Alles moet weg, Tom Lanoyes zinderende romandebuut uit 1988, heeft zijn kracht nog niet verloren. Met ironische flair en stilistisch meesterschap fileert Lanoye een samenleving waarin alles verhandelbaar is – zelfs de mens. In het universum van Tony Hanssen, een vroegtijdig afgehaakte rechtenstudent die zich een geboren handelsreiziger waant, bestaan geen grijstinten: je verkoopt of je wordt verkocht, je wint of je verliest.
Tony koopt een aftandse Ford Transit, vult die met flacons en folders en doorkruist Vlaanderen om “mooi verpakte lucht” aan de man te brengen. Wat begint als een lachwekkende picareske roman vol blufpraat en bravouretaal, ontaardt al snel in een tragikomische tocht vol mislukkingen, zelfbedrog en marginaliteit. Achter elke vlotte verkooppitch groeit de leegte.
De roman bevat ook brieven aan studievriend Soo, waarin Tony zijn leven voorstelt als een succesverhaal. Maar de façade van groot spraak en verzinsels houdt geen stand: Soo (en de lezer) doorziet moeiteloos de tegen strijdigheid tussen woord en werkelijkheid. Die brieven zijn onthullend én schrijnend – de pose van Tony brokkelt langzaam af.
Lanoye toont zich al in dit romandebuut een virtuoos stilist: speels en flamboyant, maar ook genadeloos. Zijn taal schakelt moeiteloos tussen juridische terminologie, cafépraat, bravoure en bekentenis. Zelfs de vorm van de tekst – elk hoofdstuk begint met grote letters die regel voor regel kleiner worden – weerspiegelt Tony’s afglijden.
Toch is Alles moet weg meer dan een satirische verkopersfabel. Onder de stilistische acrobatiek schuilt een diepere, postmoderne identiteitscrisis. Tony’s leven is een performance: zijn taal is geen brug naar de werkelijkheid, maar een wapen tegen de angst die erachter schuilgaat. In een wereld waarin alles verkoopbaar is, moet ook de ‘ik’ voortdurend herverpakt worden. Tony’s lef blijkt vooral een wanhopige poging tot zelfbehoud.
Hoewel sommige verkoopsituaties wat voorspelbaar worden, blijft Lanoye boeien dankzij zijn trefzekere observaties en literaire flair. Tony’s avonturen – van bruiloft tot bankoverval – zijn grotesk, maar ook herkenbaar menselijk. Hij is een fantast die denkt het spel te beheersen, maar erin verzwolgen wordt.
Lanoye spaart zijn protagonist niet, maar juist daardoor toont hij hoe dun de grens is tussen zelfbedrog en zelfvernietiging. Alles moet weg is een vlijmscherpe, geestige én pijnlijke roman over de prijs van illusie. En waar Tony faalt als verkoper, triomfeert Lanoye als auteur: hij verkoopt niets minder dan een briljant portret van menselijke overmoed.
Mocht je je na deze literatuur onderdompeling nog niet genoeg verzwolgen voelen door de wereld van woorden, kom dan gerust langs op mijn Bookstagram: @jn_gts. Daar kun je je verder verliezen in nog meer boekrecensies!
- Login om te reageren