millennia-oude mythologie aan de man gebracht

Hippocrene aan het woord

07/12/2020

Een mythologisch genootschap roept beelden op van witte zuilen, tempels en toga’s, een oubollig toneel voor ouderwetse verhalen, maar Hippocrene doet daar toch niet helemaal aan mee. Het Mythologisch Genootschap wil academische kennis over mythologie, antieke culten en rituelen toegankelijk maken voor een breed publiek en zo mensen ertoe aanzetten om zelf op onderzoek uit te gaan. Leonard Adriaen, oprichter en voorzitter van Hippocrene, rondt momenteel zijn opleiding Cultuurmanagement af aan UAntwerpen, na een Master Geschiedenis behaald te hebben aan UGent. Mythologie vormt zijn passie, een die hij graag met andere mensen wilde beleven. Zo gezegd, zo gedaan. 

Het was een mooie lentedag toen het allemaal begon. “Daarvoor moet ik jullie meenemen naar 19 juni 2017”, blikt Leonard terug. “Die dag besefte ik, als eenentwintig jaar oude student in volle studeermodus – ongeschoren, onvoorbereid en ondervoed – dat ik meer wilde doen met mythologie dan alleen de cursus ‘Klassieke mythologie’ studeren die voor me lag. Ik scherpte mijn potlood en begon de eerste lijnen van een logo te tekenen – over deze eerste ontwerpen spreek ik hier liever niet, want als dat een paard moest voorstellen … – maar na enkele uren had ik het logo af en dat moment zie ik als de symbolische start van het Genootschap.”  

Het Genootschap kreeg later de naam Hippocrene, ontleend aan de Griekse mythologie. Leonard vertelt: “De Hippocrene is een waterbron op de berg Helikon in Griekenland. Volgens de mythe is die ontstaan uit de hoefslag van het vliegend dichterspaard Pegasos. Deze bron werd al snel de plaats waar de Muzen samenkwamen om zich te vermaken en hun kunsten en kennis met elkaar te delen. Wie een slok uit de bron nam, zou bovendien bezield worden met de dichtersgave. Omdat het Genootschap naast het verspreiden van academische kennis ook het maken van mythologisch-geïnspireerde kunst promoot was dat de geschikte naam.” 

 

mythisch groeiproces 

Hippocrene groeit elk jaar: in aantal gastschrijvers, maar ook volgers en contacten. “In het begin stond ik er helemaal alleen voor en schreef ik in die eerste zomervakantie alle teksten voor het komende jaar, een heus titanenwerk”, rakelt Leonard op. “Maar het maakte mij in het begin niet uit hoeveel mensen ik bereikte, ik was blij dat ik mijn passie voor mythologie kon beleven en dat ik het kon delen met wie het wilde horen. De trage start is achteraf ideaal gebleken omdat het Genootschap mee groeide met mij. Naargelang ik meer ervaring opdeed en meer verantwoordelijkheden aankon, groeide Hippocrene rustig mee, waardoor het altijd beheersbaar bleef en te combineren viel met mijn studies. Het is een groeiproces dat tot op vandaag voortduurt. Het is al een interessante weg geweest om op het punt te komen waar we vandaag staan, namelijk een betrouwbare vereniging voor kennisdeling over mythologie met een groeiend geïnteresseerd publiek en duurzame contacten met verschillende universitaire vakgroepen en oudheidkundige verenigingen.” 

 

Het maakte mij in het begin niet uit hoeveel mensen ik bereikte, ik was blij dat ik mijn passie voor mythologie kon beleven en dat ik het kon delen met wie het wilde horen.

 

Nu werkt Hippocrene met artikels en podcasts. “Voorlopig bestaat Hippocrene uit mezelf en Benjamin De Vos, mede-oprichter van de afdeling ‘Cheiron. Lezingen en podcasts’. Zelf coördineer ik de werking, werving en opvolging van gastschrijvers. Voor 'Cheiron' kunnen we de taken gelukkig verdelen. Handig, want die afdeling groeit sinds juni 2020 erg snel!” Naast Leonard en Benjamin kan Hippocrene rekenen op gastschrijvers uit de academische wereld. Veel van hen komen uit de vakgroep Oude Geschiedenis van KU Leuven. “Gastschrijvers sluiten zich als vrijwilliger meestal aan voor een heel jaar. Tijdens dat jaar onderhouden ze een reeks, waarvoor ze maandelijks één artikel schrijven. Zo blijven de onderwerpen goed verteerbaar. Hetzelfde geldt voor Cheiron: hiervoor spreken studenten en professoren een korte podcast in. Gelukkig met technische ondersteuning van onze audioproducent.” Naast sprekers en schrijvers bouwt het Genootschap een brug tussen de academische en de artistieke wereld. “Sofia Speybrouck heeft al verschillende beelden gemaakt nadat ze bij ons inspiratie had opgedaan. Maandelijks voorziet Paniz Pakravesh ons ook van nieuwe mythische gedichten.” 

 

brug over de kloof 

Universiteiten neigen ernaar de ivoren torens van de samenleving te zijn. “Op dagelijkse basis zetten studenten, professoren en onderzoekers zich in om door middel van nauwkeurig onderzoek nieuwe kennis op te doen. Deze oeverloze schat aan informatie helpt toekomstige generaties onderzoekers om antwoorden te bieden op nieuwe vragen. Het is ook goed om die kennis binnen de muren van de academische wereld te houden, want dat garandeert de kwaliteit van het onderzoek.” Toch is het jammer dat niet iedereen kan genieten van al die bronnen, door ontoegankelijkheid of ondoorgrondelijkheid. Hippocrene dicht de kloof: mythologie wordt vertaald naar teksten, podcasts en kunst, opdat iedereen met de millennia-oude erfenis in aanraking kan komen. Alle artikelen zijn via hun Facebookpagina daarom ook vrij toegankelijk. 

 

Hippocrene is een stimulans om aan intellectuele zelfverrijking te doen.

 

“Wij willen wetenschappelijk onderzoek van (kunst)historische, linguïstische en archeologische aard op een ontspannen manier toegankelijk maken voor zowel mensen met een universitaire achtergrond als mensen zonder. De moeilijkheidsgraad van de artikelen kan natuurlijk wel verschillen afhankelijk van het onderwerp, de reeks of de schrijfstijl van de gastschrijver, maar we schrijven dan ook voor een divers publiek. Het moet voor iedereen interessant zijn en wij willen ons publiek zeker niet laag inschatten. Zo tonen we academici dat wetenschappelijke kennis ook ontspannen kan gebracht worden. Soms krijgen we te horen dat mensen niet alles begrijpen van onze teksten, maar even vaak horen we dat die mensen zelf verder zaken gaan opzoeken om mee te zijn met onze artikels. Op die manier is Hippocrene een stimulans om aan intellectuele zelfverrijking te doen.” 

Dat is niet de enige manier waarop Hippocrene de torendeur openstelt. “Voor de tweede verjaardag van Hippocrene hebben we een poëziewedstrijd gehouden, waarbij we veel inzendingen uit Vlaanderen en Nederland hebben ontvangen. Het prijsgeld was niet mis: voor welke liefhebber van de letteren is een boekenbon van honderd euro niet verleidelijk! Daarnaast hebben we begin 2020 een scholenproject georganiseerd in samenwerking met het Heilig Hartcollege uit Lanaken. Door corona haakten veel leerlingen jammer genoeg af, maar uiteindelijk bleven we ondanks de tegenslag over met één leerlinge die gedurende zes maanden een reeks heeft onderhouden over het werk van de Romeinse dichter Publius Ovidius Naso. Het enthousiasme waarmee ze zich maandelijks achter haar onderzoek zette, werkte aanstekelijk. Het was mooi om te zien hoe een leerlinge zo gemotiveerd was dat ze zelfstandig tijdens de volle quarantaine — toen ondersteuning van haar leerkracht moeilijker werd — elke maand haar werk voortzette. Het was dan ook met veel trots dat we haar een certificaat als gastschrijver hebben gegeven.”  

 

van thesis naar artikel 

Hoewel Hippocrene zich absoluut niet beperkt tot de Griekse mythologie, ligt Leonards specialisatie daar wel. “Voor mijn interesse binnen de mythologie kan ik jullie verwijzen naar mijn bachelorproef ‘Blindheid door de ogen van de samenleving. Een studie naar de representatie van blindheid in de Griekse mythologie en samenleving’ en mijn thesis ‘Verhuld in het volle zicht. Een studie naar de spanning tussen het zien en het niet mogen zien van het goddelijke in de Griekse beeldcultuur en mythologie’. Lange titels, maar heel kort omschreven ligt mijn expertise bij de – vaak desastreuze – confrontatie tussen godheden en stervelingen in de Griekse mythen. Hier komen tal van zaken bij kijken zoals de goddelijke aanwezigheid in Griekse cultusbeelden én een fenomeen dat we kennen als epifanie, waarbij we in de historische bronnen getuigenissen terugvinden van mensen die tijdens veldslagen of in tijden van grote rampspoed de goden menen te hebben gezien.” 

Die thesis komt ook om de hoek kijken bij Hippocrene. “Momenteel ben ik al enkele maanden bezig om mijn thesisonderzoek om te zetten in een reeks voor Hippocrene, het is natuurlijk leuk om te zien dat verschillende mensen je onderzoek – waarin je zoveel van jezelf hebt gestoken – lezen. Maar ik haal ook plezier uit het schrijven over de mythologische actualiteit, wanneer er bijvoorbeeld nieuwe beelden van godheden zijn opgegraven of er in Pompeï opnieuw een fresco met een mythisch tafereel is ontdekt. Iets volledig anders dus, heel toegankelijk en vaak meer sensatiegericht.” 

Naast de artikels van Hippocrene en het onderzoek is er natuurlijk nog ander leesvoer. “Mijn favoriete passage uit een mythologisch werk komt uit het Metamorphosen van Ovidius. Het gaat over de schepping van de mens, want in tegenstelling tot wat de meeste mensen denken zijn mythen niet de verhalen van de goden, maar van de sterfelijke mens zelf. Ze tonen de harde menselijke realiteit van het leven in een zinloze wereld waar ze zelf aan alles zin moeten geven om deze wereld te kunnen begrijpen. Mijn lievelingscitaat is het volgende: 

“(…) Prometheus, zoon van Japetus, roerde er regen door en kneedde mensen naar het beeld der goddelijke heersers: waar andere wezens naar de aarde kijken, kop omlaag, schonk hij de mens het hoofd rechtop en schiep hem met de opdracht de lucht te zien, de blik omhoog te richten, sterrewaarts.” (Ovidius, Metamorphosen Boek I, 82-6.) 

Toch mooi hoe Ovidius tweeduizend jaar geleden in één enkele zin niet enkel het mythische ontstaan van de mens, maar ook diens toekomst — het verkennen van de sterren — wist te vatten, niet?” 

 

Geïnteresseerd in mythologie? Hippocrene kan je vinden op Facebook en bereiken via hippocrene.myth@gmail.com.