op tijd kan je niet bouwen

editoriaal

11/02/2018

De tijd is een smeerlap. Het is een gedachte die ik als kind tot waarheid bombardeerde. De uren vlogen voorbij wanneer de seconden net traag moesten wegtikken. En andersom. Zoveel jaar later verdenk ik de tijd er nog steeds van spelletjes met ons te spelen.

Zo leek de voorbije anderhalve maand evenveel tijd van ons te vragen als het volledige afgelopen semester. Bovendien ging de wekker steevast een kwartier te vroeg. Of een halfuur. Welja, een uur. We konden ons toch evengoed nog even omdraaien, verder snoozen? Iedereen weet toch dat slaap het geheime ingrediënt is om je leerstof stevig te huisvesten in je examenbrein? We hadden tijd. Of maakten onszelf dat wijs. En mispakten ons meermaals – slapen is immers verraderlijk tijdvretend.

Het ontwaken na de examenperiode kende een ander ritme. Na een anderhalve maand eenzame opsluiting barstte de grijze zeepbel die mijn bureau, koelkast en fietstochtjes naar het moment suprême omsloot. Ik heb weer bewegingsruimte die verder reikt dan de afstand naar de wc en terug. Ademruimte die frisser is dan het aroma van de geurkaars die mijn tien vierkante meter probeerde op te vrolijken. Hoofdruimte die dwars weer onderdak kan bieden.

Voor even waren we weer vogelvrij. De dagen boden opnieuw razendsnelle minuten die we naar eigen wens mochten verdoen. We werden langzaam sociaal wakker. De eerste middag-TD’s waren weer een feit, de skireizen vertrokken en roadtrips raakten ondergesneeuwd. We konden best leven met dit nieuwe leven.

En voordat we het goed en wel beseften, vlogen die punten al aan. Of jullie nu een ijskoude douche of een reden tot vreugdedansje bezorgd kregen, vlogen jullie al goed geluimd het tweede semester in? Of is één week lesvrij voor jullie nog niet voldoende om het spreekwoord 'vroeg uit de veren' eer aan te doen? Je zou alvast de eerste niet zijn. De tijd is een smeerlap.