Jongerenwerkloosheid

Wij kiezen een thema - deel 3

01/03/2003

De federale verkiezingen in juni volgend jaar zullen anders verlopen dan men totnogtoe gewoon was. Dit hebben we te danken aan de nieuwe kieswet die eind september met veel moeite door het parlement werd gesleurd. De nieuwe kieswet, die vier wezenlijke innovaties inhoudt, heeft volgens de huidige regering als inzet de burger dichter bij de politiek te brengen. Het zou echter wel eens om een sluwe politieke truc kunnen gaan waarmee paars-groen een tweede termijn probeert veilig te stellen. De wet heeft zo zijn voor -en tegenstanders. Zij komen in dwars uitgebreid aan het woord.

Het gaat niet goed met de werkgelegenheid in ons kleine Belgenlandje. Volgens de laatste cijfers tellen we maar liefst 380.222 uitkeringsgerechtigde werklozen, of 9,8% t.o.v. de actieve bevolking. Je moet geen rekenwonder zijn om in te zien dat dit een enorme maatschappelijke kost met zich meebrengt. En dan hebben we het niet enkel over de miljarden euro’s die de RVA er jaarlijks doorjaagt… Thema’s als verzuring en het toenemend aantal zelfmoorden zijn in deze context nooit helemaal out of the picture. Binnen de Belgische werkloosheid tekent zich echter een zo mogelijk nog meer verontrustende evolutie af. Kijken we naar de bevolking onder de 25 jaar, dan stellen we vast dat er zo’n 76.225 jongeren van de dop leven, een stijging met maar liefst 16,4% t.o.v. 2001. Als toekomstige jonge werkzoekende wil ik hier dan ook ondubbelzinnig aan de alarmbel trekken.

Het belang van de problematiek rond jongerenwerkloosheid kan moeilijk overschat worden. Er speelt immers een dubbel effect: op korte termijn drukken de werkloosheidsuitkeringen steeds zwaarder op de begroting, op iets langere termijn brokkelt het draagvlak voor de aanzwellende pensioenmassa aan een onhoudbaar tempo af. Gevraagd naar oorzaken, en liefst ook oplossingen, voor de huidige situatie op de arbeidsmarkt, lijken de Belgische politici geen pasklaar antwoord te hebben. Men verwijst steeds naar de wereldwijde economische recessie die de markten zou verlammen.

 

Vacatures genoeg?

Dit is inderdaad een factor waar niet naast gekeken kan worden. In een regering waar iedereen de mond vol heeft van de ‘actieve welvaartsstaat’, komt men er echter niet zo goedkoop vanaf. Mogen we immers niet van de overheid verwachten dat zij in staat is om bij te sturen waar nodig, en een buffer vormt die ons in zekere mate beschermt tegen uitwendige conjuncturele invloeden? De Vlaamse regeringspartijen blijven het antwoord vooralsnog schuldig. Bij de VLD wees minister-president Patrick Dewael himself de afgelopen maanden op de incompatibiliteit tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt: vacatures genoeg, maar voor gespecialiseerd personeel. Meer middelen voor onderwijs zouden hier op termijn aan kunnen verhelpen. Maar vanwaar dan het toenemende aantal hooggeschoolde werklozen? En had België al niet één van de beste onderwijssystemen ter wereld? Vlaams Sp.a-minister van tewerkstelling Renaat Landuyt gaat voor een meer symptomatische aanpak: extra begeleiding van schoolverlaters die na zes maanden nog geen job gevonden hebben, en verlaagde loonkosten voor werkgevers die een jongere aanwerven. De budgettaire ruimte voor deze maatregelen is echter beperkt en hiermee ook het effect ervan. Komen we tenslotte bij Agalev, dat in de persoon van Mieke Vogels – Vlaams minister van welzijn - de aandacht trok op de combinatie van betaalde arbeid en gezin.

 

Men verwijst steeds naar de economische recessie die de markten zou verlammen. In onze ‘actieve welvaartsstaat’ komt men er echter niet zo goedkoop vanaf.

 

Minder werken

Vele Vlamingen zouden maar wat graag minder werken en meer tijd voor hun gezin hebben. Zo ontstaat automatisch nieuwe ruimte op de arbeidsmarkt, omdat dan meer mensen nodig zijn om hetzelfde werk te doen. De regering moet er volgens Vogels dan ook maar voor zorgen dat deze evolutie gestimuleerd wordt. Dit resulteerde reeds in concepten als bijvoorbeeld het zogenaamde ‘tijdskrediet’.

De oppositie heeft al geruime tijd door dat de jongerenwerkloosheid een heikel punt is en hakt er dan ook lustig op in. Zo is er Johan Sauwens, tegenwoordig CD&V, die de regering er op tijd en stond van beschuldigt met de werkloosheidscijfers geknoeid te hebben om zichzelf uit de wind te zetten. Vanuit Vlaams-nationalistische hoek wordt dan weer gehamerd op de noodzaak van een gedefederaliseerde sociale zekerheid. De huidige federale minister van tewerkstelling, Laurette Onkelinx, dient volgens de N-VA enkel Waalse belangen. Vlaams minister Van Landuyt op zijn beurt zou zichzelf en met hem heel Vlaanderen volledig door haar laten wegdrukken.

U ziet het, beste lezer, stof genoeg voor een sappige discussie over een onmiskenbaar studentikoos onderwerp. dwars geeft het woord aan studenten uit de verschillende partijen.

 

(We ontvingen geen bijdrage van de sp.a, nvdr.)

 


 

“De enige structurele oplossing om werkloosheid aan te pakken is op Europees niveau een tewerkstellingspolitiek te voeren.”

 

 

“Tussen 2000 en 2002 kwamen er 32% meer jongerenwerklozen wat hun totaal op 58000 brengt (DS 17-01-2003). We spreken hier over een ernstig probleem dat veel te weinig aangekaart wordt. Het gaat immers om 23% van de werkzoekenden in Vlaanderen.

 

Verontrustend is ook dat het vooral gaat om hoger opgeleide jongeren. Er moet dus prioritair iets aan gedaan worden. Toch kan men zich de vraag stellen in welke mate dit nog op Vlaams of Belgisch niveau kan worden opgelost. Het is al niet evident om deze crisis landelijk aan te pakken, puur op Vlaams niveau lijkt het al helemaal een druppel op een hete plaat. Bijvoorbeeld de maatregel van Vlaams SP.a-minister van tewerkstelling Landuyt die de jobkaart invoert voor jonge schoolverlaters als deus ex machina om de jongerenwerkloosheid te doen dalen heeft toch geen zin! Dat blijft immers het aanpakken van gevolgen van een probleem in plaats van het probleem zelf aan te pakken. De vraag naar werknemers zal er immers niet door toenemen. De enige structurele oplossing om werkloosheid aan te pakken is op Europees niveau een tewerkstellingspolitiek te voeren, die erop gericht is om het voor bedrijven aantrekkelijk te maken zich in de EU te vestigen en er mensen aan te nemen. De verschillende lastenverlagingen die onder druk van de VLD doorgevoerd werden en het ongedaan maken van de belastingsverhogingen van 10 jaar roomsrode regeringen, zorgden er reeds voor dat de crisis bij ons minder groot is dan in onze buurlanden. Er is echter lang niet genoeg gedaan.

 

Het debat over flexibelere arbeidregelingen moet dringend geopend worden hoewel vakbonden er allergisch aan lijken te zijn. Verder moeten er nog meer lastenverlagingen doorgevoerd worden, zowel voor de bedrijven, zodat ze zich hier vestigen of uitbreiden, als voor consumenten zodat de consumptie en de levensstandaard verhoogd kunnen worden.”

 

Bart Laureys
Jong-VLD, student rechten

 

“Zo win je twee keer: het milieu en de volksgezondheid worden er beter van en je creëert extra ruimte voor werkgelegenheid.”

 

 

“Jongeren geraken de laatste tijd weer steeds moeilijker aan een baan. De aanpak van de jeugdwerkloosheid staat dan ook hoog op het prioriteitenlijstje van Jong Agalev. De huidige situatie op de arbeidsmarkt is natuurlijk verre van eenvoudig, en een goed werkgelegenheidsbeleid vergt maatregelen op verschillende beleidsterreinen – meer dus dan in een kort standpunttekstje past. Ik wil hier dan ook maar een paar jonggroene voorstellen in de verf zetten.

 

Om de toegang tot de arbeidsmarkt te versoepelen, pleit Jong Agalev voor een uitbreiding van het werkervaringsaanbod, in die mate, dat schoolverlaters die na zes maanden nog geen job hebben gevonden hoe dan ook een job van minstens één jaar wordt aangeboden (het “jeugdwerkgarantieplan”). Dit zou meer specifiek kunnen ingevuld worden door een regenboogcontract (ook wel pluri-activiteitscontract genoemd). Dit is een contract waarbij een jongere voor een bepaalde periode een vast loon krijgt, maar zelf kiest uit een reeks mogelijkheden voor wat hij of zij in ruil doet: vrijwilligerswerk, een stage, een eigen bedrijfje opstarten, een bijkomende opleiding… Zo’n contract versoepelt de overgang van studie naar werk, en geeft je de kans om meerdere talenten te ontwikkelen, zonder onmiddellijk vast te zitten in het keurslijf van de arbeidsmarkt.

 

Natuurlijk pak je jongerenwerkloosheid het beste aan door de werkloosheid in het algemeen tegen te gaan. Wat dat betreft pleit Jong Agalev al langer voor een verschuiving van lasten: wij willen de al te hoge lasten op arbeid verlagen en die op energieverbruik en milieuvervuiling verhogen, zonder daarmee de totale (para)fiscale druk te verhogen. Zo win je twee keer: het milieu en de volksgezondheid worden er beter van en je creëert extra ruimte voor werkgelegenheid.”

 

Ewoud Roes
Jong Agalev,
student aanvullende studie internationale politiek

 

“Te vaak echter verschuift men een probleem in plaats van het op te lossen.”

 

 

“Je bent jong en je wil werk. Tegenwoordig is dit niet meer vanzelfsprekend. Steeds meer jongeren, pas afgestudeerd, zelfs met enige ervaring, vinden steeds moeilijker werk. Als het economisch slechter gaat, zijn bepaalde doelgroepen, bv. jongeren, hier eerst de dupe van.

 

Volgens de VDAB steeg het aantal niet-werkende werkzoekenden in december 2002, tegenover december 2001, met 8,7%. Bekijken we de jongerenwerkloosheid apart, dan stellen we vast dat voor de jongeren onder de 25 jaar, de werkloosheid zelfs toenam met 17,3%. Daarbij trok de zeer opvallende trend van de stijgende werkloosheid voor hooggeschoolden bijzonder de aandacht. Hierbij merken we het grote aantal hooggeschoolde jongeren op. Deze laatste vaststelling heeft de overheid min of meer wakker geschud. Toch enkele bedenkingen hierbij. Het is lovenswaardig dat er maatregelen getroffen worden, maar men mag zich daarbij niet beperken tot het enorm gestegen werkloosheidspercentage van de jonge hooggeschoolden (dat eerder conjunctuurgebonden is). Laaggeschoolden kennen immers het probleem van structurele (zelfs langdurige) werkloosheid.

 

Het lijkt dan ook zeer kortzichtig om maatregelen uit te vaardigen die slecht één kleine groep, en dan vaak nog voor een korte periode, terug aan werk helpen. De overheid mag immers de stijgende “gewone” werkloosheid niet uit het oog verliezen. Een integrale aanpak moet dan ook de grootste prioriteit krijgen. Uiteraard kan de overheid hierbij een aantal specifieke maatregelen naar de meest getroffen groepen, o.a. de jongeren, richten. Te vaak echter verschuift men een probleem in plaats van het op te lossen: een maatregel ten gunste van één doelgroep verloopt ten koste van een andere groep. Daarom kan enkel een integrale visie op het werkloosheidsbeleid voor iedereen een verbetering bieden.”

 

Lies Cornelissen
jong-CD&V Borgerhout

 

“Wanneer de Belgische overheid maatregelen neemt, zijn die dikwijls wel goed voor de Waalse, maar helemaal niet voor de Vlaamse economie.”

 

 

“Terwijl er al bijna 200.000 Vlaamse werklozen zijn, is de werkloosheid bij de 25- jarigen op één jaar tijd gestegen met maar liefst 20%. Ook een universitair diploma biedt al lang geen werkzekerheid meer. Wel integendeel, sinds januari 2002 is de werkloosheid bij jonge universitairen gestegen met 33%.

 

Toch wordt er door de federale overheid niets gedaan. De Vlaamse overheid staat erbij en kijkt ernaar. Zij beschikt immers niet over de bevoegdheden om een echt werkgelegenheidsbeleid te voeren. Eén Belgisch economisch beleid werkt niet. Eenvoudigweg omdat Vlaanderen en Wallonië elk een eigen economie hebben en dus ook een eigen beleid nodig hebben. Wanneer de Belgische overheid maatregelen neemt, zijn die dikwijls wel goed voor de Waalse, maar helemaal niet voor de Vlaamse economie. Dat zegt niet alleen de N-VA, maar ook internationale instellingen als het IMF en de OESO. De N-VA wil daarom een eigen Vlaams economisch en tewerkstellingsbeleid, aangepast aan de Vlaamse problemen. Alleen zo kan het welzijn en de welvaart van zes miljoen Vlamingen verzekerd worden.

 

In eerste instantie moet vermeden worden dat nog meer bedrijven naar het buitenland trekken vanwege de hoge loonkost. Daarom wil de N-VA dat de “niet-arbeidsgebonden risico’s”, zoals gezondheidszorg en gezinsbijslag, niet langer betaald worden via de belasting op arbeid, maar met algemeen belastinggeld. Zo worden jobs heel wat goedkoper. Daarnaast moet het Vlaams ondernemerschap maximaal gestimuleerd worden met vooral aandacht voor startende en doorgroeiende ondernemingen, een echt zelfstandigenstatuut, de afschaffing van de administratieve rompslomp,… De N-VA wil de politiek wakker schudden, want de hoge werkloosheid is niet alleen het resultaat van de slechte economische conjunctuur.”

 

Geert Antonio
N-VA Jongerenkandidaat, 10de plaats Kamer

 

“Duizenden werkloze jongeren zijn dus het slachtoffer van het anti-Vlaamse paarsgroene beleid.”

 

 

“De laatste jeugdwerkloosheidscijfers in Vlaanderen waren ronduit desastreus. De jeugdwerkloosheid steeg het afgelopen jaar met meer dan 13%. Het aantal jongeren in wachttijd (die nog geen recht hebben op een uitkering) steeg zelfs met 18,3%. De algemene verwachting is bovendien dat de situatie nog zal verslechteren.

 

Hoe is dit mogelijk? Enkele jaren geleden werden er toch maatregelen genomen tegen de jeugdwerkloosheid: de zogenaamde startbanen van het Rosetta-plan? Helaas waren dit plannen die vooral de Waalse werkloosheid moesten aanpakken. De plannen waren volledig op maat gemaakt voor de Waalse economie. Het Vlaams Blok stelde dit reeds begin 2000, bij de lancering van het plan. En het Vlaams Blok kreeg gelijk: volgens een enquête van het VEV eind 2000 zou 64,3% van de Vlaamse bedrijven jongeren een betere baan hebben kunnen geven zonder het banenplan en bijna 90% zou zonder het plan evenveel jongeren hebben aangeworven.

 

Als reactie op de stijgende jeugdwerkloosheid wilde anno 2003 nu ook de Vlaamse regering een maatregel nemen, de jobkaart, die wél zeer nuttig zou kunnen zijn in de strijd tegen de Vlaamse jeugdwerkloosheid. Het Vlaams Blok steunde deze maatregel voor 100%. Helaas, deze kaart kon geen doorgang vinden, want … de kaart werd geblokkeerd door de federale - uiteraard Waalse - minister van arbeid Onkelinx. Duizenden werkloze jongeren zijn dus het slachtoffer van het anti-Vlaamse paarsgroene beleid.

 

De enige oplossing is dat Vlaanderen onafhankelijk wordt en dus eindelijk een eigen beleid kan voeren, ook inzake werkgelegenheid. De voor de economie nodige verlaging van de vennootschapsbelasting die de VLD wél beloofde maar nooit gaf wordt dan mogelijk.”

 

Wim Van Osselaer
Vlaams Blok Jongeren