uit het oog, uit het hart?

blikopener

13/10/2017

Wist je dat het lam in De aanbidding van het Lam Gods van de gebroeders Van Eyck vier oren en twee neuzen heeft? Of dat de duif en de torens mogelijk nog niet aanschouwd konden worden door hun vijftiende-eeuwse tijdsgenoten? Professor Koen Janssens en onderzoekers Geert Van Der Snickt en Stijn Legrand laten ons aan de hand van x-stralenfluorescentie zien dat niet alles is wat het op het eerste zicht lijkt.

verder dan het oog reikt

X-straalradiografie is niet alleen in de medische sector van toepassing, maar ook in de kunstwereld. Hier worden dan geen patiënten, maar schilderijen onderworpen aan kegelvormige x-straalbundels. Verf met lood houdt deze stralen immers tegen, terwijl ijzerhoudende en andere pigmenten daar veel minder goed in zijn. Wanneer je achter zo’n schilderij een fotografische plaat opstelt, verkrijg je een zwart-wit schaduwbeeld dat zelfs eventuele overschilderde delen aan het licht weet te brengen.

 

Aan de Universiteit Antwerpen werd een krachtiger equivalent ontwikkeld, dat toelaat chemische informatie van onder het oppervlak te bekijken in de vorm van beelden. De onderzoekers in kwestie wisten dit zwart-witverhaal op te fleuren tot een kleurrijk geheel. Het scannen van een oppervlakte van vijftig op vijftig centimeter neemt ongeveer één dag in beslag. De scanner loopt continu, maar dient wel uitgelijnd te worden. 

 

De voordelen compenseren deze tijdrovende activiteit ruimschoots. Deze methode, gedoopt tot macroscopische x-straalfluorescentie, is immers in staat om verschillende chemische componenten op te sporen en eventueel verborgen lagen onder het zichtbare oppervlak van het schilderij bloot te leggen. Daarnaast kan ze helpen om een werk met grotere zekerheid toe te schrijven aan een welbepaalde schilder.

 

eentje is geentje

Het Koninklijk Instituut voor het Kunstpatrimonium restaureerde het Lam Gods. Om de kleuren weer beter tot hun recht te doen komen, werd eerst het vernis eraf gehaald. Zo werd ontdekt dat de schenkers op de buitenpanelen, Joos Vijd en zijn echtgenote Lysbette Borluut, niet één, maar twee kleden over elkaar aan hadden. Daarna begon men vensters te openen, wat betekent dat over een kleine oppervlakte (van enkele vierkante centimeter) de bovenste laag verwijderd werd om zo te achterhalen hoe de onderste laag eruit ziet. Dat is echter een risicovolle onderneming wanneer je niet op voorhand weet hoeveel procent van de onderste laag nog intact is.

 

Daarom werd de hulp ingeroepen van de onderzoekers aan de Universiteit Antwerpen. Omdat de onderste laag andere pigmenten bevatte dan de bovenste, konden zij bevestigen dat er een onderscheid was tussen de twee lagen. Bovendien ontdekten de wetenschappers dat van de oorspronkelijke laag nog circa 90% intact was, waardoor de discussie ontstond of de bovenste laag verwijderd moest worden. De onderste laag bevatte namelijk unieke voorbeelden van de specifieke techniek van Van Eyck om kledingplooien te schilderen.

 

Een groep van circa twintig experts van over heel de wereld kwam samen in Gent om de knoop door te hakken. Uiteindelijk stemde slechts één persoon tegen, met als argument dat barokaltaren in gotische kathedralen zoals die van Antwerpen ook niet gesloopt worden. Traces of history van een kunstwerk of gebouw wis je immers niet zomaar. De analogie tussen deze kathedralen en het Lam Gods bleek echter niet op te gaan, aangezien dit werk van Van Eyck uniek is. Je kunt niet, zoals bij de gotische kathedralen elders in de wereld, een oorspronkelijk exemplaar gaan bezichtigen. Integendeel, door de scan wisten ze dat door de prachtige zestiende/zeventiende-eeuwse bovenlaag weg te halen, er een nog prachtiger vijftiende-eeuws werk terug aan het licht zou komen, met veel knappere illusionistische effecten.

 

is meer beter?

Ondertussen is het onderste register van het Lam Gods toe aan een restauratiebeurt. Na ongeveer een maand scannen blijkt de geschiedenis zich te herhalen: bij één van de figuren werd onder het roosachtige kleed een tweede roosachtig kleed ontdekt. Het lam daarentegen is uitgerust met vier oren en twee neuzen, doordat onder het oppervlak een tweede, wat kleiner lam verstopt lijkt te liggen. Daarbij komen nu aanwijzingen dat de afbeelding van de Heilige Geest (in de gedaante van de duif) en sommige gebouwen en bomen op de achtergrond mogelijk niet van de hand van Van Eyck zouden zijn.

 

De discussie van de afgelopen jaren laait hierdoor weer op, maar nu in een ingewikkelder jasje. Dezelfde argumenten voor het blootleggen van de originele laag komen weer naar boven, alleen zijn er nu extra tegenargumenten gevormd. Voorstanders stellen dat de typische Van Eyck-plooien naar boven halen de lezing van het kunstwerk zou bevorderen. Kunstkenners zijn echter gewend aan typische elementen op de bovenlaag, zoals de toren van Utrecht. Die weghalen zou ingrijpende gevolgen hebben voor de iconografie. Daar komt nog bij dat elke aanpassing omkeerbaar moet zijn, wat niet het geval is wanneer de duif en de toren plots van het paneel zouden verdwijnen. De diepgelaagde discussie tussen Van Eyck-kenners zal dan ook nog even blijven verder woekeren. 

 

Wil je weten hoe zo'n scanproces in zijn werk gaat? Klik dan hier