NAAR EEN TRANSINCLUSIEVE UNIVERSITEIT?

UAntwerpen

20/11/2023
Logo QueerTrans@UA
Bron/externe fotograaf

QueerTrans@UA


Een jaar geleden lanceerde QueerTrans@UA een open brief waarin de onzichtbaarheid en discriminatie van trans- en queerpersonen werd aangekaart. Naar aanleiding hiervan schreef Maïte de Haan, een van de initiatiefnemers van de open brief, een opinie op onze website. Kunnen we één jaar later van vooruitgang spreken?

“Naar een trans-inclusieve universiteit”, dat was de titel van het opiniestuk dat Maïte de Haan dat u hier kunt lezen. De Haan is academisch assistent verbonden aan het departement Wijsbegeerte en vertelt dat de brief niet onopgemerkt is gebleven. “De open brief is veel getekend en gedeeld. In alle lagen van de universiteit hadden veel personen weet van het bestaan van deze brief. Dat hebben we met de open brief in elk geval bereikt: we hebben een bepaald punt op de agenda gezet. Zo zijn we uitgenodigd door de rector om onze bezorgdheden en eisen te verduidelijken. Dat gesprek waarbij ook mensen van Team Diversiteit aanwezig waren, duurde uiteindelijk twee uur. Dat stemde me positief, men nam de tijd om naar ons te luisteren. Al wist ik ook wel op voorhand dat zo’n gesprek niet alle tekortkomingen ineens gaat oplossen. Ook viel me op dat het moeite kostte om het belang van bepaalde zaken die voor ons vanzelfsprekend zijn, denk aan genderinclusieve toiletten, te laten doordringen.” 

In de open brief worden tien eisen geformuleerd voor een transinclusieve universiteit. Gaande van genderinclusieve toiletten en bewustwording door middel van het geven van vormingen en curricula-aanpassingen tot een toegankelijk naamwijzigingsbeleid. Een jaar later is het tijd voor een balans: hoeveel van die wensen zijn inmiddels ingewilligd? “De enige concrete verandering is een toegankelijk naamwijzigingsbeleid,” aldus De Haan. “Vroeger moest je hiervoor een lange procedure voltooien, nu is men de procedure om je naam te wijzigen gelukkig aan het vereenvoudigen.” 

Op de site van UAntwerpen vind je terug dat UAntwerpen bezig is aan de uitrol van genderinclusieve toiletten. De universiteit stelt dat op twee wijzen te doen: enerzijds door genderinclusieve signalisatie, anderzijds door het creëren van genderneutrale toiletruimtes. De Haan is kritisch: “De universiteit zegt op de nieuwe campus Paardenmarkt genderinclusieve toiletten te hebben geïnstalleerd. Dat is niet zo: je hebt nog altijd twee aparte lokalen met in het ene toiletten en urinoirs en in het andere alleen toiletten. Je hebt nog altijd twee aparte lokalen met in het ene spiegels en vuilnisbakken en in het andere niet. Enkel signalisatie maakt een toilet nog niet inclusief, er zijn structurele aanpassingen nodig. Bovendien ijveren we bij genderinclusieve toiletten ook voor aparte spiegels, zodat mensen die een hoofddoek dragen in alle privacy hun hoofddoek kunnen goedsteken.”  

Enkele andere eisen in de open brief: de aanwerving van ervaringsdeskundigen in het transthema voor het STIP en genderinclusieve communicatie. “Zoals de universiteit in de externe communicatie bewust oog heeft voor mensen van kleur, zo zou dit ook moeten zijn voor queer- en transpersonen. Ook zouden we in het Team Diversiteit graag iemand zien die expliciet affiniteit heeft met transthema’s. Nu leeft bij ons toch het gevoel dat wij hen dingen die eigenlijk evident zijn duidelijk moeten maken. Wij hebben onze rol als activisten en wij willen praten. Maar het is niet onze job om zelf onderzoek te doen en zelf alle problemen op te lossen. Een diverse genderrepresentatie is belangrijk. Zo krijgen de vertrouwenspersonen momenteel geen vorming rond genderdiversiteit en we zien bij hen niemand die ervaring heeft rond dit thema, noch persoonlijk noch professioneel.” 

De Haan maakt een slotbalans op. “De universiteit voelt ergens wel aan dat dit thema belangrijk is, maar de sense of urgency ontbreekt vooralsnog. Het is een ver-van-ons-bedshow in de leefwereld van het beleid en de diensten, terwijl onze wensen het leven van heel wat mensen die studeren of werken aan de universiteit veel draaglijker en aangenamer zouden maken. Denk aan de genderinclusieve toiletten. Het is geen prioriteit en de universiteit reduceert het tot een symbolisch debat. Nochtans is het voor veel mensen iets wezenlijks: we verwachten meer en effectievere ingrepen.”