masterstages: the new kid on the block

27/10/2016
🖋: 

Studenten Taal- en Letterkunde en Geschiedenis zullen zeker en vast al ondervonden hebben dat er grondige renovatiewerken zijn uitgevoerd in hun opleidingen. Een van de uitkomsten hiervan is de mogelijkheid om nu een stage te volgen in je masteropleiding. Tijd om deze nieuweling eens grondig onder de loep te nemen.

geboortekaartje

Wat praktische en algemene info over deze pasgeboren masterstages mag zeker niet ontbreken. Ten eerste moet het misverstand uit de wereld dat deze stages verplicht zijn. Als je dus geen zin hebt in de administratieve rompslomp, motivatiebrieven schrijven of je al onder ‘de grote mensen’ te begeven (#studentforlife), no worries, je kan ook gewoon een keuzevak kiezen om die 6 studiepunten op te vullen. Maar als je de heimat (aka de bib) wel eens wilt verlaten, vraagt Taal- en Letterkunde 150 uren effectieve stage en Geschiedenis 120. Die uren worden in overeenkomst met de stagementor van de stageplek in je schema gepast. Bij Geschiedenis komen hier nog 12 uren hoorcollege bij, en het enige wat je rest te doen, is een portfolio schrijven.

 

“En hoe slaag ik hier dan voor?”, horen we jullie al vragen. Wel, voor Taal- en Letterkunde zit het zo: 60 procent van je resultaat staat op dat portfolio, geëvalueerd door de stagebegeleider van UAntwerpen, en 40 procent van je resultaat hangt af van de tevredenheid van je tijdelijke werkgever. Voor Geschiedenis is de verdeling echter 80-20. Er zit wel een addertje onder het gras voor studenten met een individueel traject: je kan niet aan je masterstage beginnen als je nog bezig bent met je bacheloropleiding of een schakel-/voorbereidingsprogramma! Gelukkig is het mogelijk om een uitzondering aan te vragen, maar als die niet wordt toegekend, zal je je masterstage een jaartje moeten uitstellen.

 

 

weg met het onderwijscliché

Waarom nu al de studentenbank (parttime) verlaten en je laten bevelen door een werkgever? Valerie Rousseau, coördinatrice voor de masterstages bij Taal- en Letterkunde, geeft een heleboel redenen. “Met de masterstage beogen we een nauwere band te creëren tussen de opleiding en het werkveld. Je wordt bijgestaan door professionals, waardoor je veel ervaring opdoet. Die ervaring is enorm belangrijk voor werkgevers, dat merken we ook aan het enthousiasme van de organisaties en bedrijven om een stageplek bij ons aan te bieden. Tijdens de stage vergroot je ook je netwerk en kan je al contacten leggen voor later, en iedereen weet dat de juiste mensen kennen heel belangrijk is voor het vinden van een job. Een stage doen is dus een absolute win-winsituatie.” Er zijn nog redenen om een stage te verkiezen boven een keuzevak. Een stage helpt je inzicht te verwerven in de professionele wereld en je eigen capaciteiten. Dat kan dan weer helpen bij het kiezen van verdere studies of om al meteen te gaan werken. Een keuzeopleidingsonderdeel is misschien makkelijker te regelen, maar met een stage heb je wel een voordeel wanneer je gaat solliciteren. “Grijp die kans”, zegt Rousseau, “want volgend jaar is het wel the real deal hoor!”

 

Toch zijn er slechts weinigen die de kans gegrepen hebben dit jaar. Bij Taal- en Letterkunde zijn er maar 25 inschrijvingen (op een totaal van 110 studenten) voor de masterstage, en bij Geschiedenis kiezen slechts 10 van de 36 nieuwe masterstudenten voor een stage. Dat valt tegen. Heeft de masterstudent last van koudwatervrees? Misschien moeten we dit wat nuanceren, de masterstages zitten natuurlijk nog in een opstartfase en alle begin is moeilijk. Maar er klinkt toch wat teleurstelling bij de stagementoren. Want een van de andere drijfveren voor de nieuwe masterstages voor Taal- en Letterkunde en Geschiedenis is toch ook om het cliché uit de wereld te helpen dat iedereen met dat diploma in het onderwijs terechtkomt. Met het redelijk uitgebreide aantal aangeboden stageplekken willen deze opleidingen bewijzen dat er wel degelijk meer toekomstmogelijkheden zijn voor afgestudeerden in de taal- en letterkunde of geschiedenis. En dat je niet al op voorhand voorbestemd bent om leerlingen de dt-regel voor de honderdste keer uit te leggen of het jaar 1302 er elk jaar opnieuw in te rammen. Er zijn stageplaatsen in onder andere uitgeverijen, musea, bibliotheken, productiehuizen, en zelfs tv- of radiozenders. Voor de geboren opvoeders onder ons zijn er jammer genoeg geen stageplaatsen in middelbare scholen.

 

nakomelingetje?

We kunnen ons afvragen waarom Taal- en Letterkunde en Geschiedenis nu pas komen aandraven met masterstages, terwijl dat in andere masteropleidingen al jarenlang een vaste waarde is. Maar eigenlijk is dat best logisch: de opleidingen Biochemie, Geneeskunde of Revalidatiewetenschappen en Kinesitherapie, om er maar een paar te noemen, zijn veel meer beroepsgericht en vereisen praktijkervaring om te mogen starten in de professionele wereld. Taal- en Letterkunde en Geschiedenis hebben een veel ruimer profiel en afgestudeerden komen in heel uiteenlopende takken van het beroepsveld terecht. Bij eerder praktische opleidingen zijn de stages -want meestal zijn er ook al stages in de bachelorjaren bij deze opleidingen- dan ook verplicht en langer, in tegenstelling tot de nieuwe masterstage van Taal- en Letterkunde en Geschiedenis.

 

De nieuwe masterstage bij Taal- en Letterkunde en Geschiedenis kan dan wel niet zo noodzakelijk zijn als bij de meer praktische opleidingen, maar is daarom zeker niet te verwaarlozen. Het staat enorm goed op je cv, je doet niet te missen ervaring op, legt al belangrijke contacten en ga zo maar door. Kiezen voor the new kid on the block in plaats van voor het oud en vertrouwd keuzevak, is dus zeker het overwegen waard.