Geen zichzelf respecterend blad zonder buitenlands nieuws, dachten wij. Elke maand bieden we daarom een buitenlandse student de kans zijn visie op de actualiteit te delen. Ditmaal trokken we naar onze zuiderburen in het land van kaas en wijn. Daar raakt men stilaan in vervoering van de nakende presidentsverkiezingen. Onze collega’s van het studentenblad InFocus aan het Institut d'études politiques de Paris, beter gekend als Sciences Po, stonden ons graag te woord en maken hun grote ergernis kenbaar over de kiescampagnes.
Het stond in de sterren geschreven dat 2012 het jaar van de politiek zou worden in Frankrijk. Dit jaar wordt er namelijk een nieuwe president verkozen en de campagnes zijn reeds op gang geschoten. De voornaamste kanshebbers lijken aftredend president Nicolas Sarkozy en zijn uitdager op links, François Hollande te zijn. Ondanks hun rivaliteit vinden ze elkaar terug in een gedeelde stilte als het over buitenlands beleid gaat. Het voelt dan ook wrang aan vast te moeten stellen dat er een grote leegte schuilt in de debatten tussen de traditionele kandidaten voor het presidentsambt. Nogmaals, wat zijn hun plannen met het buitenlands beleid?
Europa is geen buitenland
De financiële en tevens economische crisis, de staatsschuld die aandikt van dag tot dag, legale en ook minder legale migratie, maar eveneens het woningprobleem, het zijn topics die de campagne beheersen. Meer belastingen voor hogere inkomens, het herstellen van de concurrentiekracht van Franse ondernemingen en de turbulentie in de eurozone en de Europese Unie domineren voorts de discussies die de dames en heren politici ten heden in Frankrijk voeren. Quasi geen enkel debat doet vermoeden welke plaats zij Frankrijk nu net toekennen in de mondiale wereld.
Men zou kunnen beargumenteren dat debatten inzake de Europese Unie en de eurozone de Fransen maar matig kunnen boeien, maar om precies te zijn behoort de Europese politiek al lang niet meer uitsluitend tot de buitenlandse politiek. Integendeel, er is een sterke verwevenheid met de nationale politiek. De Europese Unie is zelfs een zodanig tastbare realiteit geworden in het leven van de Fransen dat Brussel meer en meer op de administratieve hoofdstad van ons land begint te lijken, in plaats van op een entiteit die van de nationale arena losgekoppeld is.
Wereld schreeuwt om aandacht
Nu de eerste debatten evenwel achter de rug zijn, blijkt dat het woord slechts zelden aan experts in de internationale politiek werd gegeven. Vaak praat men dan ook over politiek zoals we die voerden vlak na de Tweede Wereldoorlog, georiënteerd op de staat – om niet te zeggen nationalistisch – en vergeet men hoe multipolair en verweven de wereld vandaag wel niet is geworden. “The world is flat”, aldus Thomas Friedman, waarmee hij doelde op de economische groei van de twintigste eeuw die slechts mogelijk werd door revoluties in de communicatie- en transportsector. Of men vergeet hoe zelfs banale zaken zoals de moedige wanhoopsdaad die Mohamed Bouazizi (Tunesiër die zich in brand stak en zo de Arabische Lente uitlokte, nvdr.) stelde, dramatische gevolgen kunnen hebben voor de ganse wereld, Frankrijk incluis.
Tot op heden heeft echter nog geen enkele van de kandidaten een van de internationale problemen durven aansnijden die het begin van de eenentwintigste eeuw zo sterk domineerden. Hoe kunnen we Afghanistan op een ordentelijke manier kunnen achterlaten na alle problemen die het Westen er creëerde? Wat voor houding moeten we aannemen tegenover Iran? Wat te doen in Syrië en andere staten die hun eigen burgers aanvallen, maar schijnbaar eeuwig de steun genieten van enkele grootmachten? En hoe om te gaan met de nieuwe bewegingen en tegenbewegingen in de Arabische wereld; contreien die na decennia van dictatuur plots bevrijd zijn.
Sluier van nationale thema’s
De voorstanders van een fervent realisme antwoorden dat al deze problemen de politieke agenda van een land dat niet direct betrokken is, niet mogen bepalen. Maar wat dan te zeggen over het feit dat wat zich vandaag nog afspeelt in de marge van de wereld, ons morgen al rechtstreeks grote zorgen kan baren. Achter de democratische stabiliteit van een Egypte dat verlost is van Hosni Moebarak schuilt de hoop op vrede van een hele regio. Is het zelfs nog nodig er aan te herinneren dat de enige uitweg uit de economische crisis, de zwaarste sinds 1929, een antwoord op globaal niveau is? De BRIC-landen zouden alleszins veel meer betrokken moeten worden bij de besluitvorming en regulering op dit vlak.
Meer dan ooit lijkt de buitenlandse politiek dus een beslissend gegeven om in het achterhoofd te houden bij de nationale presidentsverkiezingen. Nogal ongelukkig kiezen de heren en dames politici – de gaullisten en de jonge wolven van de UMP op rechts en les éléphants et les éléphanteaux du PS op links (bijnaam voor de Franse PS'ers, nvdr.) – er dan nu voor het belang van het buitenland te verhullen onder de sluier van nationale thema’s.
Wij danken onze collega’s van InFocus en in het bijzonder auteur Boris Meton voor hun medewerking. Voor meer werk van hun hand, surf naar infocusrevue.com.