vroegmoderne erotiek opgediept

blikopener

21/11/2019

De associaties die meestal in je hoofd gemaakt worden bij thema’s als ‘oude handschriften’, ‘renaissance’ en ‘vroegmoderne Nederlandse letterkunde’ kunnen we nu definitief van de baan schuiven. Sven Molenaar rondde immers onlangs zijn doctoraat af rond Het Mengelmoes. Hij onderzocht het integrale zeventiende-eeuwse handschrift, dat lange tijd onder de radar bleef en sinds 2000 aanwezig is in de Erfgoedbibliotheek Hendrik Conscience. Hij gaf reeds vele interviews aan Vlaamse kranten, waarbij de koppen dan vaak uitpakken met woorden als ‘pornografie’ en ‘ondergronds’. Voor dwars lichtte hij dat verder toe.

 

Sven Molenaar ontdekte Het Mengelmoes via Hubert Meeus, gewoon hoogleraar aan UAntwerpen en alom bekend onder Taal- en Letterkundestudenten. Het handschrift maakte in 2004 deel uit van een tentoonstelling, maar bleef verder onaangeraakt. Het bleek in eerste instantie een interessante bron voor de masterscriptie van Molenaar. Daarvoor maakte de student transcripties van alle veertig historieliederen in het handschrift, waarvan hij er zes selecteerde. Die handelden over de Negenjarige Oorlog aan het einde van de woelige zeventiende eeuw. In die periode was alles wat literatuur betrof onderhevig aan zowel kerkelijke als wereldlijke censuur. Daardoor kregen we tot voor kort een eenzijdig beeld van de literatuur uit de zeventiende eeuw. De renaissance is bijgevolg voor velen niet de meest geliefde periode uit de geschiedenis. Het Mengelmoes bevat alternatieve literatuur, die heel anders dan godsdienstige teksten die bekend zijn uit de periode. Het komt uit de Zuidelijke Nederlanden, ongeveer het huidige België zonder de provincie Luik.  Deze alternatieve literatuur liet zien dat er al in de zeventiende eeuw libertijnse teksten circuleerden waarin seksuele vrijheid als onderwerp voorkwam. De teksten die Molenaar onderzocht, leggen dus een ondergrondse cultuur bloot, die voordien onbekend was.

 

pornografie?

Het begrip pornografie moeten we in dat tijdskader wel anders benaderen. Sven Molenaar verduidelijkt: “In deze tijd is pornografisch materiaal een realisatie van de fantasieën van de pornograaf. In de tijd van Het Mengelmoes was dat niet zo. Toen was pornografie bedoeld om de maatschappelijke orde en moraal te ondermijnen. Daarnaast moest het lustopwekkend zijn." Wat we dan kunnen verwachten in deze geschriften, legt hij verder uit: "Het gaat eerder om lange omschrijvingen van genitaliën en beschrijvingen van seksuele handelingen. Het lustopwekkende van toen werkt nu eerder op onze lachspieren, maar was zeer progressief in de tijd dat het werd geschreven.”

Ellenlange stukken over seks in de geschriften uit die tijdspanne zijn bijzonder. Er bestaat helaas niet iets als een databank van handschriften en hun inhoud. Dat zou wel een interessant beeld geven: er zou een overzicht ontstaan van alles wat er voorhanden is en misschien nog onderzocht kan worden. In de tientallen andere handschriften die Molenaar onderzocht, vond hij niets gelijkaardigs aan de vondsten in Het Mengelmoes. Al sluit hij zeker niet uit dat er elders nog teksten van die aard te vinden zijn.

"Wil jij me jouw vogelhuisje lenen?" "Uw vogel mag mijn huis wel in, mag maar er pas weer uit nadat hij heeft gehuild."

ondergronds

Het Mengelmoes is een ondergronds handschrift. Dat houdt in dat het lang onder de radar kon blijven en nooit werd nagekeken door de censuur, in tegenstelling tot gedrukte boeken. Daarbuiten circuleerden in beperkte kringen enkele losse teksten. Liederen werden vervolgens gezongen, en prozateksten en gedichten werden voorgedragen. De libertijnse opvattingen werden op die manier verspreid en de teksten zorgden voor een hechtere band tussen de leden van de literaire kring(en). Buiten die kringen zagen de teksten weinig tot geen daglicht. Met andere woorden, de teksten bleven echt binnen de libertijnse groepen. Zo zie je maar dat subversief gedachtegoed van alle tijden is. “Deze bron kunnen we het best vergelijken met een besloten groep op Whatsapp of Facebook. Iemand met een hoge functie en een goede naam wil in de publieke ruimte geen uitspraken doen die tegen hem kunnen worden gebruikt, maar in een besloten groepje kan die persoon wel eens uitspraken doen die lijnrecht tegenover zijn publieke ideologie staan”, verduidelijkt Sven Molenaar. “O, tempora; o, mores! Wat een tijden; wat een zeden.”

Voor de onderzoeker is het besluit klaar en duidelijk. Er bestaat niet zoiets als de lange, saaie zeventiende eeuw. Het draait om perceptie en volledigheid. Zijn onderzoek toont aan dat er nog heel wat te ontdekken is. Met Het Mengelmoes zien we voor het eerst teksten die een veelzijdiger beeld geven van de literatuur uit de late zeventiende eeuw. Met die kennis worden er hopelijk blikken verruimd, hoopt hij. Het dwarse gedachtegoed is ook in deze tijd nog uitermate herkenbaar. Vogelhuisjes hebben ondertussen hun erotische connotatie wel verloren, maar over vogeltjes is het laatste woord nog niet gezegd.