kleurloze regenboog

open brief

22/03/2021

De moord in Beveren heeft een vloedgolf aan regenboogvlaggen en ondersteunende reacties over ons land doen spoelen. Hoewel het gerecht haar werk nog moet doen, blijft dat een krachtig en noodzakelijk signaal. Voor eens en voor altijd moet het duidelijk zijn dat homofoob geweld in onze samenleving geen plaats heeft, ontolereerbaar is en daadkrachtig afgestraft moet worden. Ook UAntwerpen hing een regenboogvlag op om haar steun te betuigen. Op zich een mooi signaal. Het is alleen jammer dat ze er niet veel later niet in slaagde volhardend op te treden tegen een staaltje homofobie binnen de eigen universiteitsmuren.  

“De Universiteit Antwerpen staat voor actief pluralisme. Dat betekent dat meningen die binnen de wettelijke grenzen blijven, een erkende studentenvereniging niet ten kwade kunnen worden geduid.” (19 maart, 2021). 

“Dat is ook zo voor meningen die, zoals in dit geval, door velen als kwetsend worden ervaren en die de universiteit als organisatie bepaald niet deelt. De Universiteit Antwerpen behoort trots tot de organisaties die de regenboogvlag heeft uitgehangen.” (19 maart, 2021) 

Daarmee reageerde UAntwerpen, nadat ze meermaals getagd was in enkele tweets over de homofobe uitspraken van KVHV Antwerpen. Dat reageerde dan weer op de reactie van bisschop Bonny, die publiekelijk zijn excuses aanbood nadat het Vaticaan zijn standpunt dat homoseksualiteit een zonde is, herbevestigde. KVHV Antwerpen voelde daarop de noodzaak om met de wereld te delen dat het “plaatsvervangende schaamte” voor de bisschop voelde, dat een huwelijk alleen tussen man en vrouw kan bestaan, en rechtvaardigde die stelling met de frase “De Kerk omarmt de zondaars, maar nooit de zonde. Dat is katholiek.” 

De universiteit haalde vervolgens het schild van ‘actief pluralisme’ boven, om zo te verantwoorden waarom de studentenvereniging in kwestie nog erkend wordt. Homofobie binnen ‘actief pluralisme’ plaatsen — en het daarbij letterlijk als ‘een mening’ afdoen — gaat niet alleen voorbij aan het leed van een hele gemeenschap, maar opent bovendien de deur naar een gevaarlijk gedachtegoed. De cijfers in eigen land liegen er niet om: op dinsdag 9 maart berichtte De Redactie nog dat maar liefst een vijfde van de jonge mannelijke bevolking tégen gelijke rechten voor holebi’s is. Een deel van die jongeren wandelt binnen enkele jaren de aula’s van UAntwerpen binnen, ze zullen stemmen en misschien de nieuwe leiders van morgen worden. Hoezo heb je als universiteit dan geen enkele verantwoordelijkheid in het uitdragen van enkele basiswaarden? Ze zou immers het kritisch denken en het in vraag stellen van discrimerend gedachtegoed moeten stimuleren. 

Als UAntwerpen haar schild van ‘actief pluralisme’ wil bovenhalen, kunnen wij ‘actief pluralisme’ ook omvormen tot een stormram. Op de website lezen we immers dat de universiteit “inhoudelijke positionering aanmoedigt”, aangezien actief pluralisme de morele gevoeligheid van passief pluralisme deelt: “het kan nooit verantwoord zijn mensen uit te sluiten, van hun vrijheid te beroven of in hun integriteit aan te tasten omwille van hun levensbeschouwelijke ideeën.” Bovendien geeft ze zelf aan dat actief pluralisme er juist vanuit gaat dat “strikte neutraliteit niet overal recht doet aan het intrinsieke belang van levensbeschouwelijke ideeën”. 

Hoezo rechtvaardigt die definitie het buitensluiten en het als minderwaardig bestempelen van een hele bevolkingsgroep door KVHV? En hoezo kan je dan zonder meer van de LGBT*-gemeenschap verwachten dat ze tolerant is tegenover die intolerantie, zonder dat die zelfs expliciet werd afgekeurd door UAntwerpen? Respect moet van beide kanten komen en respect begint bij het erkennen van gelijkwaardigheid. UAntwerpen kan haar schild dus maar beter laten zakken. 

Wat ons het meest stoort aan de tweets van UAntwerpen, is het absolute gebrek aan een duidelijke afwijzing van het gedachtegoed van KVHV. Bijzonder zwak is het om enkel te stellen dat de universiteit die 'mening' “bepaald niet deelt”. Een publiek signaal, zoals een regenboogvlag ophangen, betekent niets als je er niet in slaagt die waarden ook in de praktijk om te zetten. Als de universiteit het niet aandurft om KVHV te schorsen of op een andere manier te bestraffen, moet ze op z’n minst de ballen hebben om de verwerpelijke homofobe uitspraken harder af te wijzen.  

Homofobie wegzetten als louter ‘een mening’ is bovendien incorrect. Het is een goedkope manier om je verantwoordelijkheid te ontwijken, maar het gedogen van dergelijke uitlatingen maakt je evengoed aansprakelijk aan de toenemende anti-LGTB*-gevoelens in onze huidige samenleving. Homofobie is geen mening en dat zal het ook nooit zijn. Het is een pure en ongegronde haat tegen een groep van de bevolking, net zoals bijvoorbeeld racisme en misogynie.  

We hadden meer verwacht, gehoopt. Eén van ons had in 2018 de kans om met rector Herman Van Goethem en enkele LGBT*-studenten een rondetafelgesprek te voeren. Rector Van Goethem is nog steeds de ambassadeur van Trotse Ouders (een organisatie opgericht door ouders van LGBT*-kinderen, n.v.d.r.) en hij kwam vertellen over de coming-out van zijn zoon. Ook weer een krachtig signaal dat opnieuw teniet wordt gedaan door de uitermate zwakke reactie van zijn universiteit. Daarom zijn we niet alleen kwaad, wij zijn ook bijzonder teleurgesteld. Het had beter moeten zijn. 

We kijken uit naar een veel sterker signaal van rector Van Goethem. Dat is hij niet alleen zijn universiteit verschuldigd, maar ook Trotse Ouders en alle LGBT*-studenten en -personeelsleden, zodat deze zich kunnen blijven ontwikkelen in een omgeving die veilig is en iedereen als gelijke beschouwt. Dat is uiteindelijk toch de maatschappelijke functie van een universiteit. In dit specifieke geval heeft UAntwerpen grandioos gefaald. 

We richten ons dan ook tot de universiteit en tot rector Van Goethem: doe het beter! Verberg jullie niet achter het schild van ‘actief pluralisme’. Kom harder op tegen uitspraken van haat. Jullie hebben gefaald, zet het weer recht. Breng de kleuren terug in de regenboog. Jullie zijn het ons verschuldigd.