poëtische ontwikkelingen

Humans of UAntwerpen

23/03/2019

Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je bij Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zoveel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker.

Toen Noor Intisar aankwam in Antwerpen, bemerkte ze meteen dat UAntwerpen niet uitpakte met dichtkunst op de campus. Prompt zette ze de stap om campusdichter te worden, bijgestaan door onze cultuurdienst. Hiervoor schrijft ze gedichten over het reilen en zeilen aan de universiteit. Tijdens haar studie aan de Universiteit van Amsterdam had ze dezelfde taak op zich genomen en uit die ervaring put ze nu om haar nieuwe benoeming tot een goed einde te brengen. Een gelukje voor ons!

 

jong geleerd

De liefde voor het woord was van kinds af al aanwezig, vertelt ze. “Er is geen specifiek moment geweest waarop ik dacht: ‘Ik ga nu mijn pen pakken.' Het heeft er altijd al ingezeten. Alleen ontstaan op een gegeven moment de opportuniteiten om het aan de wereld te laten zien. Voor mij kwam dat moment in 2016, toen ik een volgersgroep kreeg op sociale media en ik mijn poëzie explicieter naar buiten kon brengen.” Taal is altijd een belangrijk element in haar ontwikkeling geweest. Haar ouders namen Noor als kind elke week mee naar de bibliotheek en voedden haar zelfs drietalig op. Emotie en taal zijn voor Noor van jongs af aan onlosmakelijk verbonden.

 

talig onbedaard

Noors grootste drijfveer om te schrijven is dat ze het simpelweg leuk vindt en het voor haar een belangrijke steun is. Als campusdichter wil ze de universiteit helpen om een creatieve uitlaatklep te vinden. “Met welke kunstvorm dat is, is voor mij niet belangrijk, maar het is wel van belang dat iedereen er een heeft. Zo worden mensen namelijk mentaal veerkrachtiger in hun ontwikkelingsproces. Als campusdichter kan ik dit onder de aandacht brengen en stapje voor stapje de creatieve ruimte op de universiteit vergroten.” Het ligt haar nauw aan het hart dat de universiteit een vaste structuur aanbiedt voor het ontwikkelen van emotionele weerbaarheid. Dat haar doctoraat aan Universiteit Antwerpen over een gelijkaardig onderwerp gaat, is dus geen verrassing.

Over twee jaar eindigt haar benoeming als campusdichter. Dat ze daarna nog betrokken wil blijven, staat al vast. “Ik wil de deur opentrekken voor de andere student-dichters in Antwerpen! Er moet een kader zijn en blijven waarin de poëtische stemmen van de universiteit zich zo krachtig mogelijk kan laten horen.”