Dag dwars
Het is maandagochtend 9 september. Mijn gigantische koffer, trekkersrugzak en boekentas staan klaar en puilen uit van de kleren. Ik neem afscheid van mijn moeder om samen met mijn vader richting Praag te rijden. Ik wijs hem erop dat de musical Grease op dat moment niet echt het juiste gespreksonderwerp is. Ik wijs haar erop dat het allemaal wel goed zal komen. Daarna stap ik in en als echte passenger princess kies ik de muziek uit. De angst en opwinding zijn moeilijk uiteen te houden, maar ze zijn er allebei.
Ik ben nu achttien dagen alleen in Praag. Er is nog geen dag voorbijgegaan waarop ik geen leuke nieuwe mensen heb ontmoet en niets bijzonders heb gedaan. Het leven van een Erasmusstudent is een stuk onvoorspelbaarder dan dat van een normale student. Vaak weet ik pas op het moment zelf waar ik uit zal gaan of terecht zal komen. Langs de ene kant heeft iedereen de sociale ingesteldheid van een eerstejaarsstudent. De drang om zo veel mogelijk nieuwe connecties te maken, vrienden te vinden en vooral zoveel mogelijk mooie momenten te beleven, is heel groot. Langs de andere kant heeft iedereen de zelfzekerheid en de maturiteit van een masterstudent. Ik zit nu nog net op een roze wolk, de fase waar alles leuk en nieuw voelt. Iedereen die je tegenkomt, zie je als een vriend voor het leven. Het openbaar vervoer dat heel de nacht rijdt voelt nog als een geschenk van eender welke god. De winkelbedienden raken nog geïrriteerd doordat je telkens vraagt of ze ook Engels spreken omdat je Tsjechisch nog niet verder reikt dan “dobrý den” en “na shledanou”. Ik weet dat alles nog zal veranderen, maar op dit moment kan me dat even niets schelen.
Praag is dan ook geen slechte stad om student te zijn. Je kan bij vele restaurants een hoofdgerecht krijgen voor zes à tien euro. In een gewoon café bestel je een halve liter bier voor twee euro. Met een studentenkaart heb je openbaar vervoer aan veertien euro voor drie maanden. Het totaalplaatje was goedkoop geweest als de huur niet zo hoog lag. De metro brengt je van de ene kant van de stad naar de andere op tien minuten. Het studentenleven ligt daardoor verspreid over de hele stad. Je komt bijna elke dag ergens waar je nog niet geweest bent. Het helpt ook dat er door het hoge aantal internationale studenten enorm veel evenementen in naam van Erasmus gepland worden. Er is geen dag voorbijgegaan waarop ik niet ten minste de optie aangeboden kreeg om ergens een nieuw plekje te ontdekken: een nieuw barretje, een wijnfestival op een eiland, een feestje op een boot die over de Moldau vaart. Al ga je daar alleen naartoe, je vindt altijd wel mensen om mee op te trekken. Ik voel me opgevangen en verzorgd.
Â
Liefs
Remco Terryn
- Login om te reageren