Een kleine selectie van de redactie zit ‘s avonds laat in het lokaal. Het is net geen middernacht. De laatste lege vlakken in huidige dwars worden langzaamaan opgevuld. Een fotograaf en eindredacteur proberen de auteur van dit stukje af te leiden met grapjes over ‘Prior de Post-Egel’ (foto rechtsonder), die ze willens nillens op deze achterflap willen zien. Ik weiger categoriek. U merkt wie het hier voor het zeggen heeft.
De esthetische reflex van sommigen ijvert voor drie lege vlakken in plaats van dit gezeik. “Ik zal het overwegen.” Maar eigenlijk droom ik van de lente die door het terrasjesweer en deze natuurfoto’s mijn bronstigheid aanzwengelt.“ Wat komt ‘s nachts tot leven, en prikt als je eraan likt?” U merkt dat de zwoele lentebriesjes de grappen in het lokaal tot een ongekend niveau tillen.
“Welke slangen weven een web?” is ook een van de raadseltjes die aan de wervelende breinen van de huidige vormgevers ontspruit. Het antwoord vind je linksonder. Maar je kan het ook aan onze goede vriend Noël de Spin-doctor vragen. Lacht u mee? Wij proberen. Maar de lente roept te sterk.