zolang er maar voetbal is

opinie: de oogkleppen die de media ons voorhoudt

30/11/2017
🖋: 

Je moet het maar eens proberen: ‘lijst Belgische wereldkampioenen 2016’ googlen en het door zorgvuldig samengestelde algoritmes berekende lijstje tevoorschijn zien komen. Je zult meteen zien wat ik bedoel: twee keer wielrennen, drie keer voetbal en een verdwaald artikel uit de Metro over het feit dat we een wereldkampioen ‘lijnvissen’ hebben. Bijna alsof gewoon vissen alleen al niet moeilijk genoeg is.

Na een zorgvuldig onderzoek van welgeteld vijf minuten en een leven vol ergernissen, besluit ik dat er maar twee opties over kunnen zijn: of google’s algoritme slaat nergens op, of de media zet ons zodanig veel oogkleppen op dat we eigenlijk zo goed als blind zijn. Veel verder dan voetbal, wielrennen en -weliswaar na een schandalig veel scrollen- Nafi Thiam kom ik niet. Nochtans – zo vertelt Wikipedia mij anderzijds - bestaan er zo’n 8000 sporten, is er dan niet heel erg veel ruimte om onze horizonten te verbreden?

Er mogen dan meer dan duizend sporten bestaan, ik wil gerust een weddenschap aangaan met Jan modaal om er meer dan tweehonderd op te noemen. Zelf pleit ik ook schuldig, dat geef ik met grif toe, maar dat laat niet weg dat ik het zonde vind dat mijn kennis zo beperkt is en vooral: zo beperkt blijft. Zo veel sporten als ik al kan opnoemen, zoveel topsporters zal ik nooit kunnen opnoemen en al helemaal niet als ze van eigen bodem zijn.

Zo kent het judo – toch ook een van de top tien sporten gesponsord door de Vlaamse overheid – nu opnieuw een hoogtijd, maar de kans dat u of ik daarvan of van de naam ‘Matthias Casse’ gehoord heeft, is klein. Afgelopen WK bij de junioren, behaalden onze Belgische sporters maar liefst vier medailles, waaronder dus ook het goud van Casse en geen kat die er ook maar iets van weet. Deze generatie wordt gezien als de beste lichting junioren in dertig jaar en verdiende welgeteld drie minuten tegen het einde van sportweekend, drie weken na datum. Hoe kunnen we trots zijn op wat wij Belgen presteren als we er niet eens van op de hoogte gebracht wordt.

Als Anderlecht daarentegen met veel toeters en bellen onderuit gaat tegen PSG (voor de niet-voetbalfanaten onder ons: Paris Saint Germains), dan is het voorpaginanieuws en weet iedereen het zo ongeveer drie minuten na het einde van de match, van contrasten gesproken.

Laten we voor een ander voorbeeld gaan: Nina Derwael is een naam die u vast wel kent. Zowel Europees kampioen als een bronzen medaille op de wereldkampioenschappen in het turnen (ongelijke leggers), piepjong en barstensvol talent, maar of u haar ooit live op tv ziet? Misschien in een interview, maar live? Nee, tenzij het vierjaarlijks hoogtij der onbekende sporten - beter bekend als de Olympische Spelen - aan de gang is, is het onmogelijk om als sporter –mannenvoetbal nu even niet meegerekend- een degelijke plek op de buis te krijgen. 

De Spelen worden dan ook niet voor niks het baken van de sport genoemd en is terecht het grootste sportevenement ter wereld. Ook staan we elk jaar weer verrast van hoe interessant het is om naar soms volledig onbekende sporten te kijken en te supporteren voor mensen die u nooit eerder zag, zolang ze ook maar uit ons Belgenlandje komen. Een paar weken, elke vier jaar kunt u genieten van de verrassing die onbekende sporten u bieden en elke vier jaar krijgen kleine kinderen plots grote dromen om ooit ook daar te staan. Ze krijgen plots iemand die daar op het tv-scherm schittert en hun zo kan inspireren om in hun voetsporen te treden. Maar dat is maar eens in de vier jaar en waarom niet meer? 

“Oké, judo en turnen,” zult u nu vast zeggen, “dat zijn nu ook niet de meest bekende sporten om naar te kijken. En als het Spelen zijn, dan is er niks anders dan dat, dus veel keuze is er ook weer niet.” Dat klopt, maar als je de Spelen naast je neerlegt, dan blijven die sporten wel nog steeds bestaan en houden zij evengoed internationale tornooien, Europese of wereldkampioenschappen en ziet u dan iets op tv verschijnen? En wat heeft u dan te zeggen op het feit dat zelfs de halve finale van David Goffin op de officieuze wereldkampioenschappen tennis niet op Vlaamse televisie te zien was? Er was niks anders op tv, is al duidelijk geen goed excuus. De ATP finals, elk jaar weer een spannend toernooi waar de absolute wereldtop zich wil bewijzen en toch werd een match gespeeld door een Belg op zulk een tornooi niet uitgezonden. Wat wil je dan?

Uiteindelijk draait het allemaal rond hetzelfde. Sterallures, sportwagens en nog veel meer degoutante hoeveelheden cash die de spelers betaald krijgen om de helft van de tijd op de bank te zitten. Het verdient vaak beter om in vierde klasse provinciaal een weekje mee te spelen, dan Belgisch kampioen te worden in praktisch elke andere sport. Natuurlijk komt dit door sponsoring en media-aandacht, maar is dit dan geen vicieuze cirkel? Meer media is meer geld, maar daarmee veroordeelt de media de dromen van beloftevolle sporters wiens naam het licht toch nooit zal zien.

Het aanbod sport lijkt dan ook elk jaar weer te vernauwen tot uiteindelijk enkel voetbal overblijft en met het WK voetbal voor de deur dat hoogstwaarschijnlijk gretig en vooral zo goed als integraal uitgezonden zal worden, zal het er ook niet veel beter op worden, gok ik. Zijn we dan nog echt vrij om te kijken wat we willen? Zolang voetbal de kroon spant en het gros van de tv-tijd opslorpt, blijft het algemene beeld van de Vlaming gefixeerd op dat ene kleine beetje van het spectrum en blijft er vooral zoveel meer verborgen en dat is letterlijk zonde van de zendtijd.

Maar zolang als er zondagavond maar voetbal op tv komt en u onderuit gezakt met een frisse pint in de zetel kunt gaan zitten zonder u ergens zorgen over te maken, is alles goed, nietwaar? Dat er iemand uit ons kleine landje het zonet klaar heeft gespeeld om wereldkampioen te worden, kan u toch wel worst wezen.