Langs de zijLijn

Universiteit Antwerpen mist de bus
26/04/2011
🖋: 

Wat is het verschil tussen de campussen Middelheim, Groenenborger en Drie Eiken, het Universitair Ziekenhuis en de IKEA in Wilrijk? Toegegeven, het aantal bedden hebben we niet geteld en het comfort van de matrassen testten we evenmin. Het antwoord is dat de Zweedse meubelgigant zijn filiaal wél verzekerd hield van een directe busverbinding naar het Antwerpse achterland, terwijl deze bij de bovengenoemde universiteitsgebouwen sinds kort ontbreekt. Vorig jaar paste de Lijn de dienstregeling in Wilrijk zo aan dat een directe verbinding tussen de drie buitencampussen, de Rupelstreek en het station van Berchem verloren ging. Studenten en personeel klaagden, maar de Raad van Bestuur bleef opvallend stil.

We geven nog even een korte schets van de ontstane problemen. Vorig jaar werd openbaarvervoermaatschappij De Lijn vanuit de Vlaamse overheid geconfronteerd met drastische besparingsmaatregelen. Er moest flink in het budget worden gesnoeid, en om deze bezuinigingen door te voeren werd gezocht naar oplossingen waarbij de reiziger niet direct geraakt zou worden. De Lijn ging met andere woorden op zoek naar een regeling waarbij hetzelfde aanbod aan bus- en tramverbindingen kon worden gerealiseerd, met minder middelen. Een van de manieren om dit probleem op te lossen, was een grondige herziening van het busnet in Antwerpen-Zuid. In deze regio bleek er namelijk al jaren sprake te zijn van een overcapaciteit, en veel buslijnen reden er bovendien een parallelle route. Het aantal bussen tussen het Universitair Ziekenhuis en de Bist bedroeg voorheen zestien per uur, waardoor er volgens de woordvoerder van De Lijn, Koen Peeters, sprake was van een serieus overaanbod.

 

Bij de reorganisatie werd daarom gekozen voor een zogenaamd overstapmodel, waarin een scherp onderscheid werd gemaakt tussen snelle en ontsluitende buslijnen. Hierdoor verdween een aantal buslijnen en de routes van de behouden lijnen werden zo aangepast dat een directe busverbinding tussen de campussen Groeneborger, Middelheim en Drie Eiken verdween. Tevens werd reizigers tussen Berchem Station en Campus Drie Eiken de pas afgesneden, aangezien zij voortaan moeten overstappen op de halte ‘Bist’ in Wilrijk. Dit geldt ook voor de studenten uit de Rupelstreek.

 

Aan het lijntje

Hier knelde echter de schoen, vertelt Michiel Horsten, voorzitter van de Studentenraad (SRUA). De stiptheid van de bussen liet na de reorganisatie zodanig te wensen over dat deze overstap allesbehalve vlot verliep, terwijl dat door De Lijn wel beloofd werd. “Wanneer een bus met tien minuten vertraging op de Bist aankomt, missen veel studenten hun aansluiting naar de Rupelstreek en moeten ze soms een uur wachten, wat een groot verlies aan comfort is als je bedenkt dat er vroeger gewoon een rechtstreekse verbinding bestond.” De SRUA stapte daarom naar de rector om de problemen aan te kaarten. Het universiteitsbestuur reageerde echter nogal koeltjes en verwees de studenten door naar de Provincie Antwerpen. Van hieruit kwamen zij in contact met de gedeputeerde voor Mobiliteit, Inga Verhaert, die een evaluatie van de feiten beloofde. De SRUA zat ondertussen zelf ook niet stil en nam direct contact op met De Lijn door het onlineklachtenformulier in te vullen. Toen hier volgens Horsten nogal droog op werd gereageerd, besloot de Studentenraad een persbericht te publiceren. Ook dit leidde tot de belofte van een evaluatiegesprek.

 

De Lijn erkende inmiddels een aantal problemen en gaf toe dat de stiptheid van de bussen in het begin voor veel problemen zorgde, waardoor de overstap niet vlot verliep. De frequentie en de vertrektijden van een aantal buslijnen werden om die reden recentelijk aangepast, waarbij de toestroom van klachten bij de Lijn merkbaar afnam. Koen Peeters zegt echter niets af te weten van een beloofde evaluatie. Een directe inspraak in het openbaarvervoerbeleid in Vlaanderen is volgens hem ook niet mogelijk, aangezien dit geregeld wordt via zogenaamde Openbaar Vervoer Commissies op het niveau van de gemeenten. Peeters meldt wel dat er vooraf bij een drietal faculteiten gepeild is naar de noodzaak van een directe busverbinding tussen de drie campussen, waarbij De Lijn te horen kreeg dat dit voor studenten niet tot de prioriteit zou behoren. Op centraal niveau was er echter geen contact met de universiteit en ook de Studentenraad werd niet vooraf over de plannen ingelicht. Toch houdt, volgens Peeters, niets of niemand de universiteit tegen om alsnog contact op te nemen met De Lijn.

 

Te traag

Het mag dan ook duidelijk zijn dat de tot nu toe uitblijvende reactie van de universiteit zelf de meeste wenkbrauwen doet fronsen. Na het initiatief van de Studentenraad belandde het dossier namelijk op het bureau van het Departement Universiteit en Samenleving, die samen met de milieudienst en de SRUA een werkgroep oprichtte. Deze werkgroep probeert de veranderingen nog enigszins in goede banen te leiden. Kathleen Vercauteren, hoofd van het zojuist genoemde departement, vindt dan ook dat de universiteit te traag op de problemen heeft gereageerd, en dat zowel studenten als personeel veel te snel naar de Provincie Antwerpen zijn doorverwezen. In plaats daarvan had de universiteit haar eigen kanalen in de strijd moeten gooien om te bemiddelen tussen het Provinciebestuur en De Lijn. Het behouden van een zogenaamde ‘commerciële route’ van onder andere buslijn 180, die wel nog stopt aan grote bedrijven zoals IKEA en Auquafin, maar die de Universiteit Antwerpen en het UZA blindelings voorbij rijdt, doet immers vermoeden dat hier een paar flinke kansen zijn blijven liggen. Dit is op zijn minst vreemd te noemen wanneer je weet dat het huidige bestuur in het verleden juist altijd heeft gepleit voor goede busverbindingen tussen de verschillende campussen en zelfs bijna een heuse ‘Universiteitsbus’ van de grond kreeg. Daarnaast vragen we ons af hoe rector Alain Verschoren de duizend toekomstige studenten van de Faculteit Industriële Wetenschappen naar Wilrijk wil vervoeren, zonder dat daar een goede busverbinding is.

 

Koen Peeters weet ons te vertellen dat de Universiteit tot nu toe nog niet met De Lijn heeft gecommuniceerd over een wijziging in de mobiliteitsbehoefte bij de komst van de nieuwe faculteit. De Lijn zegt echter bereid te zijn om hierover te praten, op voorwaarde dat de universiteit hiertoe zelf het initiatief neemt. Peeters ontkent bovendien iedere vorm van ‘lobbypraktijken’ rondom het behoud van een zogenaamde commerciële route van een aantal buslijnen. Volgens hem is er puur uit veiligheidsoverwegingen voor gekozen om de halte langs de A12 aan de IKEA te behouden. De stop aan het bedrijf Aquafin zou alles te maken hebben met de beschikbare ruimte, aangezien bussen op de grote parkeerplaats gemakkelijk zouden kunnen draaien zonder daarbij overlast te veroorzaken voor buurtbewoners.

 

Leefbaarheid

Toch had De Lijn beter met de universiteit moeten communiceren over de geplande wijzigingen, die voor de meeste studenten en personeelsleden als een totale verrassing kwamen. “Men had de Universiteit Antwerpen in zijn geheel moeten contacteren, in plaats van zich te beperken tot drie secretariaten, dan hadden we de studenten in ieder geval op voorhand kunnen inlichten over de veranderingen”, zegt Kathleen Vercauteren. Er had moeten worden gekeken naar de mobiliteitsbehoefte van alle studenten, maar ook naar die van de medewerkers van de universiteit, alvorens de dienstregeling op de schop ging.

 

De werkgroep die uiteindelijk in het leven werd geroepen hoopt echter nog wel het een en ander te kunnen wijzigen aan de nieuwe dienstregeling, en ook Vercauteren wacht op de beloofde evaluatie. Kleine aanpassingen zouden volgens haar al een hoop leed kunnen voorkomen. Zo zou De Lijn harmonicabussen kunnen inzetten tijdens de spitsuren, en zou een beter parkeerbeleid op de Bist veel vertragingen kunnen voorkomen. Daarnaast pleit ze voor een dubbele route van bepaalde buslijnen, zodat deze zowel de profit als de non-profit sector aandoen. Ook Michiel Horsten snapt de passieve reactie van de universiteit niet en benadrukt de noodzaak van goede busverbindingen voor de leefbaarheid van de buitencampussen, die toch enigszins ongelukkig gesitueerd zijn. Deze busverbindingen zijn volgens hem ook altijd bepleit door de universiteit zelf. “Het is jammer dat dat nu verloren gaat”, aldus de voorzitter van de SRUA.

 

De Lijn geeft toe dat de nieuwe dienstregeling onvermijdelijk gepaard is gegaan met een verlies aan comfort, maar is niet van plan om de doorgevoerde wijzigingen weer terug te draaien. “Er is in dit geval werkelijk sprake geweest van efficiënte besparingen. Via het geïntroduceerde overstapmodel zijn alle busverbindingen rond de universitaire campussen behouden gebleven, ook al gaan die nu via de Bist. Bovendien is de frequentie van veel buslijnen stevig opgevoerd, waardoor er veel meer bussen rijden”, aldus Koen Peeters van de Lijn.

 

Hoe dit verhaal afloopt is, kortom, nog niet duidelijk, en het eindstation is voorlopig ook nog niet in zicht. Het ziet er naar uit dat studenten en personeel de speelbal zijn geworden van budgettaire problemen en provinciaal beleid. Hun protesten en klachtenregens lijken niet op te wegen tegen wat vooraf in de wandelgangen werd besproken, waardoor deze wedstrijd voor de reizende student misschien al van bij de aftrap verloren was. In plaats van de rol van aanvoerder op zich te nemen, stelde de universiteit zich tot nu toe op langs de zijlijn. Voorlopig zal de Bist in Wilrijk dan ook nog wel even bevolkt worden door overstappende studenten, tenzij u natuurlijk liever doorreist naar de IKEA.