PROFFENPROFIEL: FILIP LARDON

uantwerpen

22/12/2024
foto van filip lardon
Bron/externe fotograaf

UAntwerpen


Het proffenprofiel toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij menig student al jaren door het hoofd spookt, maar die ze zelf niet durft stellen. Deze editie worden we ontvangen door niemand minder dan Filip Lardon, kankerexpert en sinds september decaan van Faculteit Geneeskunde en Gezondheidswetenschappen.

Is er een bepaald moment in uw leven dat u dacht: ik word prof?

"Nee, eigenlijk niet. Ik vond het in de lagere school leuk om spreekbeurten te houden. Mijn droom was meester worden. Uiteindelijk heb ik dat achterwege gelaten en ben ik na wat aanmoediging van mijn ouders naar de unief gegaan. Ik heb eerst een Bachelor Biologie gedaan in Hasselt. Voor mijn master kon ik kiezen tussen ecologie (de groenbottenbiologen) en fysiologie-biochemie (de wittejassenbiologen). Fysiologie-biochemie interesseerde mij het meest dus heb ik dat gedaan en uiteindelijk ben ik dan terecht gekomen bij wat nu het CORE (Centrum voor Oncologisch Onderzoek, n.v.d.r.) is.

Natuurlijk, nu geef ik ook les en dat doe ik graag. Al zijn mijn studenten nu achttien jaar en ouder en niet twaalf en jonger, ben ik die roots naar leerkracht lager onderwijs nooit helemaal verloren. Een van mijn zonen is ondertussen meester in het vijfde leerjaar. Als hij op uitstap gaat met zijn klas neemt hij mij mee. Ik geef ook elk jaar een reanimatieles en anti-rookvoordrachten op zijn school. Dus ja, dat is tof.”

Waarom heeft u gekozen voor kankeronderzoek?

“Ik heb eigenlijk een soort bewondering voor een kankercel, of toch voor de fysiologie van een kankercel. Het is een ongelooflijk vernuftige cel en ik wil die helemaal doorgronden: ik wil weten hoe die opereert en wat ik eraan kan doen. Als zo’n cel zich weet te verstoppen voor het afweersysteem, dan zullen wij ze weer zichtbaar maken. Als ik weet dat de cel bloedvaten naar zich toetrekt, dan zullen wij ervoor zorgen dat ze dat niet meer kan. Ik denk wel eens, een kankercel is slim, maar wij kankeronderzoekers moeten slimmer zijn.”

Heeft u van uw studententijd genoten?

“Ik was een brave student, denk ik. Daar vind ik ook niks mis mee. Ik heb veel studentenactiviteiten meegedaan en ik heb drie jaar op kot gezeten. Je creëert zo een soort leuke cocon van studenten, die dan gelukkig in mijn geval goed met elkaar overeenkwamen. In het verleden heb ik regelmatig slechte punten gehad, maar het is ongelofelijk hoe je medestudenten of kotgenoten je er dan kunnen doortrekken: ‘Komaan, volgende keer beter’. Ook als er iets leuk is, vieren ze mee. Dat is nu eenmaal die gemeenschap waarin je leeft en dat is iets waarvan je moet profiteren.

We gingen zeker en vast ook samen uit, dat hoort erbij. Ik drink wel geen alcohol. Het gaat mij helemaal niet om het principe, ik lust het gewoon niet. Ik denk dat ik het simpelweg nooit heb leren drinken. Je wordt anders bekeken als je geen alcohol drinkt, ik vind dat ongelofelijk. Ik heb altijd goede medestudenten gehad die dat helemaal oké vonden. Nu zie ik nog steeds dat jongeren veel drinken. Ik hoop dat het meer aanvaard wordt in een vriendengroep als er iemand niet drinkt. Soms wordt er gezegd dat je studententijd de mooiste en plezantste tijd van je leven is. Daar twijfel ik aan, nadien komen er ook fantastische tijden. Dus ik kan niet zeggen dat het de geweldigste tijd is, maar ik heb een fijne studententijd gehad.”

Heeft u advies voor studenten?

“Loop wat minder hard en geniet ervan. Ik kan dat wel adviseren, maar zo simpel is dat natuurlijk niet. Ik vind het een zware weg, de competitie in onze maatschappij is zo hoog. Wij moeten streven, wij moeten kunnen, wij moeten doen en liefst allemaal zo snel mogelijk. Ik kan me perfect inbeelden dat er mensen zijn die niet mee kunnen en daar zijn we heel hard voor.

Vorig weekend zag ik bij het tramperron een vrouw die niet opgestapt raakte op de tram. Iedereen loopt zo snel voorbij. Ik heb die mevrouw geholpen. Dat is iets van niks, toch loopt iedereen daar voorbij. Ik beschuldig niemand, want iedereen heeft het druk en iedereen doet veel. Onze maatschappij loopt te hard. We hebben te weinig hart voor mensen die trager lopen of die de andere richting op lopen. Als student word je hier ook mee geconfronteerd. Soms hoop ik dat je al eens denkt: wat een werk allemaal, terwijl je ergens rustig in de natuur zou kunnen wandelen.”

Wat doet u het liefst ter ontspanning? Als u tijd heeft, uiteraard.

“Iets wat ik graag doe, maar waar ik nu geen tijd voor heb, is sterrenkunde. Het heelal is ongelofelijk. ‘s Avonds als het donker is naar de sterren kijken, zeker als er iets speciaals te zien is zoals planeten of het overvliegen van het ISS, vind ik intrigerend. Waarom? Onze nietigheid in het heelal: dat moeten we erkennen. Het geeft mij een gevoel van bevrijding. Misschien is dat wel mijn manier om te ontsnappen uit die ‘rush’. Als je het heelal beschouwt, zijn we nog geen fractie. Dat stipje in het heelal. Dat is een nietig stipje van niets. Ik laat aan mijn studenten daar een filmpje over zien: Pale Blue Dot. Mijn grootste droom is weten waar alles vandaan komt. Is het heelal eindig? Wat zou er dan achter zijn? Daarnaast, het is wat cliché, maar ik heb ondertussen vijf kleinkinderen en als ik iets met hen kan doen, vind ik dat geweldig. Daar maak ik graag tijd voor.”

U doet veel. Vorige maand heeft u uw nieuwe boek Twee doden per uur uitgebracht. Heeft u timemanagementtips?

“Ik vrees ervoor. Ik heb momenteel 1.846 ongelezen mails. Timemanagement is moeilijk. Ik ben vaak ‘s avonds nog tot laat bezig. Soms denk ik: in het weekend kan ik bijwerken, maar in het weekend ga ik de kleinkinderen halen en gaat dat voor. Ik tel niet af tot mijn pensioen, maar soms denk ik er wel over na, dan heb ik wat meer tijd om te ademen. De rush overal. (Pling, er komt een nieuwe mail binnen) Rush, rush, rush.”

De examens staan voor de deur. Heeft u nog laatste tips voor studenten?

“De examenperiode is verschrikkelijk. Ik ben eigenlijk anti-examens. Maar we moeten het doen, want we moeten professionele mensen afleveren. Probeer je tijdens de examenperiode te ontspannen. Vroeger heb ik ook tot een uur of drie ‘s nachts doorgestudeerd. Dat is niet goed, tijdens je slaap zet je dingen op een rij. Je hersenen hebben die rust nodig. Kijk af en toe, als het even niet meezit, naar de sterren. En denk: er zijn zoveel andere dingen belangrijker dan studeren. We zijn een stip in de eeuwigheid.”