falen is geen optie

de angst waarover niet gepraat wordt

02/05/2019
falen is geen optie (© Alex Noels & Vanessa Nicole Peña | dwars)
📷
Bron/externe fotograaf

Vanessa Nicole Peña


Er wordt altijd gezegd dat de studententijd de beste tijd van je leven is: je hebt enorm veel vrije tijd, weinig verantwoordelijkheden en elke dag is een feest. Is dat wel zo? Studeren is meer dan pinten drinken op café of series bingewatchen, het kan ook enorm veel angst en stress met zich meebrengen. Met de examens in het vooruitzicht besloot dwars om eens na te gaan hoe stressvol het studentenleven echt is. En toen stuitten we op een probleem: het taboe.

Bijna 400 studenten vonden ondanks de naderende deadlines en examens de tijd om ons inzicht te geven in hun psychische gezondheid. De ene faculteit deed dit al wat gretiger dan de andere. Met 20,9% heeft Letteren en Wijsbegeerte het grootste aandeel in onze resultaten en met 80% vrouwelijke respondenten kunnen we natuurlijk niet voor héél de studentenpopulatie spreken. Uiteraard niet, want wie beslist er om vragen te beantwoorden over een onderwerp als faalangst? Juist ja, diegenen die er iets over te zeggen hebben. Of beter: diegenen die iets willen zeggen. Veel studenten kampen met deze angst, maar slechts weinige van hen durven ze te uiten. 

Dat faalangst niet besproken wordt, betekent niet dat het niet bespreekbaar moet worden, want een probleem is het zeker. 377 studenten laten weten dat angst om te falen invloed heeft op hun leven. Sommigen ervaren faalangst elke dag, anderen slechts af en toe. Ze kampen met verschillende klachten zoals gewichtsverlies, uitstelgedrag, overgeven, slaapproblemen of zelfs een burn-out en depressie. Stress maakt duidelijk deel uit van het studentenleven: 45% van de studenten ervaart voortdurend stress tijdens zijn of haar studententijd en nog eens 47% haalt aan periodes van stress door te maken. Met 92% hebben bijna alle respondenten last van stress. Dit zijn zeer verontrustende cijfers. Kampt er echt zo’n groot percentage van de studenten met stress en faalangst? Of hebben echt enkel de mensen die er meer over willen vertellen onze vragen beantwoord?

 

Het uiten van faalangst voelt voor mannen meer als een taboe.

 

Om hier een antwoord op te krijgen, zochten we contact met Sara Backx, studentenbegeleidster op de Stadscampus en Campus Drie Eiken. Zij ziet een taboe over faalangst en geeft aan dat dit een mogelijke verklaring is voor de bias bij onze respondenten. In opleidingen waar een grote competitiviteit heerst en bij bepaalde studies met status bestaat volgens haar een onevenwicht tussen faalangst en bespreekbaarheid. Backx merkt echter niet alleen een verschil op tussen de opleidingen, maar ook tussen mannen en vrouwen.

 

a girl thing?

We kunnen de oververtegenwoordiging van het vrouwelijke geslacht in onze steekproef dus ook zien als iets anders dan een slechte representatie van de studentenpopulatie. Het zou er ook op kunnen wijzen dat vrouwen meer faalangst hebben. Uit de wetenschappelijke literatuur blijkt al dat vrouwen in het algemeen meer last hebben van angststoornissen dan mannen. Geldt dat dan ook voor faalangst? Sara Backx denkt alvast van wel. “Het klopt dat vrouwelijke studenten meer gebruik maken van ons aanbod. Toch denk ik niet enkel dat vrouwen er meer last van hebben, maar ook dat het voor vrouwen minder taboe is om last te hebben van faalangst en stress.”

De 62 mannelijke respondenten tonen zich inderdaad een tikje geruster. 29% van hen geeft aan zelden of nooit last te hebben van faalangst. Dit lijkt misschien weinig, maar als je het vergelijkt met de 10% relaxte dames is het verschil treffend. Zouden vrouwen dan echt meer stress ervaren in hun studententijd? Of hangt er inderdaad gewoon een taboe rond de kwestie, vergelijkbaar met gedragsregels als ‘mannen mogen niet huilen’? We vroegen het aan een van onze mannelijke respondenten. “Ik denk dat van mannen vandaag nog steeds wordt verwacht dat ze hun competitiviteit uiten, waardoor ze zich minder snel kwetsbaar zullen opstellen uit angst om te gevoelig over te komen. Hoewel mannen en vrouwen volgens mij evenveel faalangst ervaren, voelt het uiten van die gevoelens voor mannen meer als een taboe." 

 

gezonde stress

Toch is het niet alleen maar kommer en kwel. Ondanks de genoemde onrustwekkende verschijnselen spreken sommigen ook van ‘gezonde stress’. Een vierde van onze respondenten slaagt erin faalangst om te zetten in een positieve drijfveer voor zijn of haar studies. Hun angst zet hen aan om sneller aan een taak te beginnen of sneller achter de boeken te kruipen. Helaas lukt dit voor de meeste respondenten naar eigen zeggen niet. Meer dan de helft laat weten dat het hun studies op een negatieve manier beïnvloedt. Dit is dus ‘ongezonde stress’, en dat kan je in sommige gevallen letterlijk nemen. 47 respondenten geven aan last te hebben van psychosomatische klachten, oftewel fysieke klachten met een psychische oorzaak. Dit uit zich bijvoorbeeld in een verhoogde hartslag, een misselijk gevoel, chronisch hyperventileren, hoofdpijn of fysieke vermoeidheid. 

 

De druk om met de buren te kunnen kletsen over de goede prestaties van je kind wordt steeds hoger

 

Een verschijnsel dat vaak aan stress gekoppeld wordt, is uitstelgedrag. Bijna 59,2% van onze respondenten geeft aan hier last van te hebben. Wil dit dan zeggen dat er een verband is tussen uitstelgedrag en faalangst? 38,7% van onze respondenten denkt van wel, 40,6% denkt van niet. Als we kijken naar de respondenten die hun studententijd als 'niet stressvol' bestempelen, zien we echter dat zij evenveel uitstelgedrag vertonen als studenten die wel stress ervaren. De link tussen stress en uitstelgedrag is dus niet zomaar te leggen.

 

verwachtingen van de wereld

Psychosomatische klachten, uitstelgedrag, paniekaanvallen of panische huilbuien, dat is natuurlijk niet wat een ambitieuze student wil laten zien. Studenten hebben het idee dat alles altijd goed moet gaan en die druk blijkt hoog. 30% van de respondenten geeft aan last te hebben van faalangst wanneer ze weten dat iemand hen beoordeelt. Dit gaat vaak gepaard met een incompetent of onzeker gevoel, zo blijkt ook uit de enquête. Ze denken bijvoorbeeld taken fout te interpreteren, cursussen verkeerd te studeren of gewoon niet te weten hoe ze aan een opdracht moeten beginnen. Met andere woorden, ze zijn bang om resultaten te leveren die niet beantwoorden aan de verwachtingen van de prof. 

Sommige respondenten geven aan dat ze, naast professoren, vooral hun ouders niet willen teleurstellen. Vaak drukken ook ouders impliciet - en soms expliciet - bepaalde verwachtingen uit: wat ze willen dat hun kind bereikt of waar ze willen dat hun kind terechtkomt in de wereld. Maar soms lijken de verwachtingen van ouders zo ver buiten bereik te liggen, dat dit enorm veel angst en stress met zich meebrengt. Een van onze respondenten geeft bovendien aan dat niet enkel de te hoge verwachtingen van ouders een probleem vormen. Ook de druk die de maatschappij op de student uitoefent, wordt als enorm ervaren. “Tegenwoordig is het niet meer goed genoeg om gewoon hogeschool te volgen of een beroep uit te oefenen waarvoor geen bachelor of master nodig is. De druk om met de buren te kunnen kletsen over de goede prestaties van je kind wordt steeds hoger.” Studenten die hun ouders niet willen teleurstellen, leggen vaak voor zichzelf de lat te hoog. Niet per se omdat ouders het verwachten, maar omdat de studenten denken dat ze het verwachten. Prestatiedruk en faalangst lijken dus afhankelijk te zijn van de verwachtingen van anderen of van wat de student projecteert als de verwachtingen van anderen.

 

faalangst voor dummies

Ook Universiteit Antwerpen heeft allang begrepen dat het studentenleven veel stressvoller is dan algemeen aangenomen. De Dienst voor Studieadvies en Studiebegeleiding biedt immers niet enkel tips aan over blokken en plannen, maar ook over hoe je om kan gaan met stress, faalangst en uitstelgedrag. Uit onze enquête bleek dat enkele respondenten de weg naar de begeleiding al gevonden hadden. “Ik heb in het verleden enorm last gehad van faalangst en dat maakte studeren tot een hel. Dankzij de training van UAntwerpen heb ik dit voor een groot deel overwonnen!” Maar slechts een minderheid lijkt tot bij deze studiebegeleiding te raken. “Ik denk dat er een groot taboe heerst over angst, of mentaal welzijn in het algemeen”, haalt een van de respondenten aan, “Bovendien is het een steeds groter wordende kwelgeest van onze samenleving. We moeten hierover bewustzijn creëren zodat barrières voor studenten verdwijnen en ze de nodige ondersteuning zoeken. Zonder deze mindset zullen de mogelijke ondersteuning en faciliteiten van de universiteit nooit volledig tot hun recht komen. Ik vrees ook dat studenten liever externe hulp zoeken, omdat ze niet fysiek gezien willen worden op de universiteit voor zulke doeleinden.”

Hoe kunnen we dat taboe doorbreken? “Ik denk dat het begint bij jezelf”, zegt een andere respondent, “niet stereotyperend denken en openlijk praten over mentale gezondheid met je vrienden zijn daarom zeer belangrijk.” Maar zolang het taboe bestaat, willen we nog één ding meegeven: faalangst is er, zoals onze cijfers zwart op wit beamen, en kan heel nefaste gevolgen hebben. Niet alleen voor je studies, maar ook voor je algemeen welzijn. Zet af en toe eens alles uit je hoofd, spreek af met vrienden en praat eens over iets anders dan school. Als dit alles niet helpt, blijf dan niet bij de pakken neerzitten, maar zoek gepaste begeleiding. Faalangst kan je immers overwinnen.