Het is de laatste tijd voortdurend in het nieuws, het is het onderwerp van de kinder- en jeugdboekenmaand en je kan er niet meer naast kijken. Gender en seksualiteit is hot and happening, maar hoe progressief zijn we nu eigenlijk écht? We hebben afgesproken met Valerie, Sophie en Kat. Hoe verschillend ze op het eerste gezicht ook lijken, één ding hebben deze vrouwen alvast met elkaar gemeen. Ze doen alle drie lekker wat ze willen en het kan hen niet schelen wat andere mensen daarvan denken. Een tafel vol womanpower dus, daar vuren wij maar al te graag onze vragen op af.
whatever floats your boat
Valérie is postoperatief transgender, wat inhoudt dat ze geboren is als man maar nu als vrouw door het leven gaat, met alles erop en eraan. “Ik voel me honderd procent vrouw, en wat andere mensen daarvan denken kan me niet schelen”, vertelt ze ons overtuigd. Al is dat natuurlijk wel gemakkelijker gezegd dan gedaan.
Ze merkt dat mensen nog steeds raar opkijken als ze praat, omdat haar stem soms redelijk laag is. De transgenderkring van het Roze Huis in Antwerpen was een grote hulp en later kon ze ook bij de vzw Atthis terecht. De steun van die laatste verenging kwam er wel pas redelijk recent bij. Vroeger mochten er namelijk geen transgenders binnen in vrouwenverenigingen zoals Atthis, enkel vrouwen en mannen die al een operatie hadden ondergaan. En zo merken we meteen dat het hokjesdenken nog lang niet tot het verleden behoort, zelfs niet binnen de LGBTQ-community zelf.
Verenigingen zorgen dus voor een vangnet, maar tegelijkertijd ook voor verdeling. Voor Kat, die als bestuurslid van de vrouwen-/lesbische beweging WIJ heel actief is in de holebiwereld, de Antwerp Pride en Active Company, waren de vrouwenverenigingen een plaats om thuis te komen. En voor dat thuiskomen is Antwerpen blijkbaar de place to be. “Er zijn in ons land heel weinig vrouwenverenigingen in het algemeen, maar Antwerpen bezit de meeste infrastructuur en is het meest gay friendly”, getuigt Kat. Voor studenten en jongeren tot ongeveer dertig jaar zijn er de Flamingo’s en Enig Verschil, en ook voor de oudere dames zijn er twee organisaties.
Tussen 30 en 45 is er echter een gat. Daarom richtte Kat samen met twee vriendinnen WIJ op, een vereniging die activiteiten organiseert voor jong en oud. Als we hen vragen of deze verenigingen nog wel nuttig en nodig zijn – we zijn tenslotte 2017 en iedereen is nu toch wel tolerant – worden we onthaald op heel wat ja-geknik. “Er is steeds meer geweld”, zegt Sophie. Sinds de aanslagen is ze op straat meer op haar hoede. Die waren geen directe aanval op de community, maar door het algemeen toenemende geweld is ze voorzichtiger. De verenigingen zijn dus nog altijd van groot belang om jezelf te durven zijn, ook in het openbaar. Toch is Sophie er intussen zelf geen actief lid meer van. Ze is studietrajectbegeleider aan UAntwerpen en is trots op wie ze is: “Ik ben wie ik ben en ik hoef mezelf niet meer te profileren. Vroeger had ik dat wél nodig, omdat ik op zoek was naar wie ik was. Maar na al die jaren is mijn geaardheid nog slechts één aspect van wie ik ben en zeker geen hoofdzaak meer.”
Ze vindt de verenigingen echter wel erg belangrijk en kijkt dan ook met trots naar mensen als Kat die zich ook nu nog ten volle inzetten. “De gemeenschap heeft mensen als Kat nodig omdat we nog steeds met een generatie zitten waarbij het echt taboe was om op hetzelfde geslacht te vallen.” Valérie ziet vandaag gelukkig toch al wel wat meer openheid. “Ik woon in een boerendorp en heb eigenlijk nog maar van twee mensen negatieve commentaar gekregen. Zelfs de oudere mensen in mijn straat vinden het helemaal oké en ik ben deel van de vriendengroep.” Haar beste vriend is bovendien een Tunesiër en moslim. “Je merkt dat de mensen er meer en meer voor open staan. Het is vooral in steden, op straat dat mensen nog raar kunnen opkijken en dingen zeggen achter je rug.”
pashokjesdenken
Wat mensen vooral moeilijk lijken te begrijpen, is dat Valérie nog altijd gewoon op vrouwen valt. Er bestaat dus nog steeds een groot misverstand in onze samenleving. Sekse, gender en seksualiteit zijn niet hetzelfde en dat beseffen veel mensen niet, vertelt ook Sophie. Iemand die fysiek man is, voelt zich niet noodzakelijk man. Een man die vrouw wil worden is niet altijd homo en een homo voelt zich ook niet per se vrouw. Ongeveer vijf procent van de transmannen voelt zich nog steeds aangetrokken tot mannen en meer dan vijfentwintig procent van de transvrouwen is nog altijd voor de vrouwen.
Maar ook dat is nog te zwart-wit. Homo, lesbisch, bi, trans, het zijn allemaal categorieën waarin mensen geduwd worden. “Ik ben voor de persoon die ik tegenkom”, zegt Valérie eenvoudigweg. “Meestal zijn dat vrouwen en daarom identificeer ik me als lesbisch. Maar misschien kom ik morgen wel een leuke man tegen.” Niet alle mensen passen in een hokje en de grens is soms moeilijk te trekken. Wanneer stop je met crossdressing en vanaf wanneer ben je echt een vrouw? Misschien moeten we dus stoppen met alles en iedereen in hokjes te duwen en mensen gewoon laten zijn wie ze zijn. “We moeten zijn wie we zijn, dan zijn we op ons best”, vat Sophie mooi samen.
Maar wordt op evenementen als de Pride niet toch weer in hokjes gedacht, vragen we ons af. “Dat is misschien wel zo, maar het is ieders eigen vrije keuze”, klinkt het. “Sommigen willen wel in een hokje zitten en identificeren zich echt als homo.” Het probleem wordt echter een stuk lastiger wanneer het over gender gaat.
De hele problematiek is daar net verbonden aan de identificatie met een bepaald geslacht. Sommigen voelen zich noch vrouw, noch man, maar anderen identificeren zich net heel sterk als man of als vrouw. De hokjes afschaffen is dus geen goed idee. Hier laten we iedereen beter de vrije keuze: m, v of x.
knip
Wettelijk kan dat echter nog niet. Je bent m of v, niet x. Van geslacht veranderen kan, maar daarvoor moet je voor de wet als man nog altijd eerst alle medische procedures (inclusief sterilisatie) doorlopen hebben voor je officieel als vrouw door het leven kan gaan, en omgekeerd. Dat houdt in dat je je soms ongewild als transgender moet outen terwijl je eigenlijk gewoon als man of vrouw door het leven wil gaan. Ook aan de universiteit kan dit vervelende situaties veroorzaken. Stel je maar eens voor dat je als transgender je examen gaat afgeven en je studentenkaart moet tonen. De foto en naam daarop komen misschien helemaal niet meer overeen met je uiterlijk en je moet onvrijwillig je hele situatie nog eens uitleggen. De universiteiten zijn zich bewust van de situatie en er komt stilaan een duidelijker beleid. Ook op politiek vlak zit men niet stil. Het wetsontwerp van minister van Justitie Koen Geens (CD&V) en staatssecretaris voor Gelijke Kansen Zuhal Demir (N-VA) om de verplichte medische procedure af te schaffen, is ondertussen goedgekeurd, maar het is toch opmerkelijk dat zoiets anno 2017 nog altijd een issue moet zijn.
Concreet zal binnenkort een eenvoudige administratieve procedure bij de burgerlijke stand volstaan om wettelijk van geslacht te veranderen. Opvallend is dat het wetsvoorstel voorziet dat kinderen vanaf twaalf jaar al een nieuwe voornaam kunnen kiezen. Vanaf zestien kan ook het geslacht worden aangepast op de geboorteakte. Maar is dat wel een goed idee? Hoe goed kan een kind weten of hij/zij wel echt van het andere geslacht wil zijn, of dat het zich gewoon niet goed voelt binnen de gendernormen van onze samenleving? Je een meisje voelen en ook echt een meisje worden, zijn twee heel verschillende dingen. “Als je zestien jaar bent, denk je de hele wereld te kennen, maar er valt nog zoveel te ontdekken”, bedenkt Sophie luidop.
Aan de ene kant mogen we heel blij zijn dat de transgenderwetgeving al zo ver staat, maar aan de andere kant blijven we ons toch afvragen: is dit wel een goed idee? Die bezorgdheid hebben ook de vrouwen zelf. “Ik ken iemand die tien jaar jonger is, geboren als een jongen, maar ze wilt een meisje zijn”, vertelt Valérie. “Het lijkt haar allemaal veel te lang te duren, maar langs de andere kant is ze nog zo jong!” Ook Kat vreest dat het te jong is. Zelf voelde ze zich vroeger heel erg een jongen. “Als negenjarige schreef ik liefdesverhalen waarin ik een jongen was.” Maar als we vragen of ze nooit echt een jongen wilde worden, zegt ze nee. “Ik ben gelukkig als vrouw nu. Toen ik relaties begon te hebben, werd die behoefte om me als man te gedragen minder en ergens was er zelfs een soort angst. Zouden vrouwen mij wel nog willen als transman?” En daar wringt net het schoentje met dit wetsvoorstel. “Had ik die mogelijkheid gehad op mijn zestiende, dan had ik het misschien toen wel gedaan. Maar ik ben nu blij dat ik het niet gedaan heb. Toegegeven, ik wissel nog steeds in mijn gevoel tussen het man en vrouw zijn, en meestal voel ik me meer man dan vrouw. Maar dat gevoel is niet sterk genoeg om er verder iets mee te doen. Ik heb wel om medische redenen mijn borsten laten verwijderen en bewust niet gekozen voor een reconstructie.”
In hoeverre wordt een kind hier dus in beïnvloed? Misschien is de oplossing gewoon dat we kinderen niet in hokjes opvoeden. Action Man én Barbie voor iedereen! Dan hebben kinderen ook niet snel de neiging om zichzelf in een ander hokje te steken en kunnen ze op latere leeftijd nog beslissen of ze de hele procedure willen ondergaan.
Er is dus vanalles aan het gebeuren, maar ook nog vanalles te doen. Veel hangt samen met het informeren en sensibiliseren. Als mensen niet begrijpen wat het is, gaan ze het ook nooit écht accepteren. Aan deze vrouwen zal het niet liggen, zij hebben na ons gesprek waarschijnlijk met hun drieën nog heel de nacht doorgepraat.
Heb je vragen over gender en seksualiteit? Neem dan via het STIP contact op met de Dienst voor Studieadvies en Studentenbegeleiding (03 265 48 72, stip@uantwerpen.be) of contacteer de holebifoon (0800 99 533, vragen@holebifoon.be).
- Login om te reageren