Van 10 februari tot 26 maart loopt de Dagen Zonder Vlees-campagne. Die is bedoeld om het besef over de impact van onze voedingsgewoontes op het milieu te vergroten en onze ecologische voetafdruk te verkleinen. Dwarse redactrice en omnomnomnivoor Jutta doet er nog een schepje bovenop en gaat helemaal de geitenwollensokkentoer op als veganist. Ware het niet dat de geitenwollensokken in de kast moeten blijven want veganisme betekent afstand doen van alle dierlijke producten. Bye bye honing, geen cappuccino tussendoor en dag lederen handtassen en dito schoenen. Een mens moet wel gek zijn.
drie onzevaders en twee weesgegroetjes
Het is zo ver, ik heb gezondigd. En ik heb er voor mogen boeten ook. Het zat zo: ik moest naar een begrafenis en was uitgenodigd op de koffietafel. Een mooie traditie waarbij de tristesse van de eigenlijke uitvaart wegebt en vaak plaats maakt voor zeer levendige taferelen, waarbij de heldendaden van de overledene centraal staan. De traditie wil dat er naast koffie en thee steevast een ruim assortiment pistoleekes, charcuterie en koffiekoeken op tafel staat. Omdat ik vind dat tradities gerespecteerd moeten worden en omdat ik in een vorig leven (vier weken geleden om precies te zijn) dol was op boter, kaas en hesp – om over chocoladebroodjes en croissants mét boter nog te zwijgen – besloot ik om niet dwars te gaan liggen als veganist aldaar. In my defence: het enige veganistisch verantwoorde voedsel was een door midden gesneden kerstomaat die ter versiering bij de charcuterie lag. Dat noopte mij tot een broodje met kaas – wél nog braaf vegetarisch –, nog eentje, maar dan met boter erbij en toen liep het helemaal uit de hand. Een opsomming van wat ik allemaal heb gegeten zou echt te gênant zijn, maar met de kernwoorden ‘hesp’, ‘salami’, ‘vleessla’, ‘croissantje’ en ‘half chocoladebroodje’ kom je al een heel eind. Als je iets doet, moet je ‘t goed doen zei ik stoer, maar een paar uur later piepte ik al wat minder luid: omdat mijn hele spijsvertering is afgesteld op plantaardige voeding heb ik de rest van de dag liggen kermen van de buikpijn. That’s what they call Karma.
Wie het nu waagt om triomfantelijke "zie je wel, eens een vleeseter, altijd een vleeseter" te zeggen, maakt een zware onderschatting. Niet alleen ben ik meteen na mijn schandalige uitbarsting gewoon doorgegaan met planten eten, ik begin paradoxaal genoeg echt mijn draai te vinden in die veganistische levensstijl. Ik vind het niet meer vreemd om overal eten mee naartoe te slepen, hoewel ik niet had gedacht mijn brooddoos ooit nog nodig te hebben na de middelbare school. Wanneer ik kook, kost het me geen moeite om lekkere recepten te vinden en die indien nodig te veganizen. Chili sin Carme en een simpele tomatensaus met kappertjes zijn écht wel een goede basis voor volwaardige diners. De jongens in de keuken van het restaurant waar ik werk, beginnen te onthouden dat ik mijn groentjes senza niente (‘zonder niks’) eet. Ze rollen zelfs al niet meer met hun ogen als ze mij m’n bord vol vitamientjes geven en zijn waarlijk onder de indruk van mijn volharding. Hen heb ik natuurlijk niet verteld over het pistolet-incident, zo goed is mijn Italiaans nu ook weer niet.
body and mind
Op zondag 6 maart vond in Antwerpen de Urban Trail plaats, een parcours van 12,5 kilometer door, op en onder de stad. In de massa van tienduizend deelnemers liep een opvallende figuur: groengeschilderd van kop tot teen vroeg deze joggende selderstengel om aandacht voor een veganistische levensstijl. In diezelfde massa liep ook een onopvallende figuur, minder springerig dan de selder, maar minstens even springlevend en al even plantaardig. Die 12,5 kilometer liep ik op m’n (roze) sokken uit, de cake die we onderweg kregen aangeboden sloeg ik af. Om maar te zeggen: lichaam én geest varen wel bij dat veganisme. En nee, ik heb de roze cava die mijn trouwe loopvriendin me na afloop inschonk niet gecheckt op barnivore (website waar je kan controleren of een merk van bier of wijn veganistisch is), maar dat is nog steeds minder schandalig dan een vreetbui op een begrafenis.
Een stemmetje in mijn hoofd waagt het om af en toe te fluisteren "wat als je nu eens veganist bleef, ook nà Dagen Zonder Vlees?" Ik heb me alvast voorgenomen om op Pasen, als de vasten gedaan zijn en er wéér zo’n berg pistolets op me wacht, minstens margarine te smeren in plaats van echte boter.