
Das Mag, Amsterdam
In een brief aan haar uitgever en vriend Daniël beschrijft vertaalster May hoe een treffend potloodportret het begin vormde van een verstikkende uitwisseling met Aline, een jonge vrouw die zich reeds lijkt te verzoenen met haar nakende dood. Hoe intenser May haar probeert te begrijpen, te redden zelfs, hoe meer zij met lege handen komt te staan. En met lege pagina’s.
Tosca (2023), de poëtische debuutroman van Maud Vanhauwaert, is een verhaal vol onderhuidse spanning. Twee vrouwen raken verstrikt in een toxische relatie waarin feit en fictie vervloeien en de vraag steeds nijpender wordt: wie parasiteert op wie? Een zinderend kat-en-muisspel, even beklemmend als lyrisch.
De roman daagt de lezer uit. Net als May verlang je naar antwoorden, maar Vanhauwaert weigert die te geven. De obsessie van de vertaalster sluipt gaandeweg ook in jou. Intussen bekijkt Lou, Mays partner, de fascinatie voor Aline met groeiende argwaan. Terwijl Lou een lange weg aflegt om zwanger te worden, lijkt May steeds meer af te glijden in haar zoektocht naar Aline. De tegenstelling is scherp: tegenover het verlangen naar nieuw leven staat de angst voor de onomkeerbaarheid van de dood. Vanhauwaert zet die contrasten messcherp neer en laat het ongeduld en de wrevel over Alines zwijgzaamheid tastbaar worden. Toch wekte Aline, ondanks haar fragiele positie, amper medelijden bij me op.
Het zou jammer zijn om te onthullen hoe het verhaal zich verder ontvouwt, want juist in het spel van uitstel en suggestie schuilt de kracht van Tosca. May leest in Alines schaarse woorden en tekens een betekenis die even verleidelijk als onzeker is. De vraag of Aline de waarheid spreekt, creëert een gelaagdheid in de roman en zet de lezer aan tot interpretatie. Vanhauwaert maakt haar prozadebuut als een auteur die haar vak al beheerst: haar ervaring als dichter en performer sijpelt door in elke zin.
De briefvorm, en de manier waarop Vanhauwaert taal gebruikt, sleurt de lezer mee in de twijfels van haar personage. Waar woorden tekortschieten, grijpt de auteur naar poëzie – en dat doet op geen enkel moment afbreuk aan de roman. Integendeel, het is een bewijs van Vanhauwaerts meesterschap: ze weet hoe ze met woorden moet twijfelen. Zodra je denkt het verhaal doorgrond te hebben, volgt een wending die alles op losse schroeven zet.
Toch liet het boek me op het einde abrupt achter. De vragen stapelden zich op, zonder houvast. Maar misschien is dat geen tekortkoming, maar een bewuste keuze – een laatste, subtiele hand in het zaaien van verwarring. Dat is precies waar Vanhauwaert in uitblinkt: ze schrijft niet om zekerheid te bieden, maar om verwarring te zaaien. En terwijl ik nog steeds probeer te ontrafelen wie op wie parasiteerde, wil ik graag mijn beste vriendin, Aline, bedanken om me dit boek aan te raden.
- Login om te reageren