no hablo español

de nieuwe online taalcursussen aan UAntwerpen onder de loep

16/11/2016

Misschien zag je het ook voorbijkomen deze zomervakantie en begin september. Een mailtje van onze vorige rector Alain Verschoren himself, waarin hij de nieuwe online taalcursussen aan UAntwerpen opmerkelijk hoog de hemel in prees. Alle studenten die ingeschreven zijn in het academiejaar 2016-2017, inclusief masterstudenten in het diplomajaar, kunnen een licentie aanvragen op het online platform ‘Altissia’. Voor een luttele tien euro kan je vanuit je luie zetel een jaar lang je talenkennis Engels, Frans, Duits, Spaans, Italiaans en Nederlands verbeteren, van niveau A1 (beginneling) tot C1 (gevorderde). Klinkt goed, niet? Of is het allemaal too good to be true? dwars stuurde redacteur Amaury, student tolken en gepassioneerd polyglot, op onderzoek uit.

Professor Verschoren mag er dan wild enthousiast over zijn, bij de taalexperts in spé van de opleiding Taal- en Letterkunde was er veel kritiek op het platform te horen. Zij moesten Altissia vorig jaar al verplicht gebruiken tijdens de lessen Engels en ook zij wezen op de onnauwkeurigheid bij de niveaubepaling en zagen de meerwaarde van de modules niet in. Engels is natuurlijk wel een taal waar de meeste studenten – en zeker taalstudenten – al een vrij brede basis van hebben. Het leek me daarom interessant om het platform eens onder de loep te nemen voor een taal waar ik nog niets van kende. En voor tien euro kunde ni sukkelen, dacht ik.

 

déjà vu

Onze universiteit heeft toch al een groot aanbod taalcursussen die je naast je opleiding kan volgen? De modules op het online platform zijn echter specifiek gericht op taalgebruik in alledaagse situaties en Altissia lijkt zo het kleine broertje van de Linguapolis-cursussen te moeten worden, die zich op onder andere academisch taalgebruik richten en overigens veel duurder zijn. Op Altissia moet je je bovendien ook niet voor elke taal apart inschrijven. Door één keer tien euro te betalen krijg je toegang tot het materiaal van alle zes aangeboden talen, terwijl je bij Linguapolis als UAntwerpen-student per taal tussen de 295 en de 495 euro kwijt bent.

 

Ook studenten die vorig jaar op Erasmus zijn geweest komt het platform waarschijnlijk bekend voor. De niveautest is exact dezelfde als die van het Online Language Support (OLS) die Erasmus+-studenten tegenwoordig moeten afleggen voor en na hun verblijf. Studenten wier niveau ondermaats was om een semester in het buitenland tot een goed einde te brengen, konden met behulp van OLS hun niveau verbeteren.

 

proficiat, u bent een natuurtalent

De niveautest bleek – en blijkt – echter vrij onrealistisch te zijn. Net voor mijn Erasmus-verblijf in Oostenrijk vorig jaar oordeelde OLS dat ik C2 had, wat onmogelijk is na slechts twee jaar Duitse colleges. Ook dit jaar prees Altissia mijn Spaans en bekroonde me meteen met B1, terwijl mijn kennis echt wel beperkt is tot ¿donde está la biblioteca? en ¡hola supermercados, telebancos por aquí! Ik kon echter, net zoals bij de Duitse Erasmustest, heel veel van de context en kennis van andere talen afleiden en door de kunst van eliminatie het juiste antwoord van de multiplechoicevraag kiezen.

 

En ik denk dat daar meteen al het probleem ligt. De taaltest – en ook de cursus zelf, zo bleek later – is zeer sterk gericht op passieve kennis. Dat werd al duidelijk toen ik les één opstartte, het alfabet en de cijfers. Het cursusmateriaal was volledig en correct, maar bij de oefeningen moest je enkel ‘herkennen’: de metalen stem sprak een cijfer of letter uit en ik moest het juiste teken invullen, in plaats van me in omgekeerde zin te vragen naar de uitspraak van de tekens. De kritiek van de studenten Taal- en Letterkunde lijkt dus inderdaad gegrond te zijn.

 

 

 

enamorada boom boom?

Terwijl ik echter op de beats van Belle Perez en Enrique Iglesias mijn volgende pasos op het platform neem, merk ik dat er toch meer in het platform zit dan op het eerste gezicht lijkt. Bij de woordenschatlessen biedt Altissia vier verschillende oefeningen aan: eerst luister- en leesvaardigheid, dan vertaaloefeningen, daarna dictee, en tot slot mondelinge oefeningen. Vooral dat laatste is interessant, aangezien het mondelinge aspect vaak ontbreekt bij digitale taalcursussen. Via hun vocal recognition system worden niet enkel de gebruikte woorden, maar ook de uitspraak zelf geëvalueerd.

 

Er zijn ook specifieke oefeningen voor businesswoordenschat die je nodig hebt in professionele contexten zoals het bankwezen, vergaderingen en communicatie. Daarnaast zijn er ook grammaticaoefeningen met per probleem een aparte niveautest, oefeningen en eindtest. Bovendien zijn er ook nog oefeningen die je woordenschat bijbrengen om in concrete situaties je mening te kunnen verdedigen, al zijn er maar een beperkt aantal thema’s beschikbaar en is het ook sterk gericht op passieve kennis en argumentatieanalyse in plaats van op eigen productie.

 

het laatste oordeel

Basically krijg je met die tien eurootjes ‘inschrijvingsgeld’ dus een hele volledige grammatica- en taalvaardigheidscursus van zes verschillende talen en kan je die kennis aan de hand van de oefeningen up-to-date houden. En zoals dat eigenlijk altijd gaat met het leren van een taal en eigenlijk eender welke leerstof: als je echt in de diepte wil gaan, is eigen motivatie en initiatief vereist. Dat gecombineerd met het uitgebreide materiaal op het Altissia-platform brengt je al heel ver. Zeker en vast een betere manier om een taal te leren dan de lyrics van Que viva la vida en Bailando op te zoeken en proberen mee te kwelen op die zwoele beats (guilty). En met het deelnamecertificaat dat je van het platform kan downloaden, kan je aan meer mensen dan enkel je geïrriteerde buren bewijzen dat je die liedjesteksten meester bent. Sorry Monique en Gilbert!