van vicerector naar rector

een gesprek met Silvia Lenaerts

16/05/2023

Silvia Lenaerts was sinds 2016 vicerector Valorisatie en Ontwikkeling aan UAntwerpen, een functie waarbinnen ze samenwerkingen opzette tussen universiteit en bedrijven. Vanaf 15 mei 2023 is ze de eerste vrouwelijke rector van Technische Universiteit Eindhoven. Voor ze de trein richting Nederland opstapte, klampte ik haar vast voor een gesprek. Hoe blikt ze terug op haar tijd aan UAntwerpen?

Ze laat me met plezier binnen in haar licht ogende kantoor op Campus Middelheim. Ik begin met de vaste vraag: hoe heeft ze haar tijd aan UAntwerpen ervaren? “Aan onze universiteit is er steeds veel in verandering; we zijn geen logge organisatie waar alles al vastligt”, vertelt ze. “Ik pionier graag en UAntwerpen geeft daar kansen toe.” Die kansen heeft Lenaerts gegrepen. De bachelor Bio-ingenieurswetenschappen is hervormd onder haar toeziend oog en het departement is de samenwerking aangegaan met UGent en KU Leuven. Daarnaast richtte Lenaerts ook een eigen onderzoeks-groep op: DuEL, wat staat voor Duurzame Energie-, Lucht- en Watertechnologie. Als ze eraan denkt, lacht ze kort. “Dat was moeilijk, dat kan ik je wel meegeven. Met veel ben ik uit het niets vertrokken: ik zag een lege ruimte en begon maar. Dan moet je buiten de universiteit kijken en samenwerkingen zoeken. In het bedrijfsleven heb je geld en een duidelijk doel, maar op de universiteit heb je dat niet. Geen geld, geen middelen, geen mensen. Je doet het alleen. Aan de ene kant is dat positief, want je kan veel kanten uit, maar aan de andere kant is het lastig. Ik wil daar niet over klagen: het is goed dat het aan de universiteit minder over dat financiële doel gaat. Het gaat over jonge mensen; hen motiveren is mijn drijfveer.”

Die drijfveer is duidelijk zichtbaar bij Lenaerts. Ze heeft veel doctorandi en studenten gezien in haar carrière. “Ik wil de vonk overbrengen in elke groep waar ik kom, zodat mensen echt hun richting vinden”, zegt ze. “Doctorandi begeleiden vind ik misschien wel het fijnst. Ze zitten in een belangrijke tijd. Die studententijd is bijna zorgeloos, maar daarna wordt het serieuzer en moet je veel grote beslissingen nemen. Die fase vind ik leuk: ik zie hen dan echt hun ding vinden. Ik hoop dat ik jonge mensen toch iets heb kunnen meegeven.”

voorbij de verkokering

Naast professor was ze een sterk geëngageerde vicerector Valorisatie en Ontwikkeling. Nu ze naar Eindhoven trekt, komt er een opvolger. Wat moet die zeker meenemen? “Het is belangrijk om de openheid te behouden naar wat valorisatie is”, stipt ze aan. “Valorisatie is maatschappelijk-economische waardecreatie vanuit onderzoek. Denk out of the box: dat kan ook van atypische profielen komen. Doe iets met de kennis die we hebben en ga zeker niet de weg op van enkel de technologische innovatie.” Die innovatie is logisch, verklaart Lenaerts, maar die kennen we al. “Met maatschappelijke impact maken we het verschil en bereik je de mensen. Daarom is het ook zo goed dat de sociaal-humane faculteiten – Rechten, Letteren en Wijsbegeerte en Ontwerpwetenschappen – nu ook inzetten op valorisatie en een valorisatiemanager in dienst hebben genomen. Zo onderscheiden we ons in Antwerpen.”

Waar er nu meer op valorisatie wordt ingezet, is de strijd nog niet gestreden. “We moeten blijven vechten voor autonomie en vrijheid voor bottom-up initiatieven. Als mensen iets willen doen, moeten we erin geloven, vertrouwen geven en niet onmiddellijk afkomen met financiële parameters. Het is essentieel om risico te nemen en moed te tonen. Op de universiteit zie ik een grote risico-aversie en we mogen ons daar niet te hard door laten leiden. Als je te braaf bent, slorpen ze de ideeën op in de bureaucratie en dan verdwijnt innovatie.”

Ook cruciaal is dat de universiteit blijft kijken naar wat de samenleving nodig heeft. “We mogen geen koker worden. Pas op, het moet absoluut kunnen dat zij die dat willen, zich kunnen focussen op hun onderzoek alleen, maar er moet zeker ruimte zijn om samen te werken met andere actoren in de samenleving.” Valorisatie is tenslotte iets heel anders dan onderzoek, volgens Lenaerts. “Bij onderzoek ga je in de diepte, maar bij valorisatie moet je juist zo breed mogelijk kijken. Beide zijn nodig aan een universiteit.”

In haar carrière heeft Lenaerts weleens kritiek gekregen. “Ik ga de confrontatie aan”, geeft ze toe. “Ik ben al dertig jaar bezig met luchtpollutie en vandaaruit uit ik ook kritiek op vervuilende bedrijven. Die bedrijven zijn niet altijd even blij met wat ik zeg.” Het leidt me naar mijn volgende vraag. In 2022 verscheen Lenaerts namelijk in een advertentie van chemiereus INEOS. Daar werd Lenaerts in allerhande opiniestukken op afgerekend. “Ik begrijp heel goed dat die kritiek er was”, zegt Lenaerts. “Ik voel me misbruikt door INEOS. Ik heb dat interview gedaan, maar ik wist niet dat de journalist in opdracht van INEOS werkte en ik heb nooit de intentie gehad om eender welk bedrijf te steunen. Het raakt me sterk, want het gaat enorm hard in tegen wat ik wil. Ik ben net steeds kritisch voor bedrijven die een impact hebben op milieu en gezondheid. De vervuiler moet betalen. Is het niet choquerend dat dat simpele principe zo moeilijk is om om te zetten in de praktijk? Mijn hele onderzoek gaat over luchtzuivering en luchtpollutie en dan word ik in de hoek gezet van een chemisch bedrijf dat zich daar niets van aantrekt.”

rector Lenaerts

Haar kennis kan ze nu verspreiden in Eindhoven. “Toen ze me voor het eerst contacteerden, dacht ik dat het een grap was”, vertelt Lenaerts. “De rector in Nederland, dat is een grote, grijze, oude man, niet iemand zoals ik. Ik ging ervan uit dat ze me hadden gevraagd om een tegenkandidaat voor de eigenlijke nieuwe rector te hebben, dus ik had weinig voorbereid en had besloten om gewoon mezelf te zijn.” De gesprekken met Technische Universiteit Eindhoven bleken aangenaam en over onderwerpen te gaan die Lenaerts zelf nauw aan het hart liggen, zoals duurzaamheid, onderwijs en klimaat. Lenaerts: “Pas tegen de laatste ronde had ik een goed gevoel over mijn kansen en heb ik het tegen rector Van Goethem gezegd.” Toen was het ineens beklonken: Silvia Lenaerts, rector van Technische Universiteit Eindhoven.

Naar aanleiding van de rectorverkiezingen in academiejaar 2023-2024 kon je in de gangen fluisteringen opvangen over Lenaerts als mogelijke rectorkandidaat van UAntwerpen. “Ik heb altijd gezegd: ‘ofwel word ik rector, ofwel ga ik weg’. Ik wil dingen kunnen veranderen. Als je in de positie van vicerector hebt gezeteld en je kan achteraf niets meer veranderen, is dat frustrerend.” Ze lacht kort: “En nu komen de twee samen! Ik geloof in het potentieel van Antwerpen, maar de kans om rector te worden in Eindhoven kon ik niet laten liggen. Ik heb er wel over getwijfeld om te blijven, ik wou de rector ook niet in de steek laten, maar goh... In Nederland is het anders: daar wordt er bij rectorverkiezingen gekeken naar inhoud, terwijl het hier veel politieker is. Nog een jaar politieke spelletjes spelen, zag ik niet zitten.”

Als ik vraag of ze sommige dingen anders had aangepakt, schudt ze haar hoofd. Toch vond ze niet alles even evident. “Wat ik moeilijk vond, waren de evaluaties waarbij je afgerekend wordt op zaken die er, naar mijn mening, maar weinig toe doen. Hoeveel publicaties, hoeveel citaties, goh, dat is toch maar één aspect, niet? Ik heb daar veel stress door gehad en achteraf gezien had ik misschien harder op tafel moeten kloppen en moeten vragen om de parameters te herbekijken.”

de vrouw in de kamer

Lenaerts wordt de eerste vrouwelijke rector aan een technische universiteit in Nederland. Daarmee vervoegt ze een kort lijstje van vrouwelijke rectoren in de Lage Landen. “Straf, niet?” zegt Lenaerts. “Ik begon dertig jaar geleden met werken en toen was ik steeds de enige vrouw in vergaderingen, van in mijn doctoraatsproject tot in mijn bedrijf. Ik kan me nog goed herinneren dat ik dacht: ‘dat verandert wel’. Nu stel ik tot mijn verbijstering vast dat ik nog altijd op de meeste vergaderingen de enige vrouw ben. Ik vind het fijn dat ik een vrouwelijke rector aan een technische universiteit ben, maar het voelt dubbel. Hoe kan dat nu, de eerste zijn? Er zijn tenslotte evenveel vrouwen als mannen die dat zouden kunnen. Het zet me wel aan het denken.”

 

Nog een jaar politieke spelletjes spelen, zag ik niet zitten.

 

Waaraan het ligt? Volgens Lenaerts kunnen er meerdere redenen zijn. “Ik denk dat het grotendeels met tijdbesteding te maken heeft: we moeten zo veel bordjes in de lucht houden. Als ik ‘s avonds naar vergaderingen moest, dacht ik vaak aan het avondeten van mijn kinderen, aan wat ik verder nog moest doen, aan wat mijn kinderen nog nodig hadden voor school. Dat vond ik dan vaak prioritair. Die praktische kant zit er misschien wat meer in bij vrouwen. Je bent continu bezig met ervoor te zorgen dat alles draait en dat is een evenwichtsoefening in organisatie en prioritisering”, merkt ze op. “Als we spreken over meer vrouwen in het bestuur, moeten we meer over de praktische kant van de zaak spreken. Als er praktische problemen zijn bij de organisatie van het huishouden, dan moet iemand die natuurlijk wel oplossen.” In de praktijk blijkt dat toch nog vaak de moeder te zijn en niet de vader. “We moeten die kwesties eerlijk op tafel kunnen leggen.”

Hoewel er wel gesproken wordt over meer vrouwen in beleid, blijkt dat praktische niet altijd opgenomen te worden. “Als ik de adviezen lees, vind ik het vaak toch nog ontgoochelend”, zegt Lenaerts. “Het gaat vaak over wollige zaken, terwijl, als ik naar mezelf kijk, ik echt wel bezig was met hoe ik mijn kinderen naar school kreeg en hun last minute schoolbenodigdheden op tijd verzameld kreeg. Ik had nood aan iemand die nu en dan insprong, de boodschappen ging doen. Al die blabla in de adviezen heeft geen zin; breng het gesprek down to earth.”

Dat is niet het enige wat Lenaerts opvalt. “Als je ergens in dienst komt, krijg je een loon dat aansluit bij je vorige lonen. Wij doen dat ook, overigens, en ik vind dat een foute praktijk. Want wat gebeurt er dan? Vrouwen krijgen kinderen en zijn een tijdje afwezig, dan zijn ze vaak tevreden met een lager loon. Wanneer je dan in een nieuwe functie komt, sluiten ze aan op dat lagere loon. Terwijl een man die hard op tafel heeft geklopt en een hoog loon onderhandeld heeft, dat hoger loon behoudt en bijgevolg steeds meer krijgt. Dat is een onrechtvaardigheid die in het systeem kruipt en alsmaar meegaat. Daar zie ik nog veel werk. Ook dat zijn praktische zaken, maar praktische zaken kunnen we veranderen.”

Dat is niet het enige wat Lenaerts opvalt. “Als je ergens in dienst komt, krijg je een loon dat aansluit bij je vorige lonen. Wij doen dat ook, overigens, en ik vind dat een foute praktijk. Want wat gebeurt er dan? Vrouwen krijgen kinderen en zijn een tijdje afwezig, dan zijn ze vaak tevreden met een lager loon. Wanneer je dan in een nieuwe functie komt, sluiten ze aan op dat lagere loon. Terwijl een man die hard op tafel heeft geklopt en een hoog loon onderhandeld heeft, dat hoger loon behoudt en bijgevolg steeds meer krijgt. Dat is een onrechtvaardigheid die in het systeem kruipt en alsmaar meegaat. Daar zie ik nog veel werk. Ook dat zijn praktische zaken, maar praktische zaken kunnen we veranderen.”