QUOTA: VALSTRIK OF OPLOSSING

maatschappij

12/12/2023
🖋: 

* Op vraag van het VGSO deze disclaimer: naast quotes van het VGSO bevat dit artikel ook de mening van onze redacteur. 

Te volle aula’s, alternatieve examenvormen en minder vaardigheidstrainingen. Bij de studie geneeskunde is er te weinig geld of zijn er te veel studenten. Het aantal studenten dat mag beginnen aan de opleiding geneeskunde stijgt elk jaar, maar dit jaar was de stijging enorm. Vorig academiejaar waren er 1276 eerstejaars, dit jaar 1598. Voor de niet-wiskundigen onder ons: een groepje geneeskunde­studenten dat vorig jaar uit vier bestond, bestaat dit jaar uit vijf. Dat klinkt gezellig, maar voor die vijfde is er geen geld.

Ik sprak met Max Kips, voorzitter van het Vlaams Geneeskundig Studentenoverleg (VGSO), dé schakel tussen geneeskundestudenten en landelijke beleidsmakers, en Nafisa Abubakar. Zij is als vertegenwoordiger van UAntwerpen onderdeel van diezelfde organisatie. “We hebben een artsentekort. Het verhogen van de artsenquota is dus in principe een goed idee, maar er zijn vooraf onvoldoende maatregelen genomen om de universiteiten daarop voor te bereiden”, legde Nafisa uit. Over het artsentekort nuanceert Max: “Er is een relatief artsentekort, waarbij niet elk specialisme eenzelfde werkdruk kent. De verdeling is verkeerd. Iedereen kent wel het verhaal van de dermatoloog waar je zes maanden moet wachten op een afspraak.” Nafisa vult aan:  “Momenteel lijkt het erop dat de federale overheid meer huisartsen wil.”

meer of minder huisartsen

Het idee dat een verhoogde instroom leidt tot meer huisartsen is niet gek. Vanaf 2025 worden er subquota ingevoerd; die bepalen zowel hoeveel arts-specialisten er maximaal worden opgeleid als de onderlinge verdeling tussen de specialisaties. Wanneer die subquota gelijk blijven en er meer net-afgestudeerde artsen zijn, worden er relatief gezien minder van hen toegelaten tot een arts-specialistenopleiding. Daardoor zal een carrière in de huisartsgeneeskunde vaker overwogen moeten worden, met meer huisartsen tot gevolg. Het voorzichtig dwingen richting de huisartsengeneeskunde kent ook een keerzijde. “We willen niet dat iemand zes jaar studeert om een beroep uit te voeren waarin die geen zin heeft en waardoor die misschien zelfs een slechte arts zal zijn”, reageert Nafisa bezorgd.

verhoogde quota

Om de stijging van het aantal studenten te bekostigen, is eenmalig vijftien miljoen euro over de universiteiten verdeeld. Kort na publicatie van haar persbericht over de impact van de verhoogde instroom, kreeg het VGSO van kabinet Weyts de mededeling dat er jaarlijks tien miljoen euro extra over de geneeskundefaculteiten verdeeld zal worden. Die bedragen werden door de decanaten van verschillende universiteiten, voor bekendmaking van de blijvende quotaverhoging, als voldoende beschouwd.  
“We zien nu al kinderziekten optreden die later tot problemen kunnen leiden, zoals bij UGent, waar mensen bijvoorbeeld geen zitplaats hebben in de aula. Bij UAntwerpen zitten de bottlenecks vooral bij het vaardighedenonderwijs en de anatomiezaal. Geneeskunde is een nicherichting, die heel heterogeen is in haar lesvormen. Een van de voordelen van UAntwerpen, waar studenten actief voor kiezen, zijn de lessen in kleine groepjes. Dat blijven garanderen met zulke grote groepen is gewoon niet mogelijk. Dit jaar lukt dat nog net met de eerstejaars, maar als daar in de masteropleiding studenten uit Hasselt bijkomen (UHasselt heeft enkel een bacheloropleiding, n.v.d.r.) is dat misschien niet meer mogelijk”, licht Max toe.

quota per instelling

Over het instellen van een quotum per universiteit is de mening van het VGSO duidelijk. “Het is een voordeel van Vlaanderen om via een centrale selectie aan elke universiteit te kunnen studeren. In Nederland is dat helemaal anders. Ik denk dat we absoluut niet naar zo’n systeem moeten evolueren”, beweert Max stellig. In Nederland heeft elke universiteit een eigen quotum en toelatingsvisie, acht visies in totaal, dus uiteraard ook acht websites met een ongestructureerde informatievoorziening. De ene werkt met toelatingstoetsen, een andere met motivatiebrieven of schoolcijfers, maar de meeste kiezen voor een onbegrijpelijke pseudorandom combinatie van eerdergenoemde ideeën.

artsen opleiden zonder grenzen

Een afgestudeerde geneeskundestudent wordt pas arts bij het verkrijgen van een RIZIV-nummer. Op federaal niveau worden er jaarlijks twee afzonderlijke aantallen RIZIV-nummers bepaald, een voor Wallonië en een voor Vlaanderen. De theorie: Wallonië en Vlaanderen zorgen er door middel van een instroombeperking voor dat elke geneeskundestudent na zes jaar een RIZIV-nummer kan krijgen. Nu de praktijk: Vlaanderen zorgt met een toelatingsexamen voor die beperkte instroom. Wallonië had 25 jaar lang geen instroombeperking en kwam daardoor jaarlijks RIZIV-nummers te kort. Dat Waalse fenomeen noem ik als redacteur graag het artsen-opleiden-zonder-grenzenmodel. Een soort Artsen zonder Grenzen, maar dan zonder mensen in nood te helpen, publiek respect en donaties. Eigenlijk helemaal geen Artsen zonder Grenzen bedenk ik me nu. Tot onvrede aan Vlaamse zijde reikte de federale overheid elk jaar opnieuw extra RIZIV-nummers uit aan Wallonië, waardoor het model onbestraft bleef. “We hebben een lange historie meegemaakt”, vertelt Max, “waarin we zaken aan de andere kant van de taalgrens absoluut niet vonden kunnen.” Of deze onvrede heeft geleid tot een wraakzuchtige quotaverhoging van minister Weyts is onbekend. Het artsen-opleiden-zonder-grenzenmodel heeft ook geleid tot een overschot aan artsen in Wallonië. Mede hierdoor heeft federaal minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke vorig jaar een akkoord met Wallonië bereikt, waardoor daar vanaf huidig academiejaar een vergelijkbaar toelatingsexamen is als in Vlaanderen.

In het kort, die vijfde geneeskundestudent leidt tot veel discussie, maar als het lukt de kwaliteit van de opleiding geneeskunde te garanderen, kan die huisarts worden of voor Artsen zonder Grenzen gaan werken. Kwaliteitsvol onderwijs blijft het speerpunt van het VGSO. Max benadrukt: “We willen dat studenten die nu starten, een minstens even kwaliteitsvolle opleiding krijgen als wij hebben gehad.”