Hoger onderwijs en onderzoek waren de voorbije jaren met de Bolognaverklaring het onderwerp van ingrijpende hervormingen. En aan die hervormingen zal allicht nog lang geen einde komen. De grote ordewoorden van die veranderingen zijn onder meer competitiviteit, arbeidsmarkt-inzetbaarheid, mobiliteit, levenslang leren, universitaire transparantie en kwaliteit.
Ook op de Europese conferentie van EAIE begin september aan de UA werden de termen meermaals gebruikt, hoe vager hoe liever. Vooral 'internationalisering' deed het enorm goed. Studies in het buitenland, gastcolleges van een buitenlandse prof of een onderzoek over een internationaal thema kunnen inderdaad verrijkend zijn. Moeten we internationalisering daarom gelijkstellen aan kwaliteit? Niet noodzakelijk. Sommige vakgebieden hebben immers minder nood aan of nut van de internationale context, zonder daarom oninteressant te zijn. Ook 'studentgericht onderwijs' en 'studenten als partners' vormen de slogans van menig toespraak. Naar aanleiding van de BaMa-hervorming werd de opdracht gegeven om opleidingsprogramma’s te ontwikkelen die zich richten op vaardigheden, zodat studenten beter voorbereid worden op de arbeidsmarkt. Toch kan men vaststellen dat de nieuwe studieopdrachten en vormen van evaluatie niet echt gedragen worden door een brede laag van het academisch personeel en van de studenten zelf. Die terughoudendheid kan verklaard worden doordat opdrachten soms weinig aansluiten bij de rest van de studie, door de overbelasting van het programma, door een eventuele slechte timing van opdrachten en door het gebrek aan feedback van het resultaat naar de student.
Niet alle actielijnen van Bologna doen het even goed in toespraken als competentiegericht onderwijs en internationalisering. Meer dan eens wordt een Bologna à -la-carte gehanteerd, waarbij ministers enkel die aspecten implementeren die hen aanstaan. “Bologna is geen koekjesdoos waaruit je kan kiezen”, stelde de Europese studentenvertegenwoordigster terecht tijdens het Bolognaseminarie van EAIE.
Vooral in de sociale dimensie valt voorlopig weinig actie te bespeuren. In de Vlaamse universiteiten is er bijvoorbeeld nog een sterke ondervertegenwoordiging van allochtonen. In heel wat landen werden inschrijvingsgelden ingevoerd of verhoogd. Het is afwachten of minister Vandenbroucke de sociale dimensie ook effectief op de agenda krijgt, zoals hij voorstelt in het interview met dwars (zie pagina 5).
Bovendien wijzen vele studies erop dat de hervormingen vaak oppervlakkig gebeurden: verschillende landen voerden het BaMa-systeem in zonder de nodige hervormingen van de curricula, en ook de studiedruk wordt niet altijd correct gemeten, wat nodig is voor een juiste invoering van ECTS.
2010, het jaar waarin de Bolognahervorming rond moet zijn, komt steeds dichterbij. Daarom is het tijd dat volgend jaar, als de Benelux de Europese onderwijsministers mag ontvangen, er een duidelijke vooruitgang geboekt wordt. Aan holle toespraken hebben studenten geen behoefte meer. Aan koekjesdozen evenmin.