Hooggeachte Rector,
U heeft overschot aan gelijk, waarde rector. Het geweld in Palestina heeft inderdaad een sterke impact op ons, zoals u terecht stelt in de Standaard (22/11/2023) en in uw interne mail aan studenten en collega’s. En dit al langere tijd dan 7 oktober. Helaas heelt tijd niet alle wonden. Samura Koichi zegt: ‘tijd heelt alles, behalve wonden’. Wat overblijft met het verstrijken van de tijd, zijn wonden op littekens.
Het aanhoudende geweld, een waarin we niet enkel een historische, maar ook een huidige verantwoordelijkheid dragen, heeft, zoals u schrijft, een sterke impact op heel wat studenten en medewerkers. Niet uitsluitend door (onze empathie met) het onnoemelijke leed van zij die het geweld rechtsreeks ondervinden, maar de impact is ook voelbaar als een verscheurende discrepantie tussen wat wij als academici enerzijds ‘weten’ en anderzijds ‘doen’. Helaas is onwetendheid een slechte verstopplaats, en het niet innemen van een standpunt onder het mom van ‘neutraliteit’ is uiteraard op zichzelf, jawel, een standpunt. Eentje dat overigens niet ten volle gedeeld wordt door de universitaire gemeenschap waar u naar verwijst. Al meer dan 3600 Vlaamse academici riepen op dat de rectoren zich moeten uitspreken voor een staakt-het-vuren en de relaties met Israëlische instellingen die de etnische zuivering steunen, moeten boycotten. Ondertussen werd er al door meer dan 800 internationale experten in het internationaal recht, conflictstudies en genocide-studies gewaarschuwd voor een potentiële genocide tegen de Palestijnen door de Israëlische strijdkrachten. Er zijn oorlogsmisdaden gaande en de VN spreekt van het risico op genocide. Het verkiezen van ‘neutraliteit’ (als eufemisme voor status quo?) in situaties van onrecht betekent het kiezen voor de kant van de onderdrukker, aldus Desmond Tutu.
discrepantie tussen weten en doen
Hoewel het ‘weten’ vaak betrekking heeft op de empirische orde, en het ‘doen’ van een praktische orde is, situeert het gevoel van discrepantie zich binnen een ethische orde. De weg tussen ‘weten’ en ‘doen’, tussen vaststelling en gevolgtrekking, tussen kritiek en actie, wordt immers vaak geleid door ethiek. Of het nu moreel of immoreel is, het is zelden amoreel. Voor de duidelijkheid: Indien het ‘doen’ zou resulteren uit een fout ‘weten’, of een bedenkelijke ethische orde, verandert hier niets aan. Hoe dan ook, het blokkeren van die weg tussen ‘weten’ en ‘doen’ (uit opportunisme, angst, geveinsde onwetendheid of om welke reden dan ook), leidt tot gewetensproblemen.
Uiteraard is die ethische orde relatief. Precies omwille van deze relativiteit, werden normen in het leven geroepen. Hoewel imperfect en nooit absoluut, bieden zaken als internationaal recht en de mensenrechten waarnaar u terecht verwijst een houvast.
Omwille van die (ook historische) relativiteit worden niet enkel normen, maar ook figuren gehonoreerd als moreel kompas. Personen als Nelson Mandela, Patrice E. Lumumba, en Hannah Arendt, verlenen zo hun naam aan aula’s, instituten of zelfs hele universiteiten. De Palestijnse dokter Izzeldin Abuelaish, wiens 3 dochters in 2009 door het Israëlische leger (IDF) vermoord werden, en die sinds 9 oktober 22 familieleden verloor, kreeg een eredoctoraat aan onze instelling. Die voorbeeldfiguren zijn meestal personen waarop we ons kompas dienden te her-kalibreren. Toevallig of niet wezen ze vaak in de tegenovergestelde richting dan waar de goegemeente het ‘goede’ situeerde - door een fout weten, door een bedenkelijke ethische orde, door het blokkeren van de weg tussen ‘weten’ en ‘doen’, of door een combinatie hiervan.
academische boycot
Hoe dan ook: normen en voorbeeldfiguren kunnen helpen om de kloof tussen ‘weten’ en ‘doen’ te overbruggen. Uw politiserend initiatief om Lumumba te honoreren, alsook uw erudiete lessen in recht en geschiedenis, geven ons sterke houvasten om nogmaals op te roepen tot BDS (Boycott, Divestment, Sanctions) tegen instituten en organisaties die rechtstreeks of onrechtstreeks profiteren van de illegale bezetting, met als doel om Israël geweldloos onder druk te zetten zich aan het internationaal recht te houden en zonder individuen te boycotten op basis van hun identiteit zoals burgerschap, religie of mening. BDS is zeker niet de enige, maar toch één van de belangrijke middelen in onze schamele handen om – naar het voorbeeld van de strijd tegen de vroegere apartheidsstaat Zuid-Afrika – te zorgen dat we niet medeplichtig zijn aan de vicieuze cyclus van geweld. Het is dus ook een van de kleine middelen om als organisatie bij te dragen aan een duurzame veiligheid voor iedereen, ook op onze campussen.
Toegegeven, we hebben de normen en voorbeeldfiguren inderdaad niet altijd nodig. U stelt dan ook eenvoudigweg, terecht en resoluut, dat “geweld op onschuldige burgers […] onaanvaardbaar [is]”. Laten we het geweld op onschuldige burgers dan ook gewoon niet meer aanvaarden. Het absolute minimum dat binnen onze macht ligt, is stoppen met medeplichtigheid. Moeilijk kan dat niet zijn, indien de ‘daad’ bij het woord zich situeert in het iets niet meer doen, eerder dan in het iets doen. BDS is, samengevat, niet veel meer dan dat: niet meer medeplichtig zijn zolang [Palestina-Israël] niet bevrijd is van geweld op burgers.
academische vrijheid
U schrijft terecht dat academische vrijheid niet zonder meer samenvalt met de vrijheid van meningsuiting. Inderdaad. Terwijl het laatste de vrijheid geeft om onwetenschappelijke uitspraken te doen (maar die daarom geen academisch platform hoeven te krijgen), behelst het eerste de vrijheid om te handelen vanuit een ‘juist’ ‘weten’. BDS toepassen, en ons als instelling dus onthouden van acties en initiatieven die de status-quo van bezetting in [Israël-Palestina] in stand houden of bevorderen, is juist een uiting van deze academische vrijheid.
Wat echter ver buiten de academische vrijheid ligt, is het whataboutism dat u tot officiële UA-doctrine lijkt te verheffen. “En Congo dan?, en Iran?”. Als wetenschappers zijn we allergisch voor drogredeneringen. Een referentie naar vorige inactie (bijv. “we hebben evenmin onze verantwoordelijkheid voor Oost-Congo opgenomen!”) kan nooit gelden als een rechtvaardiging voor verdere inactie (“dus doen we dat ook niet voor Palestina").
Maar erger nog, uw whataboutism verloochent dat het hier gaat over onze (ook historische) verantwoordelijkheid, hier en nu. De vraag is niet waarom de universiteit beter geen standpunt inneemt over Gaza, maar waarom de universiteit een standpunt inneemt over zichzelf. Het gaat niet over Israël, Palestina, of hoe u die (volgens mensenrechtenorganisaties) apartheidsstaat ook wil noemen, maar over ons. Het meest tastbare in deze zijn huidige samenwerkingsprojecten tussen onze universiteit en Israëlische instellingen die actief de illegale bezetting steunen zoals de Bar-Ilan Universiteit, een instelling die advies geeft aan het Israëlische leger (IDF) en banden heeft met een campus op de bezette Westelijke Jordaanoever; de Tel Aviv Universiteit, die sponsorgeld krijgt van het Israëlische ministerie van Defensie en beurzen geeft aan reservisten van het IDF; en de Hebrew University in Jeruzalem, die academische programma’s en ondersteuning voorziet aan het IDF.
Waar u tenslotte de academische vrijheid zelf torpedeert is uw whataboutism-except-for-Ukraine. Uw redenering dat academische sancties voor Russische academische instellingen wél konden omdat België lid is van de NAVO, ontkent de academische onafhankelijkheid van onze universiteit. Academische vrijheid betekent dat een universiteit voor zichzelf kan denken, en dat we als academici niet in functie staan van een militaire alliantie. 'Bepaal mee de toekomst' is de slagzin die UAntwerpen hanteert om zo “positieve verandering teweeg te brengen en maatschappelijke uitdagingen aan te pakken”. Dát is waarvoor we als academici en studenten aan de UAntwerpen hebben getekend.
engagementverklaring in verleden, status quo en toekomst
Samengevat, waarde rector, legt u vakkundig de vinger op de wonde, wanneer u schrijft dat de impact op ons sterk is, omdat geweld op onschuldige burgers onaanvaardbaar is. Het pijnlijke, in de huidige status quo, is dat we het wél aanvaarden. En dit, weliswaar, omdat de daad niet bij het woord gevoegd wordt, ondanks een duidelijk gedeelde ethiek. Die daad bij het woord voegen, is iets waar u het mee eens leek te zijn toen u eerder dit jaar en in naam van de Universiteit Antwerpen die u vertegenwoordigt, verklaarde dat de inauguratie van de Lumumba aula ook een engagement naar de toekomst inhoudt. Welnu, ondertussen zitten we in de toekomst.
Als rector bent u een belangrijke stem in het publieke debat. Gebruik die stem en kom op voor een staakt-het-vuren. Breek de banden met academische instituten die medeplichtig zijn aan de oorlog en de bezetting.
Matthias De Groof, Professor Filmstudies en Visuele Culturen, UAntwerpen.
Gert Van Hecken, Professor Ontwikkelingsstudies, UAntwerpen.
Roschanack Shaery-Yazdi, Professor Geschiedenis, UAntwerpen.
Philippe Meers, Professor Filmstudies en Visuele Culturen, UAntwerpen.
Eline Engelen, Student Taal- en letterkunde UAntwerpen.
Lukas Janssens, Student Geschiedenis UAntwerpen.
Danya Nadar, Doctoraatsstudente Ontwikkelingsstudies, UAntwerpen.
Devanshi Saxena, Doctoraatsstudente faculteit Rechten, UAntwerpen.
Vincent Bellinkx, Onderzoekscoördinator IMDO, UAntwerpen.
Richard Toppo, Postdoctoraal onderzoeker Ontwikkelingsstudies, UAntwerpen.
de redactie van dwars, studentenblad Universiteit Antwerpen.
- Login om te reageren