpen. Ze beschouwen games vaak als negatief of nutteloos, terwijl dat net de enige toevlucht is van hun kind. Een gameverslaving tast je eigenwaarde aan. De echte wereld wordt alsmaar minder aantrekkelijk, dus zoek je zingeving in die virtuele wereld waar je zo geborgen bent. Na een tijd vond ik enkel nog plezier in het spel zelf. Door mijn gameverslaving was ik vergeten te investeren in mezelf en vergooide ik mijn kansen op een toekomst. Mijn leeftijdsgenoten staken me in gestaag tempo voorbij en de interimjobs die ik deed waren deprimerend en uitzichtloos. Ik was bleek, had een slechte conditie en kwam amper buiten. Aan een lief geraakte ik niet. Toen ik werd afgewezen door een meisje dat ik echt zag zitten, stelde ik me de vraag: zou ik met mezelf willen samenzijn? Het antwoord was nee. Ik had niks te bieden.”

 

“Toen heb ik beslist om te stoppen met gamen. Het moeilijkste is om na een verslaving terug plezier te vinden buiten het spel. Ik ben terug beginnen leren, sporten, werken en heb zo mezelf terug leren kennen. Ik heb veel inspiratie gehaald uit meditatie, iets waar ik vroeger eerder lacherig over deed. Dit heeft me echt geholpen om terug in het moment te leven, zonder onbewust in mijn hoofd voortdurend naar de gamewereld uit te kijken.”

 

casual gamen lukt niet meer

Louis is nu al drie jaar gestopt met gamen. Soms speelt hij nog wel FIFA met vrienden, maar van MMORPG’s blijft hij weg. “Casual gamen doe ik niet meer", zegt Louis, "na drie jaar voel ik geen verleiding meer, maar aanvankelijk maak je de kans om te hervallen voor jezelf te groot als je terug casual gaat spelen."

 

Ook S. uit Antwerpen kent dat probleem. “Toen ik mijn vierde middelbaar moest bissen begon ik erg veel World of Warcraft te spelen. Ik was goed en bouwde al snel een zekere reputatie op in het spel. Op schooldagen speelde ik tot zeven uur per dag en in de weekends zat ik non-stop achter mijn pc. Tijdens de zomervakantie ging ik zo erg op in het spel dat ik zonder het te beseffen een doorligwonde had gekregen van mijn kapotte bureaustoel, waarvan de rugleuning beschadigd was. Ik heb het litteken nog steeds. Ik heb toen redelijk snel beseft dat mijn gamegedrag problematisch was en ben daarna geminderd en uiteindelijk gestopt. Ik weet van mezelf heel goed dat ik nooit meer met een MMORPG mag beginnen. Als je zo goed bent geweest als ik, dan kan je dat competitiebeest in jezelf niet meer bedwingen en dreig je weer in het spel gezogen te worden.”

 

“De hardnekkigheid van zo’n gameverslaving kan je eigenlijk goed vergelijken met een rookverslaving”, zegt Mark Frederickx, stafmedewerker bij het psychiatrisch centrum Broeders Alexianen in Tienen. Frederickx werkte lang met alcohol- en drugsverslaafden, maar specialiseert zich sinds zo’n tien jaar ook in problematisch gamegedrag en internetgebruik, iets waar hij steeds vaker mee geconfronteerd werd. “Wanneer je heel erg vaak iets doet waar je genot van krijgt, zoals in mijn geval roken, dan worden die prikkels ergens in je hersenen als een bestandje op je harde schijf opgeslagen. Dat bestandje raakt na verloop van tijd misschien wel ondergesneeuwd en in onbruik, maar wordt nooit verwijderd. Wanneer je diezelfde prikkels later, nadat je gestopt bent, terug activeert, komt al die opgeslagen informatie terug vrij en zit je al snel weer aan je vroegere gebruik.”

 

De Amerikaanse psychologe Maressa Orzack ging ooit zover om te suggereren dat videogames net als pakjes sigaretten moesten worden voorzien met een waarschuwende boodschap over het risico op verslaving. Volgens Orzack zouden spelontwikkelaars zoals Blizzard, ontwikkelaar van o.a. World of Warcraft, hun producten bewust verslavend maken om geld te verdienen. Maar dat games even verslavend zijn als sigaretten wil Frederickx niet gezegd hebben. "Negentig procent van de gamende jongeren ontwikkelt geen problematisch gamegedrag. Van de groep die het wel doet, is nog een kleiner deel werkelijk verslaafd. Bij roken daarentegen is het risico op verslaving veel hoger. Uit mijn eigen ervaring blijkt bovendien dat diegene die vatbaar zijn om echt verslaafd te worden aan games, meestal ook te kampen met andere psychische aandoeningen zoals ADD of autisme.”

 

hoeveel is te veel?

Maar vanaf wanneer beschouwen we gamen dan als problematisch? Hoeveel uur per dag mogen we met andere woorden gamen vooraleer we het risico lopen om verslaafd te worden? Volgens Frederickx hangt dat steeds af van de omstandigheden. “Bij sommige patiënten kan dat drie uur zijn, bij andere heb ik dan weer liever dat ze helemaal niet meer gamen en sommigen mogen van mij gerust tien uur per dag gamen zonder dat ik mij daar zorgen over maak. Wat vooral belangrijk is, is wat je naast het gamen nog allemaal doet. Ga je nog naar school? Werk je? Spreek je buiten je online vrienden nog af met vrienden IRL (in real life, nvdr.)? Zolang je buiten je gamegedrag nog op een gezonde manier in het leven staat en er niet helemaal door in beslag genomen bent, dan zit het waarschijnlijk nog wel goed.”

 

Wie uiteindelijk juist de ernst van de situatie bepaalt, blijft een moeilijke kwestie. De gamer in kwestie, de ouders en de geraadpleegde specialist zouden in de ideale wereld steeds op dezelfde lijn zitten, maar in realiteit nemen zij vaak erg uiteenlopende posities in. Wanneer ouders zich zorgen maken en hun kind ontkent dat er een probleem is, moet Frederickx als specialist in de eerste plaats de rol van bemiddelaar op zich nemen. “Meestal krijg ik ouders over de vloer die zich zorgen maken om hun kind. In sommige gevallen is het meteen duidelijk wanneer er een probleem is. Soms gaat het kind bijvoorbeeld niet meer naar school of wordt de persoonlijke hygiëne verwaarloosd … De ergste gevallen wassen en voeden zich niet meer degelijk en plassen bijvoorbeeld achter hun bureau in een fles. Ik heb zelfs iemand begeleid die het gewoon in zijn broek deed zodat hij maar niet hoefde stoppen met gamen."

 

niet afkicken maar praten

Toch is het voor Frederickx niet gemakkelijk om rechtstreeks contact te leggen met jongeren met problematisch gamegedrag. Vaak verloopt zijn werk via tussenpersonen, in de meeste gevallen via de ouders. De drempel om bij hem aan te kloppen is groot, en het helpt natuurlijk niet dat hij werkt vanuit een psychiatrische kliniek. De psychiatrisering van problematisch gamegedrag is dan ook terecht controversieel. Toen in 2006 de mediagenieke Keith Bakker in Nederland een afkickkliniek voor gameverslaafden opstartte deed dat heel wat stof op waaien in de media. Een programma van vier weken dat je zou met je verslaving zou helpen. Kostprijs: 500 euro per dag. De kliniek is ondertussen al weer even gesloten en Bakker zelf zit in de gevangenis wegens seksueel misbruik van patiënten.

 

“Kijk, als ik veel geld wil verdienen dan richt ik morgen ook een afkickkliniek op voor gameverslaafden ergens op een eiland in de Bahama’s. Ik zoek de juiste sponsors en maak een opname erg duur zodat de gegoede klasse meteen overtuigd is. Maar daar geloof ik niet in. Pas op, er bestaan knappe en goed uitgewerkte programma’s die werken met opname, maar in het geval van Keith Bakker waren de meeste van zijn patiënten na een paar maanden toch weer in hun oude gewoontes hervallen. Ik geloof meer in dialoog en een goede begeleiding van de ouders. Volgens mij kan er nog veel meer gebeuren op preventief vlak, zoals ouders sensibiliseren om steeds afspraken te maken met hun kind over gamen.”

 

"Vaak is de relatie met de ouders al grondig verzuurd wanneer ze bij mij terecht komen, zelfs tot op het punt dat er gewoon niet meer gecommuniceerd wordt. Ouders zijn meestal de enigen die dicht genoeg bij iemand met een gameverslaving staan om werkelijk een verschil te maken. Alle studies wijzen erop dat jongeren willen praten over games. Belangrijk is dat ouders interesse tonen in de hobby van hun kind. Wanneer een kind na het gamen uit zijn kamer komt, wordt daar aan tafel nauwelijks over gesproken. Eigenlijk moeten ouders net zo geïnteresseerd zijn als wanneer hun kind terugkomt van bijvoorbeeld een voetbalwedstrijd: ‘Hoe was de match? Heb je goed gespeeld?’ Wanneer ouders terug met hun kind praten is het de bedoeling om ze te laten onderhandelen met elkaar. Dat gaat in het begin over kleine zaken: afspraken over samen eten, beloven om naar school te gaan … Later kunnen dan ook afspraken worden gemaakt over wanneer en hoe lang er gegamed mag worden.”

 

“Ik vraag nooit van mijn patiënten om volledig te stoppen met gamen. Getouwtrek met computers en het uitschakelen van de elektriciteit leidt enkel tot agressie en een verdere verzuring van de relaties. Dat maak ik ook altijd meteen duidelijk aan ouders die tot bij mij komen. Op die manier probeer ik vanaf het begin een vertrouwensband op te bouwen met mijn patiënten. In de mate van het mogelijke laat ik hen tijdens mijn sessies ook hun laptop meebrengen zodat ze hier kunnen gamen terwijl ik met hen praat. Eigenlijk ga ik dan met hen een soort joint venture aan. Ik ben zestig jaar en begeef me op het vlak van games vaak op onbekend terrein. Ik stel hen veel vragen over games en stel daar dan op mijn beurt mijn ervaring als verslavingsdeskundige tegenover.”

 

niet doemdenken

“Momenteel is gameverslaving een probleem dat zich wat in de marge bevindt omdat het zich vooral situeert bij schoolgaande jeugd en daarom niet echt erkend wordt als een maatschappelijk probleem. Ik verwacht dat dat binnenkort zal veranderen wanneer mensen in toenemende mate geconfronteerd zullen worden met problematisch game-gedrag op het werk. Dat het probleem de komende jaren zal toenemen is voor Frederickx vanzelfsprekend. “De gaming-industrie is op dit punt groter dan de film- en de muziekindustrie tezamen. Het is logisch dat er dus ook meer problemen zullen komen met gameverslaving. Of dat de verantwoordelijkheid is van de spelontwikkelaars, daar ga ik mij niet over uitspreken.”

 

Toch is Frederickx geen doemdenker: “Voor mij is gamification vooral een positief verhaal. We vinden steeds meer manieren om creatief te werken met games en daar leren we ontzettend veel van. Daarbij zijn games ook gewoon erg knap en mooi. Persoonlijk vind ik bijvoorbeeld Grand Theft Auto een prachtig gemaakt spel. Er is maar een kleine minderheid die effectief in de problemen komt door het spelen van games. De meesten die problematisch veel gamen in hun jeugd groeien eruit wanneer ze op zoek gaan naar een lief, werk en een eigen woonst. Maar dat wil niet zeggen dat we de minderheid die een verslaving ontwikkelt zomaar mogen verwaarlozen. Al bij al ben ik er van overtuigd dat we met dat probleem zullen leren omgaan. Tegenwoordig wordt er al veel meer onderzoek naar gedaan dan toen ik begon. Het probleem zal toenemen, maar onze kennis erover ook.”

 

 

Bang dat je verslaafd bent? Surf naar www.druglijn.be/drugs-abc/gamen/risicos om te testen of je risico loopt op een verslaving of bel 078 15 10 20 voor een gesprek.

 

Wil je stoppen met gamen maar ondervind je problemen? Louis probeert met zijn website www.winreallife.com als lifecoach ook andere mensen te helpen om hun gameverslaving te overwinnen.