verhoogde werkdruk en verdoken kosten

stuvers aan het woord

18/04/2023

Waar is de Studentenraad zoal mee bezig? Hun roze logo verschijnt te pas en te onpas in de mailbox, maar wat doen ze naast mailen? Achter welke nieuwe initiatieven aan de universiteit schuilt stiekem de Studentenraad, op welke manieren beïnvloeden ze het dagelijks leven van de student? Om daarachter te komen neust dwars in de projecten van de Studentenraad. Onlangs lanceerde de Studentenraad een bevraging rond masterproeven en stages. Wat is er uit de bus gekomen?

Laurens Verhaegen is Coördinator Onderwijs en geeft een inkijk in de resultaten. “We horen vaak van studenten dat de begeleiding van hun masterproef niet vlot verloopt en dat ze ontevreden zijn over de gang van zaken. Om dat in kaart te brengen hebben we de bevraging gelanceerd”, vertelt Laurens. Het blijkt hoofdzakelijk over moeilijk bereikbare promotoren en een hoge werkdruk te gaan. “Een groot deel van de respondenten geeft aan dat de werklast niet correspondeert met de hoeveelheid studiepunten die er in hun opleiding aan de masterproef worden toegekend.” Eén studiepunt staat voor ongeveer 25 à 30 uur studietijd, maar in de praktijk overschrijden veel studenten het aantal uren dat door hun opleiding ‘voorzien’ wordt voor de masterproef. “Los van de studiepunten vinden veel studenten dat de werklast in het algemeen te hoog ligt”, merkt Laurens op.

Een ander aspect dat in de bevraging aan bod komt, zijn de verdoken studiekosten verbonden aan een stage of masterproef. “Na de inschrijving heb je bijkomende kosten. Denk dan aan studiemateriaal, maar ook bijvoorbeeld vervoer van en naar een stageplek. Die kosten kunnen voor sommige studenten het verschil maken.” De Studentenraad wil voornamelijk in kaart brengen in welke mate studenten weten wat ze kunnen verwachten. “De bevraging toont aan dat iets meer dan één derde van respondenten op voorhand geen goed overzicht had op alle kosten”, licht Laurens toe. “Eén vijfde maakt zich zorgen over het kostenplaatje. Eén negende van de respondenten heeft hun master anders ingedeeld om het financiële plaatje alsnog te kunnen dragen. Het is dus zeker iets dat leeft.”

Na de bevraging komt het er natuurlijk op aan om met de data aan de slag te gaan. “We zijn op dit moment bezig met een grondige analyse van de antwoorden”, zegt Laurens. Welke pijnpunten zijn er en hoe kan de universiteit die aanpakken? Wat moet er anders? “Op basis van de data stellen we een rapport op waarmee het departement Onderwijs aan de slag gaat. De Studentenraad zal dat rapport dit en volgend academiejaar actief opvolgen, zodat de situatie verbetert. Zeker qua studiekosten willen we een mindset change bewerkstelligen bij de universiteit. Ze moet proactief communiceren over bijkomende studiekosten, want die hebben een reële impact op haar studenten. Een oplossing kan zijn om ze op te nemen in de ECTS-fiches, of ‘Cursusinformatie’.”