de (bij)les lezen

kosten-batenanalyse

07/09/2017
🖋: 

Dagelijks worden we met e-mails en flyers van bijlesinstanties om de oren geslagen, maar ook medestudenten die op zoek gaan naar meesterbreinen zijn talrijk aanwezig op onze sociale media. De vraag naar en het aanbod aan bijlessen lijken wel onuitputbaar. Zijn bijlessen booming business voor repetitorbureaus of voor studenten met een aangeboren gave om leerstof verstaanbaar aan de man te brengen? Wat zijn nu werkelijk de kosten en baten ervan? En waarover hebben studenten hun bedenkingen bij heel het bijlesgegeven?

Wij zochten het voor jou uit op basis van een enquête bij 129 studenten, waarvan 87% een studentenkaart van de Universiteit Antwerpen op zak heeft en die voornamelijk aan de faculteiten Letteren en Wijsbegeerte, Farmaceutische Wetenschappen en Geneeskunde verbonden is.

 

booming business

Van onze 129 deelnemende studenten nam ongeveer 12% dit jaar bijles, voornamelijk bij bekende bijlesinstanties als Studant en Medaxis. Hierbij doen vakken als statistiek (33%), economie (20%) en chemie (20%) het goed. Hoewel slechts een kleine 7% van onze respondenten te rade gaat bij medestudenten, blijken die laatsten toch een belangrijke rol te spelen in de ‘bijleswereld’. Zo geeft bijna 29% zelf bijles in de vorm van individuele privéles. Zij staan voornamelijk ten dienste van middelbare scholieren (75%) en slechts in een minderheid van de gevallen (40%) van eerste bachelorstudenten. Het gaat daarbij in de eerste plaats om vakken als wiskunde, chemie, Frans en fysica.

 

kosten

Wanneer we vroegen naar het kostenplaatje, varieerden de antwoorden bij de bijlesnemers sterk. Zo’n 33% meende per uur tussen de 25 en 30 euro te moeten betalen, terwijl zo’n 27% sprak over minder dan 10 euro. Dat prijsverschil is vermoedelijk verbonden aan de keuze van de instantie en het aantal uren dat de student neemt. Wat dat laatste betreft, gaf de meerderheid van onze respondenten aan dat ze een heel jaar door bijlessen bijwoonden. De bijlesgevers zelf hebben het over prijzen tussen de 10 en 25 euro, waarvan de grote meerderheid zelf meer dan 80% ontvangt.

 

onkosten

Toch blijkt zo’n 23% van de bijlesgevers slechts tussen de 50% en 70% te ontvangen van wat de bijlesinstantie vraagt ter vergoeding van één uur bijles. Een anonieme bron* meldt ons dat de lesgever slechts een fractie van deze vergoeding ontvangt en dat bijlesinstanties er zelf dus een aardig centje aan overhouden. Hij stelt dan ook dat het goedkoper voor bijlesnemers en voordeliger voor bijlesgevers zou zijn om rechtstreeks afspraken te maken en privélessen te nemen. Toch wenst hij dit standpunt te nuanceren. Enerzijds benadrukt hij het belang van de ‘tussenpersoonservice’ die de instanties aanreiken. Zij vormen namelijk een belangrijke schakel in dit hele systeem door de juiste bijlesgevers aan de scholier/student te koppelen en door pedagogische ondersteuning te bieden. Anderzijds stelt hij vast dat er bij het geven van privélessen tevens onkosten opduiken, die niet altijd gecompenseerd worden. Het gaat dan hoofdzakelijk over vervoersonkosten (benzine, openbaar vervoer, tijd onderweg …).

 

baten

Een belangrijke vraag omtrent bijlessen is allicht of het nemen ervan de sleutel tot succes betekent. Voor zo’n 40% van de bijlesnemers bleek dat althans het geval te zijn. Toch gaf ook zo’n 40% aan niet te slagen tijdens de eerste zittijd. Van die groep slaagde uiteindelijk 53% alsnog in de tweede zittijd. Hoewel deze cijfers niet geheel rooskleurig lijken, meent 87% van onze respondenten toch tevreden te zijn over het volgen van bijlessen. Deze tevredenheid wordt grotendeels bewerkstelligd door het verhoogde inzicht in de voorheen onbegrijpelijke leerstof, de goede begeleiding en persoonlijke opvolging, maar ook door het ruimere tijdskader waarbinnen nieuwe leerstof verwerkt kan worden. Daarom zou 93% bijlessen aan medestudenten aanraden.

 

randglosse

We vroegen aan een paar medestudenten wat ze zelf nog op te merken hadden over het nemen en/of geven van bijlessen. Hierbij gaven enkele studenten aan dat bijlessen niet altijd nodig zijn, maar eerder een vorm van zekerheid en geruststelling betekenen voor veel studenten en hun ouders. Verder zijn, zo vermoedde een geneeskundestudent, bijlessen niet voor elk vak opportuun. Zo zou het vergaren van tips en manieren om grote hoeveelheden leerstof te leren verwerken meer rendabel zijn dan bijlessen over het vak as such. Desalniettemin betreurde een andere student het tekort aan bijlessen in exacte wetenschappen en vindt hij bijgevolg dat de Universiteit Antwerpen op deze leemte zou moeten inspelen.

 

Tot slot bleken een paar studenten misnoegd over de verhouding tussen de gevraagde vergoeding van de bijlesinstantie en het aandeel dat de bijlesgever er zelf aan overhoudt. Ook schuwden ze de woorden ‘oneerlijke concurrentie’ niet. Zo zouden sommige bijlesinstanties meer naambekendheid kunnen verwerven via studentenclubs, Facebookgroepen en exposure op de campussen. De Universiteit Antwerpen reageerde hierop door te stellen dat de universiteit zelf geen toegevingen doet aan commerciële spelers die van haar infrastructuur gebruikmaken. Op die manier wordt voorkomen dat de perceptie ontstaat dat er een link is met de Universiteit Antwerpen die een kwalitatieve werking zou garanderen. De (on)tevredenheid, de kosten en baten omtrent dit hele bijlesverhaal lijken te variëren van persoon tot persoon. Daarom zei een bijlesgever me ooit dat bijlessen wel degelijk een sleutel tot succes kunnen betekenen zolang de bijlesnemer er zelf maar genoeg tijd en energie insteekt, ook buiten de (bij)lessen.

* Omwille van contractuele redenen kon onze bron zijn naam en die van de organisatie niet bekend maken.