Het de Coninckplein, gelegen in het verlengde van de door vier leeuwen bewaakte Van Wesenbekestraat (Aquatopia), is zo’n beetje de multiculturele driehoek van ‘t Stad. Je struikelt er bij wijze van spreken over de Chinezen, Afrikanen en Antwerpenaren. Ook Turken en Marokkanen zijn nooit veraf. Soms waan je je er echt in het middelpunt van de wereld en daar hebben wij een aantal avonden rondgehangen. Om te babbelen met mensen van allerlei allooi.
Op het De Coninckplein staat de spiksplinternieuwe stadsbibliotheek, gehuisvest in de oude Ford-garage van de familie Permeke. Naast het uitlenen van boeken, partituren, ceedeekes en dvd's, vervult de ankerbibliotheek van Antwerpen nog een andere functie: ze moet optreden als een lichtbaken en, net als vuurtorens dat in ver vervlogen tijden deden, de schipbreukelingen van onze havenstad de juiste weg tonen. Want het De Coninckplein was, vroeger nog meer dan nu, een bonte verzameling van daklozen, drugsverslaafden, hoeren en alcoholiekers. En die zaten daar dan rustig een pintje te drinken, een shotje te scoren, elkaar wat geld af te troggelen of één of andere willekeurige passant een blowjobke te zetten. Het stadsbestuur besloot komaf te maken met deze kankerplek van het statiekwartier en zo rijpten de plannen om er een blitse bibliotheek en een aanpalend stadskantoor neer te poten. Er zou een nieuwe wind over het De Conickplein waaien, en die zou de marginalen die zich 's avonds op het plein nestelden naar ongekende (literaire?) hoogtepunten stuwen.
Of het resultaat van deze operatie grote schoonmaak er wezen mag? Op de architecturale realisaties valt weinig aan te merken. De lichtkubus genaamd ‘Grand Café Permeke' weet als geen ander kijklustigen te lokken, en is vooral des nachts van een ongekende schoonheid. Bovendien werd het hart van het plein autovrij gemaakt en het vervallen basketbalveldje opgekalefaterd.
Maar is de eigenlijke problematiek van 't Ceuninckspleintje nu opgelost? Wordt er werkelijk minder gespoten, gezopen en gevochten? Daar valt spijtig genoeg niet eenduidig op te antwoorden. De basketballende en verstoppertje-spelende jeugd is alvast in de zevende hemel. Onder hen heerst er een ‘alles is van iedereen kent iedereen' mentaliteit die je zelfs niet meer in de meest harmonieuze parochie kan terugvinden. Toch is het nu ook weer niet al rozengeur en maneschijn wat het plein betreft. Volgens de al iets oudere bezoekers ligt de gouden tijd van de buurt achter de rug, en is deze niet van plan om meteen terug te komen. Zij hebben nog geweten dat het De Coninckplein the place to be was om een stapje in de wereld te zetten, en dat is nu niet meer het geval. Anderen zijn dan weer ronduit razend, vinden het schandalig wat er hen en hun plein wordt aangedaan. Zo heb je Frank, ooit nog op de Ossenmarkt geslapen en niet vies van een pilsje, die zich hardop afvraagt waarom hij hier eigenlijk niet meer mag zitten. 't Stad is toch van iedereen? Of den Eddy, cafébaas van karaokebar ‘Firenze' en bovendien een nog onontdekt en desgevallend weinig geciteerd wijsgeer in de allerbeste Griekse traditie, die recht uit het hart vooroordelen en gratuite meningen spuit alsof het gesneden broden zijn: “Amerika, das pas een democratie! Dor kunde tenminste aa mening kwijt oept straat! Asek ier begin te klappen over negers en flikke dan emmek een boet voer smaad en racisme on men broek.”
Rita daarentegen is de rust zelve en komt graag naar het plein om mensen te observeren. Wanneer haar gevraagd wordt hoe het nu eigenlijk met al dat druggebruik op het plein gesteld is, vertelt ze het volgende: “Ik woon dus een paar blokken verder in een appartementje. Beneje bij den ingang van onzen blok edde eerst een deur die nooit oep slot is, dan een klein halleke met de brievebussen en de bellen, en dan een deur die wel oep slot kan. Elke morgent kunne wij in da halleke spuite gaan rapen. Zeker ast den avond teveure goe kou gewest is. Mor edde da verhaal nog ni gehoord? Van aant Station? Het é zelfs in de gazet gestaan. Daar had nen versloafde zen spuit in een brievebus gestopt, en dien eigenaar wilt zen brievebus leegmaken, en hij é het zitten é, een ziekte...alléé, aids dus é.”
Het De Coninckplein, dat is geen plein zoals een ander. Soms de hemel op aarde, als ‘t zonnetje laag staat en weerspiegeld wordt in het glazen café van de bibliotheek; soms ook niets anders dan miserie, zo meestal rond een uur of elf. Maar laat dat u vooral niet tegenhouden, breng gerust een bezoekje aan die hypermoderne bib, eet een paar loempia's in de Chinese Wijk, of ga gewoonweg uwen booty shaken in één van de vele Afrikaanse barretjes. Want je kan er wat van de wereld zien, daar aan het De Coninckplein...