proffenprofiel: Luc Van Nassauw

over dissecties, zijn tattoo, metal en hard rock

14/09/2017

De rubriek ‘proffenprofiel’ toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij menig student al jaren door het hoofd spoken; wat zijn/haar docent zoal op zijn brood smeert bijvoorbeeld. Patron van de dissectiezalen Luc van Nassauw, projectcoördinator van de dienst Antwerpse Chirurgisch Training, Anatomie en Onderzoekscentrum wordt aan de tand gevoeld.

Toen ik u vroeg voor het proffenprofiel zei u direct dat u geen prof bent, vermoedelijk om mijn poging af te wenden u te interviewen. Wat ben u dan eigenlijk wel?

Ik ben doctor in dierkunde en master milieubeheer. Ik heb mijn studies gedaan in Leuven, maar mijn doctoraat in Antwerpen. Ik heb aan de UA alle mogelijke pre- en post-doc statuten doorlopen. Op een bepaald moment was er dus geen enkele mogelijkheid meer om mij te houden. Verzappen was ook niet mogelijk omdat er geen ZAP-plaats (nvdr: Zelfstandig Academisch Personeel) vrij was. Gelukkig voor mij, vond de universiteit mij noodzakelijk voor de anatomie-practica, en aldus ben ik opgenomen als project-coördinator met een zeer brede taakomschrijving, die zowel lesgeven, practica begeleiden als onderzoek omvat. Daarom noem ik mezelf naast project-coördinator ook senior researcher.

 

Dat is een hele boterham! Studenten geneeskunde en biomedische wetenschappen kennen u vooral als dé man achter de dissectiepractica. Is dit intense vak voor u een hoogtepunt in het academisch jaar?

Dissecties nemen voor studenten een bijzondere plaats in op onderwijsgebied. Voor mezelf zijn die twee weken practica wel de meest intense weken van het academiejaar, zowel mentaal als fysiek. Je moet de studenten zoveel mogelijke structuren zichtbaar te maken in een bepaald tijdsbestek  - dat volgens mij te kort is -, met zoveel mogelijk respect voor de lichamen. Daarnaast moet je ook nog alles in goede banen leiden. Je moet rekening houden met dat elke student effectief deelneemt aan de dissecties, en ook met de gemoedstoestand van elke student. Soms hebben studenten het er wel moeilijk mee dat ze moeten snijden in een lichaam. Na die twee weken ben ik gewoonlijk pompaf, maar met een goed gevoel dat dit practicum hen veel wijzer heeft gemaakt wat betreft de unieke opbouw van die driedimensionale structuur die wij ons lichaam noemen.

 

Hoe bent u eigenlijk tot het beroep anatoom gekomen? Wilde u dit altijd al doen?

Bij toeval. Ik heb nooit gedacht dat ik mensen zou ontleden voor de rest van mijn actieve carrière. Na mijn afstuderen, ben ik bij toeval kunnen beginnen in het onderzoek van het Laboratorium voor Anatomie en Embryologie van de Huisdieren. Na nog geen jaar hoorde ik dat er een assistentenplaats vrij was in het Laboratorium voor Anatomie van de Mens en Embryologie. Zo werd ik aldaar doctorandus. Ik kreeg wat handleidingen en een doos met botjes en er werd me gezegd waar de handboeken lagen. De prosector leerde me lichamen fixeren. Tijdens het eerste dissectiepracticum moest ik maar twee tafels begeleiden, en als ik iets niet wist kon ik terugvallen op de andere assistenten. Al snel ben ik zelf lichamen gaan dissecteren, en dat heeft mij heel wat wijzer gemaakt.

 

Is anatomie het belangrijkste vak in de opleiding geneeskunde volgens u?

Anatomie is één van de belangrijke basisvakken in de opleiding geneeskunde. Het vormt samen met een aantal andere vakken de basis voor een degelijke geneeskunde-opleiding. En dan includeer ik ook oppervlakteanatomie. Een arts moet niet alleen weten hoe een lichaam is opgebouwd, maar moet ook door palpatie structuren kunnen herkennen. Ook de evolutie in de medische beeldvorming zorgt ervoor dat anatomie als vak belangrijk blijft. Ik vergelijk de anatomische kennis van artsen vaak met automechaniekers. Als je met je auto naar een garage gaat, dan wil je dat de mechanieker de motorkap opent en vertelt wat er mis is. Je wilt niet dat hij zegt dat hij eerst een handboek moet raadplegen om na te gaan hoe die motor in elkaar zit. Ik denk dat je dan toch niet met een gerust hart je auto daar achterlaat.

 

U heeft een zeer specifieke tattoo, een doodskop met diamanten oog met eronder no bones no glory, wat is het verhaal erachter?

Typisch, die vraag. De basis van het verhaal ligt bij enkele denigrerende opmerkingen over het belang van osteologie. Er was zelfs een masterstudent geneeskunde die vond dat botten klinisch niet relevant zijn. Mijn antwoord was: "breek eens een botje en dan spreken we elkaar nog eens." Beenderen zijn de basis van onze lichaamsvorm en onze bewegingsmogelijkheden. Het skelet beschermt organen en is belangrijk voor de aanmaak van bloed- en stamcellen. Denk het skelet weg en je houdt een hoopje blubber over. Weg booty, weg six-pack. Wil dat hoopje blubber toch zonder skelet levensvatbaar zijn, mag het niet te groot worden. Het grootste landdier dat geen endo- of exoskelet heeft is een slak. De spreuk bij deze tattoo dient ter reflectie over het belang van het skelet, en met een mooie tekening erbij vond ik het wel een mooie, zinvolle tattoo. 
 

U bent niet de typische professor, in hemd en een kostuumvest met ruitjesprint. Wordt u daar soms over aangesproken?

Ik word daar niet echt over aangesproken. Soms  kijken studenten of collega’s wel eens raar. Maar meestal zijn dat ook personen die in hokjes denken, die vinden dat men zich in een bepaalde functie op een bepaalde manier moet kleden en gedragen en bepaalde interesses moet hebben. Meestal zijn dat mensen die zich in relaties laten leiden door uiterlijkheden. Ik ben opgevoed met de zienswijze mensen niet te catalogeren op basis van uiterlijk of kleding. Ik voel mezelf goed met wat ik draag. Persoonlijk vind ik een hemd inclusief das niet bepaald handig als je, zoals ik, regelmatig vertoeft in de dissectiezaal en het mortuarium.

 

Metal en hardrock zijn uw favoriete muziekstijlen. Steekt er voor u een band met kop en schouders bovenuit?

Er zijn vele bands die ik probeer te volgen, en elk jaar komt daar wel een groep bij. Maar als je vraagt om één band te noemen, dan is het antwoord simpel: Motörhead van de in 2015 overleden Ian ‘Lemmy’ Kilmister. Alles waar metal en hardrock voor staan, vind je terug in hun werk. Van Lemmy is ook de uitspraak: "born to lose, live to win." Een uitspraak die vooral bij mensen uit het arbeidersmilieu aanslaat, maar die voor iedereen van toepassing is. Je wordt geboren met niets, en je moet er zelf voor zorgen dat je leven waardevol wordt ongeacht het milieu waar je uit komt. 

 

Bent u dit jaar naar Graspop gegaan? Hoeveel edities heeft u al meegedaan? Kan u een speciaal moment van uw festivalzomers met ons delen?

Sinds 2008, toen mijn beide dochters vroegen of ze naar Graspop  mochten gaan, ben ik al elk jaar geweest. Hun keuze voor Graspop was zeer welkom, had ik eindelijk iemand om mee te gaan. Oorspronkelijk lette ik om hen, nu letten zij meer op mij. Een merkwaardig moment is toen een crowdsurfer besloot zijn ding te doen. Echter, metalfans hebben vaak zware boots aan, er gebeuren dus al eens ongelukken. Mijn oudste dochter heeft de boot van die crowdsurfer vol in het gezicht gekregen. 
 

Stel u mag één iemand uit de muziekwereld fileren op de dissectietafel, wie zou het zijn en waarom?

Zangeres Mina Caputo van de band Life of Agony. Zij is een transgender. En ik zou eens graag een transgender willen ontleden.

 

Deze vraag werd ook aan uw collega professor Hubens gevraagd, stel u moest een gewricht opgeven, welk zou het zijn, de knie of de elleboog?

De knie, omdat die me doet denken aan nederigheid. Iedereen zou eens een periode van nederigheid in zijn leven moeten hebben. Het is goed voor de vorming van je karakter, de omgang met je medemensen, en je leert gelukkig te zijn met wat je hebt en anderen en het leven te respecteren.

 

Hoe zag de student Luc van Nassauw eruit? Met zijn neus in de boeken, of eerder met pint in de hand op de cantustafel?

Een mengeling van beide. Mijn ouders hebben mij geleerd: eerst werk dan plezier. Je hebt twee handen gekregen dus leer ze te gebruiken. Ben je daarnaast nog verstandig, gebruik dan je verstand om hogerop te geraken in het leven. Ik heb snel geleerd wat het is om te werken. Op mijn twaalfde ging ik reeds vakantiewerk doen bij een plantenkwekerij. Tien uren werken aan een laag loon. Toen ik naar de universiteit mocht gaan, kreeg ik van mijn ouders te horen dat ik één kans, of beter één jaar, kreeg om me te bewijzen. Niet geslaagd betekende werk gaan zoeken. Motivatie genoeg om eerst te leren, dan plezier te hebben. Maar ja, ik heb ook met lookshampoo en de nodige katers in de lessen en practica gezeten. Maar altijd zorgde ik ervoor dat ik eerst alles van de lessen nog eens had nagezien. En een maand voor de blokperiode was het gedaan met het plezier.

 

Finale vraag, stel dat u onverwachts overlijdt, schenkt u dan uw lichaam aan de wetenschap?

Een vraag die men altijd aan ons stelt. Waarom zou ik mijn lichaam niet aan de wetenschap schenken? Het liefst zou ik mezelf willen dissecteren, dan weet ik dat het zeker goed wordt gedaan.