Stadscampus of buitencampus, pendelen of op kot, ieders studentenleven ziet er anders uit. Het is een ervaring die je zelf vorm geeft, en dit lijkt misschien heel eng. Wees gerust: iedereen is erdoorheen gemoeten, en zo wij ook.
Aan alle nieuwe stadscampussers: welkom. Jullie zetten nu je eerste stapjes in een deel van ‘t Stad dat daarvoor zijn deuren gesloten hield voor jullie, waar de wapperende rode vlaggen van de universiteit nog geen betekenis hadden. Ook voor mij was dit deel onbekend. Antwerpen bestond voor mij uit de Meir, de Groenplaats en enkele plekjes die ik bezocht tijdens korte tripjes met vrienden of familie. Maar dan: de studentenbuurt. De gemiddelde leeftijd ligt er twintig jaar lager, de broodjeszaken zijn er de beste van de stad en het bier vloeit er rijkelijk – een oase voor de startende student. De universiteitsgebouwen zelf zijn talrijk. Niet alleen zijn ze voor mijn lotgenoten met een tragisch oriëntatievermogen moeilijk te vinden, de benamingen zijn ook nog eens verwarrend: een K kan staan voor gebouw K maar ook voor de Kattenstraat. Maar niet gevreesd: je medestudenten staan allemaal voor dezelfde uitdaging. Of je het nu wilt of niet, je zal samen met hen een aantal belangrijke levenslessen leren. Daar hoef je zelfs geen kot voor te hebben: als eeuwige pendelaar kom je ook zeker een aantal belangrijke zaken te weten. Hier alvast een voorbeeld: de NMBS is je grootste vijand, en bij vertragingen is het wafelkraam je grootste vriend.
Ook aan iedereen die studeert op een campus waar het nut van je studie niet in twijfel wordt getrokken: welkom. Hoewel ze zich op de Stadscampus zorgen maken om broodjeszaken of de trein, hebben we op campus Middelheim, Groenenborger of Drie Eiken geen tijd voor dat soort grappen. Er moet gestudeerd worden. Met een overvol lesrooster waar – geloof het of niet – meer verplichte lessen in staan dan je nu denkt, vrees je waarschijnlijk voor je leven. Je leven buiten het studeren bedoel ik dan. Maar niet getreurd: ook jij staat er niet alleen voor. Als je het gevoel hebt er wel alleen voor te staan, dan klopt dat. Dan zitten je vrienden waarschijnlijk achter hun boeken. Gelukkig kan je jezelf troosten met de gedachte dat iedereen, elke student, prof of een moeilijkere aanduiding daartussenin, in hetzelfde schuitje zit of heeft gezeten – of moet ik zeggen zinkend schip. Hoewel mijn zinkendschipvergelijking dit niet zo een-twee-drie toelaat, wil ik wel zeggen: elk pad (dat niet nieuw is) is al een keer door eerdergenoemden bewandeld. Treed in hun voetsporen – deze zijn op de ene (modderige) campus makkelijker te vinden dan op de andere. De mensen voor jou konden het: waarom zou jij het niet kunnen? Mocht je nu in jezelf een antwoord gegeven hebben, raad ik je aan om ons artikel over faalangst en mentaal welzijn te lezen.
- Login om te reageren