MilieUA? Wat doet de UA?

Dossier milieu
04/04/2008

Voorbeeldfuncties, intellectuele elites, de hoop van morgen. Er worden al eens hoogdravende termen rondgegooid als men het over de universiteit heeft. En waarom ook niet? Iemand moet de hoop en de mogelijkheid hebben om de problemen die we vandaag creëren morgen op te lossen, waaronder uiteraard ook alle milieuperikelen. Politieke moed is allemaal goed en wel, maar op lange termijn beslissen is nog moeilijker. Het is echter de plicht van een universiteit, en zéker van de UA (omdat het de onze is), om dit niet alleen te proberen, maar ook te doen. Want als de universiteiten hier niet in slagen, van wie verwacht u dan nog enig heil?

In den beginne, toen het weer nog niet bezworen moest worden met dikke-truien-dagen en onze autoloze zondagen nog een puur economisch motief hadden, was onze universiteit niet één, maar drie. Gespleten op zeer veel niveaus, ook wat betreft milieu. De UIA en het RUCA hadden allebei milieucoördinatoren, de Ufsia niet. Bij de eenmaking werden ook de milieudiensten versmolten tot één overkoepelende dienst, die vandaag de dag opereert vanuit Campus Drie Eiken met twee vier-vijfde medewerkers en één voltijdse. Ruim drie mensen dus, wat werkuren betreft.

 

In eerste instantie houdt de milieudienst zich bezig met het naleven van de wet: de vergunningen voor potentieel gevaarlijke activiteiten, de meting van lucht- en wateremissies om te voorkomen dat vervuilingsnormen overschreden worden, of de procedures voor de verwerking van alle mogelijke afvalstoffen, van papier tot organen. Daarnaast adviseert de dienst ook bij werken en nieuwbouw aan de universiteit, zodat bijvoorbeeld het sanitair op Campus Groenenborger en de vijver op Campus Middelheim nu beide met regenwater zullen worden gevoed. En uiteraard ook nog wat de meesten in een bureaucratie met de regelmaat van de klok moeten doen: rapporten opstellen.

 

Uit dergelijke rapporten kan er heel wat worden afgeleid: zo produceert de UA per week ongeveer 120m³ restafval, een 70m³ aan weg te gooien papier en karton, ruim 25m³ GFT en net geen 30m³ PMD. Op een universiteit van 13000 personen komt dit ruwweg overeen met 20 dm³ trash per persoon per week. Dit wordt door de Stad opgehaald en verwerkt. Het afval uit de laboratoria wordt door externe bedrijven opgehaald, waarvan het grootste deel (61%) gerecycleerd wordt, een groot deel verbrand (36%) en wat rest gestort (2,5%). Overkoepelend hierbij is de zogenaamde ‘Ladder van Lansink' (genoemd naar de Nederlandse chemicus en politicus Ad Lansink), die een rangorde creëert van de manieren waarop met afval moet worden omgegaan, van preventie, over hergebruik, naar recyclage, verbranding en, als laatste redmiddel, storten.

 

Maar ook het elektriciteits-, gas- en waterverbuik wordt in het oog gehouden. En hoewel er een lichte daling is in het gasverbruik en ook het waterverbruik beter onder controle lijkt (de piek op Groenenborger zal wel iets te maken hebben met de vijver die – doordat ze boven de Craeybeckxtunnel ligt – continu werd leeggezogen en dan maar met kraantjeswater werd gevuld...), valt vooral de stijging van het elektriciteitsverbruik op CGB op. Ongetwijfeld zit de CalcUA er voor iets tussen, aangezien de koeling hiervan het gemiddelde gezin ver achter zich laat qua energieverslinding (wel, 'achter zich liet' momenteel, zo blijkt op p.15). We zouden het de prijs van de toekomst kunnen noemen.

 

De toekomst lijkt op de UA soms echter nog veraf. Zaken als zonnepanelen renderen nu eenmaal niet binnen de termijnen die de universiteit bekijkt als zoiets wordt overwogen. Zeker niet met de goedkope tarieven die overheidsinstellingen van Electrabel krijgen. En ja, u kent dat wel, als er geen stimulans is, gebeurt er niet veel. Jammer dan dat de fiets niet de aandacht krijgt die ze verdient. Men kan ondertussen wel op een groot aantal plaatsen douchen, maar een goed beveiligde fietsenstalling is niet iedereen gegeven, getuige de personeelsleden die hun fietsen in hun kantoor zetten. Niet moeilijk dat 80% van het UA personeel met de auto komt (bij het Zelfstandig Academisch Personeel, i.e. professoren, is dit zelfs 90%!). Jammer ook dat er in de gang en in bureaus soms nog verwarmingen op hun maximum stand gloeien als het buiten niet meer dan fris is. Alsof we maar een beetje pro-forma aanmodderen. Vroeger werden ons vliegende auto's beloofd tegen de 21ste eeuw. Ondertussen lijkt alles waar geen fossiele brandstoffen aan te pas komen even futuristisch, en even onbereikbaar. Misschien, hopelijk, kan de volgende rector zich een breder perspectief permitteren.