Wat nu écht met de crisis, de beurzen en onze economie? Iedere maand laten we met Capitant, de studentenvereniging die studenten inleidt tot en begeleidt naar de financiële markten, economische en financiële onderwerpen aan bod komen. Ook dit jaar gidst 'Het marktsegment' je door het beursnieuws heen, zonder vast te lopen op de moeilijke en ingewikkelde concepten. Wij leggen ze hier uit in mensentaal.
Het woord crisis is tegenwoordig niet meer uit ons leven weg te denken. Elke dag hoor je erover. Werkloosheid, te hoge loonkosten, oplopende schulden van de Eurolanden, en ga zo maar door. Niets of niemand lijkt nog positief te zijn over de economieën. Daarenboven smijten ze met termen als PIIGS, BIITS en BRIC (*) naar je hoofd. Dat allemaal om de landen te categoriseren. Geen kat die trouwens gelooft dat het crisis is als je de positieve voortgang van de beurzen volgt of de volle restaurants en de volgeboekte hotels ziet.
De klassieke spaarrekening en zijn lage rente
De dag van vandaag brengt ons spaarboekje niets meer op. Maar hoe komt dat nu eigenlijk? De rente die banken uitkeren op de spaarboekjes wordt bepaald door de basisrente van de centrale bank. Aan deze basisrente kunnen de gewone banken geld lenen. Als de basisrente laag is, zal de rente die de banken aan spaarders uitkeren ook laag zijn. De ECB heeft in mei van dit jaar het rentetarief herleid naar 0,5%, wat op zijn minst een historisch minimum kan worden genoemd. Het zal je dan ook niet onduidelijk zijn waarom de gewone banken een uitzonderlijk lage rente geven op de spaarboekjes. De reden voor de lage basisrente is te wijten aan verschillende aspecten. Enerzijds de financiële crisis, anderzijds zijn we voor onze grondstoffen ook afhankelijk van andere landen. Daarnaast is de Belgische economie in het begin van dit jaar enorm verzwakt. Onze staatsschuld liep in het eerste kwartaal op tot 394 miljard euro of 104,5 procent van het bruto binnenlands product (BBP). Ook ons monetaire beleid had dus aanpassingen nodig. Ondanks deze lage rente blijven mensen sparen. In juni dit jaar stond er ongeveer 245 miljard euro op de spaarboekjes. Dit bedrag zou voldoende zijn om alle beursgenoteerde bedrijven op de Brusselse beurs op te kopen, wetende dat ze samen een marktkapitalisatie van ongeveer 240 miljard euro vertegenwoordigen.
Jonge aanwinsten
Het zal je dus niet gek in de oren klinken als er meer mensen bereid zijn om te beleggen. Volgens de bank ING is er zelfs een opwaartse tendens van jongeren die in aandelen beleggen. Uit hun onderzoek bij 406 beleggers blijkt dat 23 procent van de jongeren van plan is om aandelen te kopen. Logisch ook, want van sparen word je niet rijk. Integendeel, de inflatie staat dit moment op 1,01 procent (**). Dit vergeleken met de rente op de spaarboekjes, die nergens veel hoger zal zijn dan de inflatie, zorgt ervoor dat je verlies maakt als je je geld op je spaarboekje laat staan. Overigens zijn er verschillende mogelijkheden om kennis te maken met de beurs. Denk bijvoorbeeld aan de beleggerscompetitie van Knack en het KBC-beursspel, waar je met fictief geld aandelen en andere beleggingsinstrumenten kan kopen en verkopen. Bovendien kan je online ook fictieve beleggingsportefeuilles aanhouden bij banken en kranten, met name ING, De Standaard en De Tijd. Hoewel het een goede oefening is, moet je zeker in het achterhoofd houden dat je geneigd zal zijn om meer risico te nemen bij fictieve portefeuilles.
Nog een lange weg te gaan
De crisis is nog lang niet voorbij, maar op korte termijn is er wel economisch herstel merkbaar. Dit is te danken aan het positieve aspect van het lage rentetarief van de Europese Centrale Bank. Doordat de rente laag wordt gehouden, kunnen bedrijven goedkoop leningen aangaan om te investeren waardoor er plaats is voor economische heropleving. Maar de economie groeit onvoldoende om zekerheid te geven op lange termijn. Structurele veranderingen in het systeem zijn dus zeker een must, denk maar aan de onstabiele financiële sector en de problemen in verband met de pensioenen en de werkloosheid. Om het in de woorden van John F. Kennedy te zeggen: “Crisis betekent zowel gevaar als opportuniteiten”. Het is nu de kunst om de opportuniteiten op te zoeken zonder de gevaren uit het oog te verliezen.
(*) PIIGS (Portugal, Ierland, Italië, Griekenland en Spanje) zijn de landen die zwaar getroffen werden door de eurocrisis. BIITS (Brazilië, Indonesië, India, Turkije en Zuid-Afrika) zijn landen die kwetsbaar zijn door een groot tekort op de lopende rekening. BRIC (Brazilië, Rusland, India en China) zijn de grootste groeilanden.
(**) Inflatiepeil van augustus 2013