verbinding In Situ

kunst op de campus

09/05/2021

De bedrijvigheid heerst wanneer ik het grote atelier betreed waarin de In Situ-studenten werken. Overal in de ruimte liggen materialen verspreid, kunstinstallaties in diverse staten van voltooiing, en ik moet moeite doen om nergens op te trappen. Kan ik mijn excuses nog aanbieden aan elke kunststudent op wiens materialen ik misschien heb getrapt? Ik kon enkele studenten van In Situ, een afstudeerrichting van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten Antwerpen, heel eventjes storen, voor ze verder werkten aan hun kunstprojecten. 

‘Kunst in situ’ duidt op kunst die gemaakt wordt op een bepaalde plaats en die zich baseert op de specifieke kenmerken van die plaats, in die mate dat het kunstwerk in kwestie verbonden is met de plaats. Plaats en kunstwerk kan je dus niet los van elkaar zien. Campus Drie Eiken wordt zo een canvas voor de studenten van De Academie. Niet in de zin van dat het een blanco blad is; juist alle betekenissen, alle associaties die de universiteitscampus, zijn studenten, zijn omgeving roepen de kunst als het ware op in de kunstenaars van De Academie. De opdracht legt hen op een tijdelijk, low budget werk te maken. Daarbuiten staat het hun geheel vrij om zich te laten inspireren door al wat Campus Drie Eiken te bieden heeft. 

  

universitair thuis 

Een thema dat in bijna al mijn gesprekken met de kunststudenten naar voren komt, is verbondenheid. Verbondenheid met de omgeving, verbondenheid met andere mensen. Eenzaamheid heeft, na een tumultueuze tijd vol virusstrubbelingen en isolerende maatregelen, haar tol geëist en veel van de kunstwerken lijken te roepen om knusheid, om verbondenheid, om een uitgereikte hand naar de ander. Een voorbeeld daarvan is het werk van Yi Zhang. Door middel van zes roeiriemen wil ze van de brug nabij gebouw U een bootje te maken. De roeiriemen nodigen uit tot samenspel, tot een herinnering maken met vrienden of vreemden, wie ook in de buurt zij. Met corona in het achterhoofd zorgde Yi ervoor dat de roeiriemen ver genoeg uit elkaar staan om afstand te garanderen, waardoor veiligheid geen obstakel hoeft te zijn voor plezier. De intimiteit van sociale relaties vindt ze belangrijk, geeft ze grif toe. Het is iets wat ze behoorlijk mist tijdens de pandemie. Je thuis voelen is je gekend voelen. Geven om een ander bouw je op door herinneringen aan elkaar te maken, te bewaren. Yi’s kunstwerk wil daar graag bij helpen. 

Ook Miguel Garchitorena grijpt naar een thuisgevoel. Nabij de fietsenstallingen van de bibliotheek vond de masterstudent een trap met blauwe relingen. “Ik kreeg het idee door een ervaring met transitional spaces”, vertelt hij. “Dat is een ruimte waar twee verschillende ‘werelden’, om het zo te zeggen, met elkaar in contact komen.” De reling op Campus Drie Eiken wil hij vervangen om dat dubbele gevoel te benadrukken. Door er een houten reling te plaatsen, roept hij een interieur op, en in die zin een thuisgevoel. Over het algemeen lopen studenten de trap gewoon op en af; door de reling te veranderen in iets wat er op het eerste gezicht eigenlijk helemaal niet ‘past’, wordt hun blik ook naar de omgeving getrokken. De campus is omgeven door natuur. Door dat natuurlijke aspect te benadrukken en door het huiselijke een plaats te geven, hoopt Miguel dat passanten op een andere manier naar de ruimte kijken. Eerst was het toch wat lelijk, lacht hij, terwijl de campus zo mooi is in zijn details. 

  

water in beweging 

Nabij de komida bouwde Paul Müller twee houten installaties op het meer. Die installaties heten An attempt to make waves en trachten, zoals de speelse naam al weggeeft, het water in golfbewegingen te duwen. De handgemaakte installaties worden aangestuurd door de wind en staan tegenover elkaar op het meer, waardoor hun golven elkaar tegenkomen. Een ontmoeting op het water, als het ware. Mijn hersenen kunnen de complexe constructie van Pauls ersatzwindmolen niet helemaal verwerken, maar bij elke vraag blijft Paul nuchter. Er liggen geen metaforen verborgen in de houten vormen, maar juist oplossingen voor eerdere problemen. “Ik kan het niet aanraden,” lacht hij, “altijd die technische problemen!” Dat betekent niet dat de hele constructie puur op praktisch nut gebaseerd is. Net zoals de golven verstild water opbreken, breekt Paul met de lineaire waterbewegingen die zo vaak in kunst te vinden zijn. De straal van Manneken Pis zegt weinig, geeft hij aan, terwijl golven meer dynamiek brengen. En dat past veel beter bij een campus waar de wetenschappen telkens weer een poging doen om verder te geraken dan hun voorgangers. 

De wetenschappelijke kant van de universiteit inspireerde Elle Verstraeten net zo goed. Toen ze de campus voor het eerst bezocht, was het terrein overladen met sneeuw. Dat beeld bleef bij haar hangen. “Op mijn middelbare school vond ik chemie erg interessant”, vertelt ze. “De kennis van toen wilde ik gebruiken om het beeld van de ijskristallen vast te houden, ook tot in de zomer.” Haar aanvankelijke plan was om NaB4O7H2OUA naast Giraf Dana in het S-gebouw te plaatsen, dit om het beeld van een wetenschappelijke expositie te behouden. Omwille van praktische redenen prijkt het kristal nu in het O-gebouw, waar het alle ruimte heeft om te schitteren. Om het kristal te maken haalde ze water uit het meer, om zo een natuurlijke link met de campus te behouden. Uit dat water liet ze kristallen groeien op een wollen membraan. Het geheel is sterk en kan wel tegen een stootje, maar oogt tegelijkertijd fragiel. Misschien dat de kracht juist zit in de kwetsbaarheid van de individuele kristallen. 

  

reflectie in gesprek  

Marcelo Venzon is een pre-masterstudent die eerder afgestudeerd is als architect. Die voorkennis wilde hij graag implementeren in zijn kunstproject, maar naar eigen zeggen bleek de te doorgronden grond te omvangrijk om enige connectie te voelen met de gebouwen. Tot hij het O-gebouw ontdekte, met zijn gele gezichten om de universiteit te weerspiegelen en zijn gepolijste zuilengalerij. “De zuilen herbergen een spiegeleffect”, vertelt hij enthousiast, terwijl hij me foto’s op zijn gsm laat zien van hoe het er allemaal uitziet. Zijn project concentreert zich op die reflectie en in die zin ook de zoektocht naar de connectie met de omgeving. Langs de hele galerij behangt hij de verschillende zuilen met een foto van de omgeving, waardoor de architectuur van het O-gebouw zichzelf kan integreren in de natuur rond zich heen. De foto zelf is op een prachtige dag gemaakt, bijna idyllisch. Bij slecht weer geeft dat een groot contrast, waardoor de verbinding met de omgeving bijna alweer doorbroken wordt. Maar een poging tot verbondenheid is ook een vorm van verbondenheid, toch? Marcelo wijst naar zijn eigen hand op de foto, iets wat me nog niet eens was opgevallen tot hij op het plekje wijst. “Zo is er ook nog een beetje menselijkheid in al die natuur.” 

Het O-gebouw is sprekend, beaamt Feng Li, maar het fort ernaast sprak hem al helemaal aan. Het zijn allebei beeldende locaties en met zijn kunstwerk wil hij de twee samenbrengen. Hij bouwt een eigen katapult dat de campus en het fort tot een geheel zal vormen. Een reliek van de geschiedenis, maar dan met een twist: de katapult komt voor in diverse regio’s, periodes en culturen en daarom zal zijn katapult een fusie zijn van vroeger tot nu, van Europa tot Azië. In het grasveld tegenover zijn katapult staat een witte sculptuur. Fengs plaatsing houdt daar bewust rekening mee: hij wil een dialoog ontketenen tussen de sculptuur en de katapult, of een oorlog, of allebei. Het wordt een Negotiation, zoals het schilderij passend heet. Net zoals de katapult zelf zich manoeuvreert tussen de verwachtingen van een bepaalde categorie, is de spanning hier voelbaar. Wat wordt het, uiteindelijk, wat brengt de toekomst? Al wat minder gemakkelijk in een hokje te plaatsen is, brengt enige spanning met zich mee, maar ook in die spanning is berusting te vinden. Al stelt Feng me meteen wel gerust voor ik meegetrokken word in die palaverende waterval: de minimalistische katapult is niet functioneel, dus veel zal er niet uitgevochten worden. Maar dat is aan de verwachtingen ontkomen op zich. 

Campus Drie Eiken is voor mijn Stadscampushart nog altijd een ongrijpbaar doolhof, maar de twaalf kunstinstallaties brengen me dichter bij het terrein. Ze dwingen, nee, verzoeken me om stil te staan, na te denken, de wereld om me heen net een tel langer in vraag te stellen. Het zal een gemis zijn wanneer de tijdelijke kunstwerken verdwijnen. Maar dan kijk ik uit naar de volgende editie. 

  

De kunstwerken van de In Situ-expositie zijn nog te bezichtigen van 6 mei tot en met 17 oktober 2021 op Campus Drie Eiken.