de koning die zo veel goud had dat hij stierf uit armoede

Humans of UAntwerpen

07/03/2021
🖋: 

Kunstenaar of topsporter, bejaarde of ondernemer, geen enkele soort ontspringt de dans. Je wordt op een dag wakker met de intense drang om je aan Universiteit Antwerpen in te schrijven. Het gevolg: zo veel vreemde vogels dat het uitzonderlijk wordt om normaal te zijn. Elke maand zetten wij een bijzondere student in de kijker.

Het eerste wat hij tegen me zei was: “Ik denk dat ik afstam van een familie zwevers." Zijn naam is Thomas Delrue. Ik liet het een paar seconden bezinken: tegelijkertijd besefte ik dat ik zijn achternaam al twee en een half jaar fout uitsprak. Onlangs plukte ik hem van de straat om hem te ondervragen over zijn recente toneelstuk MIDAS en of alles wat hij hier aanraakt in goud zou veranderen. Ik hoopte van niet, aangezien je in de titel al leest dat dat niet glorieus afliep voor de onfortuinlijke koning Midas. De mythe was de kerninspiratie voor Thomas’ toneelstuk. Eerder schreef Thomas samen met een vriend, Wout Van Den Eede, de gelijknamige dichtbundel Midas. Het idee was om het daarbij te laten, maar voor de lol verzonnen ze er maar een toneelstuk rond, omdat de bundel anders niet in aanmerking kwam om als theatervoorstelling opgevoerd te worden. En dat wilden ze. 

De avond daarvoor werd gevuld met zijn stem, maar ik vertelde Thomas de dag zelf natuurlijk dat ik zijn stuk al eeuwen geleden aandachtig bekeken had. En hoe dat in realiteit reuze meeviel, maar dat het eigenlijk pas gisteravond was. Het stuk was mooi. En hij vond het niet erg. Ik vertelde hem dat hij een gezicht had om radio mee te maken. Het was een flauw grapje dat nog flauwer werd toen hij het niet onmiddellijk begreep, en hij hierna verder bazelde over hoe iedereen zei dat hij een radiostem had. 

Na een half uurtje babbelen over zijn chaotische studietraject – hoe we daar dan ook bij uitkwamen – zei ik: “Dus: je hebt een toneelstuk geschreven, let’s cut to that. Koffie?” Thomas vertelde het kernidee van Silenus en koning Midas: “Silenus zuipt heel veel, er wordt gezegd dat de mens een onuitputtelijke bron van wijsheid is als hij gedronken heeft, dus eigenlijk is hij altijd dronken. Het verhaal begon vijf jaar geleden toen Wout en ik op de Chiro zaten. Hij ging Taal- en Letterkunde studeren en ik was verloren." Na vele lange avonden vol filosoferen, klagen en dichten, kwam Wout op een dag af met Midas en Silenus, over hoe het een schande is dat de mens zich schuldig maakt aan geboorte en dat niet geboren worden het beste is wat je als mens kan doen. Wanneer je helaas dan toch geboren wordt, kan je best zo snel mogelijk sterven. Dat was Silenus' waarheid. “Met die cynische gedachte zijn we beginnen schrijven aan Midas, waar eerst enorm veel slechte gedichten in stonden." Hij zei daarna nog iets in de aard van “Of ja, slecht …" Ik bespeurde spijt in zijn ogen omdat hij zijn eigen schrijverijen zonet slecht had genoemd. Ze waren niet slecht.  

Omdat ik me de avond voordien prima had voorbereid, wist ik precies wat koning Midas zo onfortuinlijk maakte en wat Silenus’ rol was. De sater Silenus maakte de fout — althans, het is maar hoe je het bekijkt — om van een rivier te drinken waarvan het water in wijn was veranderd. Midas schoot hem te hulp omdat de sater niet meer kon rechtstaan. Als beloning bracht Dionysos, de god van de wijn zelve, zijn grootste wens in vervulling. Midas’ gulzige wens was dat alles wat hij aanraakte in goud zou veranderen, waardoor hij rijk werd maar tegelijk verhongerde.  

Het toneelstuk, via een livestream opgevoerd op een poëzieavond in Puurs-Sint-Amands, is een mix van de Midas-gedichten en een omhelzende theatertekst. “We konden moeilijk gewoon daar staan en shit voorlezen. Dat is enorm saai, dus we hebben er een verhaal rond gebouwd. We hebben geprobeerd van Midas een soort Elckerlyc te maken, een figuur die toe te passen valt op ieder van ons. Midas zit in een bos en verzamelt rotte bladeren om ze daarna te verbranden. Dat kan je zien als de mens die gewoon geld verdient en het dan gedachteloos uitgeeft. Midas begint stilaan na te denken: ‘Bon, is dit het dan?’.” Die bewustwording voelt als de echo van een belangrijk keerpunt in Thomas’ leven, waarna hij dacht: "Bon, ik ga een dichtbundel schrijven” en dan vijf jaar zoet was. Om verder te gaan in het verhaal: later komt Midas Silenus tegen. Die legt zijn waarheid uit over wat de zin van het leven is: niets. Midas wordt uitgenodigd om naar de stad te komen, waar hij merkt dat iedereen in dezelfde zinloze cyclus gevangen is. Of om het in Thomas’ woorden te zeggen: “Hij komt in aanraking met die zwerver. Dan denkt hij van: 'Oeh, is dit het? Fok. Iedereen is hier eigenlijk ook helemaal gefokt'." Die cynische gedachte verandert gelukkig wanneer Midas een familie ontmoet die wél gelukkig lijkt en er een andere roeping ontwaakt. “De familie staat symbool voor onze vriendengroep, dat op zich maakt het leven waard te leven. Dat is het punt van het verhaal." Eveneens de kern van Thomas’ eigen poëtische geluk. 

De theatertekst is een reis langs alle gaten in de weg, die uiteindelijk stopt in het hart van het schone. Voor hem betekent dat ‘mooi’, voor mij eerder comme il faut. Beide kunnen doorgaan voor de waarheid. Zijn zoete versjes zijn te vinden onder @versvandaal op Instagram. Door een klein geluk in een groot ongeluk kan MIDAS oneindig herbekeken worden, dus meer valt er helaas niet over te verklappen. Behalve dat het mooi is. Dames en heren, dit was dan Thomas Delrue.