proffenprofiel: Heidi Vandebosch

over Italiaanse wijnen, verre reizen en haar 'fanfare' droom

01/04/2016

De rubriek ‘proffenprofiel’ toont professoren zoals je ze nog nooit zag: als mensen. dwars stelt de vragen die bij menig student al jaren door het hoofd spoken; wat zijn/ haar docent zoal op zijn brood smeert bijvoorbeeld. Professor Heidi Vandebosch, docent aan de Faculteit Sociale Wetenschappen, wordt deze maand bestookt met vragen.

U bent docent in de richting Communicatiewetenschappen. U ziet in uw vakgebied natuurlijk de verandering in gebruik van sociale media. Bent u hierop ook actief?

Ja, ik probeer toch wat bij te blijven op dat vlak. Ik heb een Facebook- en Twitteraccount: de eerste vooral voor persoonlijke doeleinden, de tweede eerder voor professionele. Daarnaast gebruik ik sporadisch ook Snapchat. De tieners van vandaag zijn dus gewaarschuwd: Snapchat heeft het kritieke moment bereikt waarop ook moeders overstag gaan! Tijd dus om naar iets nieuw op zoek te gaan ...

 

U bent vooral bezig rond cyberpesten, vanwaar de interesse in dit thema?

Dat thema is eerder toevallig op mijn onderzoeksagenda terechtgekomen. Een tiental jaar geleden lanceerde de Vlaamse Overheid een oproep voor een onderzoek naar cyberpesten. Die studie werd ons toevertrouwd, en de resultaten daarvan kregen ook internationaal weerklank. Dat leidde ertoe dat ik in een Europees netwerk van cyberpesten-onderzoekers terechtkwam en zo ging de bal aan het rollen. Ik moet wel zeggen dat ik altijd al interesse heb gehad voor deviante thema’s. Voor mijn doctoraat heb ik  destijds het mediagebruik van gevangenen onderzocht. Dit waren zowel gelegenheidsboeven als doorwinterde gangsters en passionele moordenaars. Ik vermoed dat ik één van de enige proffen ben die kan zeggen dat ze vijf maanden in de gevangenis heeft gezeten.

 

Wat zijn de mooiste herinneringen aan uw studententijd?

Ik had vooral het gevoel dat er een nieuwe wereld voor me openging. Ik was gefascineerd door de vakken en de proffen die me meer inzicht gaven in het functioneren van de maatschappij, en ik kwam in aanraking met mensen uit alle windstreken. Ook ‘kleinere’ dingen waren leuk natuurlijk, zoals deelnemen aan de 24-urenloop, samen afspreken in het studentenrestaurant, of op woensdag aanschuiven aan de enige openbare telefooncel van de straat om naar huis te bellen. 

 

Bent u bij een studentenvereniging geweest?

Zo ja, bent u gedoopt? Nee, ik ben nooit bij een studentenvereniging geweest. Ik concentreerde me tijdens de week graag op mijn studies; in het weekend had ik dan voldoende tijd voor mijn vrienden bij de jeugdbeweging in mijn thuisgemeente. Ik wilde er dan ook alles aan doen om te slagen. Na het overlijden van mijn vader had mijn moeder het thuis niet breed. Ik vond het dus een voorrecht om in Leuven te mogen studeren. In onze faculteit werden er destijds ook geen dopen georganiseerd. Dus nee, een studentendoop heb ik niet meegemaakt.

 

Welk drankje hebt u steevast in huis?

We hebben de gewoonte om wijnen mee te brengen van de plaats waar we met vakantie gaan. Heel vaak is dat Italië. Streken zoals Toscane, Umbrië, Marche en Apulië herbergen prachtige wijnen. We vinden het leuk om vervolgens thuis een fles te ontkurken. Dan kunnen we herinneringen ophalen aan een leuke zomer of al verlangen naar de volgende vakantiebestemming.

 

Als u nu op vakantie mocht vertrekken, naar welk land zou u dan gaan?

Ik zou graag met mijn man en twee dochters – ééntje van bijna negen en ééntje van veertien – nog eens een grote reis maken. Twee jaar geleden heb ik in juli een maand aan de University of New South Wales in Sydney gewerkt. In augustus is mijn gezin me nagereisd en hebben we Australië verder verkend: the Red Center met Uluru en Cairns met the Great Barrier Reef. Als ik mocht kiezen dan zou ik samen met hen naar de Westkust van de Verenigde Staten gaan, of naar Nieuw-Zeeland of Zuid-Afrika. Ik heb, ook dankzij mijn job, al heel wat verre oorden kunnen zien. Dit jaar is het grootste communicatiewetenschappelijke congres (ICA) in Japan. Daar kijk ik ook heel erg naar uit.

 

Wat doet u in uw vrije tijd? Als ik vrije tijd heb, dan breng ik die het liefst door in het gezelschap van vrienden of familie. Ik hou ervan om mensen over de vloer te krijgen. Het is tamelijk vaak full house bij ons. Anderzijds kan ik ook genieten van de rust en het lezen van een goed boek.

 

Welke raad geeft u uw kinderen altijd mee?

Ik hoop dat ik hen vooral geleerd heb om te relativeren en om positief in het leven te staan. Ik raad hen altijd aan om niet te serieus te zijn, of beter nog, eens gek te doen.

 

Van welke momenten met uw gezin geniet u het meest?

Wij zijn allemaal wat competitief ingesteld en spelen graag bordspellen zoals De Kolonisten van Catan, Carcassonne, Ticket to Ride, … Dat vind ik dus leuke momenten. Als ik win, tenminste.

 

Als u één wens mocht doen, wat zou deze dan zijn?

Ik zou me nog eens willen vervelen. Een andere wens die ik al lang koester is: meelopen in de fanfare en op de grote trom slaan. Voorts zou ik ook wel eens aan een programma als De Mol willen meedoen. Als ik nog ambitieuzer mag zijn, dan – Miss Universe-gewijs – graag ook nog wat wereldvrede!

 

Dankuwel voor uw antwoorden en uw tijd, professor!