pandemie van de mening

opinie

03/05/2020
🖋: 

Iedereen is het onderhand wel grondig beu om in zijn of haar kot te blijven. Misschien dat de hele lockdown minder zwaar zou wegen als we er niet elke zeven seconden aan werden herinnerd. Nationale nieuwszenders, faculteitsmails en, uiteraard, sociale media kunnen het niet laten om er ons op te wijzen dat alles zowel enorm meevalt als een complete ramp is. Coronatijd lijkt dan ook een lugubere versie van komkommertijd. Het effect wordt versterkt doordat iedereen die geen essentieel beroep uitoefent meer tijd, maar evengoed minder mensen om zich heen heeft. Om de paniek die gedachteloosheid met zich mee kan brengen voor te blijven, vinden velen er niet beter op dan zichzelf een mening aan te meten en die te delen. Een mooie techniek die ik in dit stuk ter harte zal nemen. Uiteraard moet zo'n mening ook wat dwars zijn om in aanspraak te komen voor publicatie. Mijn zeer gewichtige bijdrage aan het maatschappelijke debat zal, volledig in lijn met mijn contraire aard, verdedigen dat al deze opinies zwaar overschat worden. Een mening hebben over de gevolgen, oorzaken en oplossingen voor corona lijkt namelijk met momenten besmettelijker dan de ziekte zelf.

Corona is een complot, menen velen. Een strategie van de Chinese overheid, of de Joden, of allebei. Het wordt veroorzaakt door het 5G-netwerk. Gelukkig is er een app geproduceerd om het te traceren. Dat raakt echter aan de vrijheden van de mensen. Zulke traceerzucht duidt op gevaarlijke, autoritaire neigingen die verwachten dat we essentiële vrijheden, zoals shoppen op de Meir, afstaan. Evengoed kondigt corona het failliet van het kapitalisme en de vrijemarkteconomie aan. Misschien is het daarom wel dat vakbonden en linkse activisten meer verloning willen; uiteindelijk willen minder mensen in deze omstandigheden werken. Ten slotte bewijst de stroom aan experts op de nationale televisie dat de media niet vertrouwd kunnen worden. Ook de globale, antiwetenschappelijke trend wordt daarmee weeral eens bevestigd. Dat de meeste mensen de ernstig te nemen maatregelen volgen en meteen ook dikke egoïsten zijn, staat uiteraard buiten kijf. 

Misschien dringt in de scheeftrekking een eigen mening binnen door de nochtans zo objectief mogelijk gestelde situatie. En dat stoort mij. Ik wil niet met een mening naar buiten komen – naar buiten komen was ook voor corona al niet mijn lievelingsactiviteit. Ik wil mij als een dam kunnen opwerpen voor de groep die niet gehoord wordt. Zij die er allemaal niets van denken. Iedereen heeft het godverdomse recht om ergens niets over te vinden.

Ik slaak sinds jaar en dag een diepe zucht als iemand een potentieel driftige discussie doodslaat door fijntjes te zeggen dat ik mijn mening heb en zij de hunne. Maar zelfs mijn argumenteerfetisjisme kan niet verhinderen dat ik de laatste tijd meer en meer neig naar complete lethargie. Dankzij corona mag de economie dan wel in het slop zitten, de meningsfabrieken draaien op volle toeren en iedereen schijnt aandelen te hebben gekocht.

 

ontkleur jezelf

Neem nu het applaus voor de zorgverleners. Is het een broodnodig symbool van respect of is het een goedkoop afdankertje? Voel je niet aangesproken om daar iets over te vinden. Tonen mensen die zichzelf niet ontwikkelen in de lockdown aan dat ze voor eeuwig nutteloos zullen zijn voor de samenleving of hebben mensen met dat soort wereldbeeld een fundamenteel gebrek aan empathie? Laaf jezelf aan de bron van het ongewisse.

Ook de meningen over Marc Van Ranst hebben een groot bereik. De een wil hem uitroepen tot nationale volksheld, de ander vindt hem een flaterende windhaan. Op Facebook wordt zelfs gedeeld wat men de beste kleur voor zijn trui vindt. Uiteraard is zo'n mening satirisch, maar toch toont het een maatschappelijke obsessie met hoe we ons verhouden tot (des)informatie.

Pas op, ik wil niet beweren dat er niets voor of over of tegen al die dingen te zeggen valt, of zeggen dat corona deze hyperreflexiviteit veroorzaakt. Ik wil evenmin beweren dat het de schuld is van de sociale media of de tijdsgeest. Zelfs het als een probleem beschouwen doe ik louter uit stilistische overwegingen: een narratief werkt beter als je je ergens tegen kan afzetten. Alles wat ik beweer, is dat je adem aan dat soort dingen spenderen niet onder het mom van de noodzakelijke luchtverplaatsing valt. Durf niet te kiezen. Heb geen mening!

 

(ab)∧a⊃a

Dat ik, in plaats van te applaudisseren voor de zorgverleners, mijn steun veeleer verleen aan de weet-ik-velen zal vast ook een mening waard zijn. De ene mening geeft namelijk onvermijdelijk gevolg aan de andere. Ik blijf me afvragen waarom ze zo vaak onhygiënisch in het rond gespuwd worden zonder enige anticipatie op het, nochtans zeer logische, gevolg dat daarop geageerd zal worden. Die ketting-reactie heeft dan weer eindeloze mutaties van steeds andere argumenten, die steeds meer mensen hardnekkig aansteken. Zoeken naar dat sterkste argument zorgt dan uiteindelijk voor een zekere apathie. Dat we tragi-ironisch een paradoxale, ja, zelfs hypocriete houding moeten aanmeten bij het verdedigen daarvan is ook maar zo. Wat gezonde afstand om het algehele, maatschappelijke discours niet te verzieken.

Sometimes it be like that, pleegt een vriend van me als antwoord te geven op nutteloze praatjes. Dat is een meme, maar ook een cliché. Erger nog, het is een affront voor de menselijkheid, misschien is het feit dat de zaken nu eenmaal zijn zoals ze zijn wel de grote oertragedie. Maar daarom is ze niet minder – tautologisch – waar. Is een bepaalde nederigheid hebben en aanvaarden dat de ene mens nu iets anders denkt dan de andere een goede instelling? Misschien moet ook dat ons maar wat minder maken.

Laat het ijlen dus maar voor de zieken onder ons. Mits u en ik alle meningen overleven, kan ik volgende editie aandraven met ongezouten neutraliteit over terrorisme, abortus of het klimaat. Dat zijn tenslotte ook allemaal zaken waarover je eigenlijk geen mening hoeft te hebben.