gezette tijden

een requiem

23/12/2019
🖋: 

Het was een kille decemberochtend. Terwijl de kerstliedjesratio van haar bovenbuurman significant steeg, bereidde ze zich voor op alle mensen die vandaag weer door de deur zouden komen. Zoals altijd zou ze op mechanische wijze haar lichaam geven. Eindeloos doormalend in zichzelf zou ze iedereen schenken wat ze hebben wilden, zonder enig residu. Dat was haar functie, anderen gelukkig maken, nooit lettend op de prijs die daarvoor betaald werd.

Uiteindelijk had ze nog het geluk dat ze vast cliënteel had. Het was haar droomjob uiteraard niet: ze draaide vaak overuren en achting zou ze er nooit mee verdienen. De trillende studentenhanden draaiden onzeker aan haar instellingen en verwarde professoren lieten hun zojuist verkregen nattigheid weer over haar uitlopen, maar er was nooit kwaad opzet in het spel. Als ze even een pauze nodig had om zichzelf te reinigen, kreeg ze die en als er iets mis was, kwam de onderhoudsdienst langs. Zo hielpen ze haar twee jaar geleden nog van druiper af. De bonen waarmee ze het moest doen, waren van degelijke kwaliteit en haar lade werd regelmatig geledigd – ook al was het maar om onmiddellijk terug te beginnen werken.

Dat alles maakt dat ze, ondanks meer dan 40.000 verzoeken naar haar energieke genot, nog altijd in een ordentelijke staat was. Ze had de verhalen gehoord van anderen zoals zij, die op druk bezochte kruispunten stonden en door wildvreemden bezocht werden. Haar collega’s kregen dan door deze vaak slaapdronken verslaafden roestige munten in hun gleuf gestopt. Ooit dacht ze dat dat de fantasmen waren van een stel overkokende waterkokers, maar ondertussen wist ze wel beter. Een aantal van haar reguliere klanten waren ook meer into kinky stuff. Een driedubbele ristretto was een bitter werkje waar ze steeds even uit van moest rusten. Maar altijd stond de nieuwe kop klaar.

Want ze wist ook best dat dit niet kon blijven duren. Na zo veelvuldig gebruikt te worden was er slijtage opgetreden. En iedereen in de stiel begreep goed genoeg dat de dagen aftelbaar waren. Want hoewel de industrie handig inspeelde op de wapenwedloop naar het diepgewortelde en haast psychotische ideaalbeeld van het onverzadigbare object dat oneindig gevuld en geledigd kan worden, geloofde niemand dat echt. En zo was ze dan ook niet anders dan haar cliënteel: een voorbij dwalend, vervangbaar asset dat ooit vervangen zou worden door een jonger model. Eentje dat nog sneller, nog liever, nog beter, nog meer schenkt dan de vorige. 

Toen ze die decembermiddag losgekoppeld werd, was er dan ook geen verbazing of angst. Er was enkel opluchting. Ze zou als verkocht worden op een veiling, als het object dat ze was.

 

Ze was slechts een middel om andere middelen van hun middel te voorzien.
Ze was de Jura Impressa S7 Avantgarde.
Ze zal gemist worden door hen met wie ze zichzelf deelde.