Een nieuwe dwars, een nieuwe Gekunsteld. In dit nummer worden jullie warempel op twee geweldige kunstenaars getrakteerd. Kiezen is immers altijd een beetje verliezen. En omdat verliezen gewoon niet leuk is, krijgen jullie in dit nummer dubbel zoveel artistiek genot met zowel Gaudí als Dalí.
Dus, om te beginnen: Gaudí. Als men Barcelona zegt, zegt men Gaudí. In deze Catalaanse stad – waar de artiest zijn roots liggen – zijn immers bijna alle artistieke pareltjes van de architect te bewonderen. Een bezoek aan Barcelona is dan ook in één klap een bezoek aan de kunstenaar. Enkele van zijn werken kent u vast al: denk maar aan het bekende Park Guëll met zijn golvende mozaïeken bank, of aan de Sagrada Familia – zijn eigenlijke levenswerk.
De manier waarop Gaudí verschillende stijlen wist te combineren maakt zijn architectuur werkelijk uniek. Gotische elementen, Moorse motieven (de zich steeds herhalende patronen op zijn fel gekleurde keramiektegels) en zijn smeedijzerwerk – typerend voor de Jugendstil – vormen een fascinerend geheel van kleuren en vormen, waardoor zijn gebouwen iets surreëels, zelfs sprookjesachtigs krijgen. De prachtig golvende gevel van de Casa Milà is zo simpel van kleur dat het uit aarde en klei geboetseerd lijkt te zijn. Het is alsof sommige van zijn gebouwen door de natuur zijn neergeplaatst: een kunstwerk van de natuur, maar dan gemaakt door de mens.
Ondanks zijn genialiteit is het respect voor Gaudís werk soms echter ver te zoeken. Recent maakte men plannen om een tunnel voor de hogesnelheidstrein te graven, die rakelings langs de funderingen van de Sagrada Familia zou lopen. Ook al beweren de opdrachtgevers dat de kathedraal geen enkel gevaar loopt, vrezen verschillende mensen – waaronder de huidige architect Jordi Bonet i Armengol – voor ernstige schade.
Laat ons hopen dat de geschiedenis zich niet herhaalt en het openbaar verkeer dit meesterwerk van Gaudí niet fataal wordt, zoals het hemzelf al eerder fataal werd. Gaudí stierf namelijk aan zijn verwondingen nadat hij onder een tram terecht kwam.
Nog even kort: Salvador Dalí (of ook wel ‘die met zijn moustache’) is zo’n andere Catalaanse kunstenaar die je weet mee te nemen naar een – in zijn geval soms wel lugubere – droomwereld. Hij noemde zichzelf de enige echte surrealist. Dat hij een meester was, staat buiten kijf (zijn snor was op zich trouwens al een heus kunstwerk): werken met welklinkende namen als ‘De verzoeking van de heilige Antonius’, ‘Het station van Perpignan’ of ‘Geo-politiek kind kijkt naar de geboorte van de nieuwe mens’ laten hier geen twijfel over bestaan. Als je er de kans toe hebt: zeker gaan bekijken.