De keizer heeft geen kleren aan!

2016 volgens hofnar Michael Van Peel

01/12/2016

“Ik voel me een beetje als een kaasjesverkoper in de GB!” Aan het woord is Michael Van Peel. Nochtans draagt hij geen hyperhygiënische witte schort, maar een avontuurlijk kaki hemd met epauletten, en in zijn hand geen Camembert of La vache qui rit, maar 285 pagina’s Van Peel tot Evenaar. Zijn eerste boek verhaalt over de Vespatocht die hij in 2011 ondernam van Antwerpen naar Dakar. “Er zijn echt beschamend weinig mensen langsgekomen”, lacht hij. “Ik heb nauwelijks kunnen signeren.”

 

dwars strikte de comedian voor zijn terugblik op het afgelopen jaar, maar als we gaan zitten, dringt een andere vraag zich op: “Wie is die sympathieke snuiter eigenlijk die ons eerder nog charmerend de ‘John Hancocks van de journalistiek’ had genoemd?” Een dapper avonturier? Scherpzinnig politicus? Wikinger eerste klas met een Antwerpse tongval? Of allemaal? We hebben anderhalf uur om het te achterhalen.

Vespa’s Van Peel

“Mijn liefde voor Vespa’s? Die begon met een zatte weddenschap in de Salamander. Toen ik op Erasmus was in Siena kocht ik mijn allereerste Vespa waarmee ik via de kleine baantjes heel Toscane heb verkend. Met Nieuwjaar was ik eventjes terug in België en toen een maat mij vroeg wat ik ermee zou doen na Erasmus, zei ik: ‘Ik rijd ermee naar huis.’ ‘Da daarfde ni’, was het antwoord en hij had gelijk, maar in de mannenwereld staat een zatte weddenschap boven de Conventie van Genève. Ik ben toen 6.800 kilometer door heel West-Europa gereden, van Erasmusvriend naar Erasmusvriend, en het is de mooiste reis van mijn leven geworden, per ongeluk.”

 

In tegenstelling tot menig Erasmuslief bleek Michaels tweewielige deerne geen interimmer. In 2011 besteeg hij haar immers opnieuw met evenveel liefde. Met zijn moleskineke, een notitieboekje, reed hij toen naar Dakar en jaren later resulteerde die reis in een boek gelardeerd met toogfilosofie en tegelwijsheden.

 

“Door de tijd die erover is gegaan, is het niet louter een reisverslag geworden, maar eerder een soort metafoor, een vehikel liever, iets om over na te denken, zoals de absurditeit van grenzen bijvoorbeeld. Zo ligt er tussen Mauritanië en Marokko een stukje niemandsland waar ik zag hoe twee bewakers een imaginaire rode lijn stonden te bewaken. Zo’n ervaringen doen mij bezinnen en die gedachten staan beschreven in mijn boek.”

 

rolling with the punches

In gedachten zien we hem al als een ware ontdekkingsreiziger de natuurelementen bedwingen, maar Michael nuanceert: “Er waren maar een paar stukken waar geen asfalt lag, al leidden die wel tot de grootste avonturen. Ik was eigenlijk heel slecht voorbereid en toen mijn Vespa tot aan de treeplank vast zat in een traject van 80 kilometer modder, dacht ik echt dat ik in een aflevering van Final 24 op National Geographic terecht zou komen: de laatste 24 uur in het leven van een of andere debiel met mij in de hoofdrol. Een avontuur is eigenlijk een slechte beslissing die uiteindelijk goed afloopt, anders is het gewoon een stommiteit.”

 

“Er zijn wel meerdere momenten geweest waarop ik bang was,” bekent de Vespaheld, “zeker toen ik op de vlucht was voor een waanzinnig onweer in het midden van de woestijn terwijl de zon aan het ondergaan was. ‘s Nachts rijden is echt geen cadeau. Ik scheet in mijn broek en vloekend besefte ik dat ik beter tachtig kilometer eerder in een dorpje gestopt was.” Even kijkt hij naar de Vespa naast hem die in stilte het verhaal bevestigt.

“Maar toen sprong Bad Moon Rising van Creedence Clearwater Revival op mijn iPod op. Plots was ik niet meer bang, maar voelde ik me ruig want ik was aan het cruisen onder de volle maan met de hete woestijnwind in mijn gezicht. Ik besefte dat er op dat moment ergere plaatsen zijn op de planeet en dat verblindende angst een keuze is. Ga mee met de storm, roll with the punches. Wat gevaarlijk is, is ook heel relatief, want een paar dagen na de storm zag ik de Pukkelpopramp die had plaatsgevonden in België. Op dat moment moest ik mij dus zorgen maken over mijn vrienden in België, en niet andersom.”

 

Een avontuur is eigenlijk een slechte beslissing die uiteindelijk goed afloopt, anders is het gewoon een stommiteit.

 

“Angst om bijvoorbeeld overvallen te worden heb ik niet gehad, wel de vrees voor flikken, corrupte grenswachters of militairen, mensen die macht over je hebben tout court. Maar verder zijn de mensen die ik tegenkwam absoluut niet om bang voor te zijn. Ze hebben daar geen staat die voor hen zorgt, dus moet iedereen een beetje voor elkaar zorgen. Er loopt bijvoorbeeld één baan door de Westelijke Sahara, 1.600 kilometer rechtdoor. Als je daar in panne valt, stopt de eerstvolgende om te helpen, want die kan zelf de volgende zijn met pech. En dat geeft je wel het gevoel dat je niet alleen bent. Iedereen kijkt daar nog om naar mekaar, veel meer dan hier in een welvaartsstaat.”

 

Wikings-praeses

Een jaar in Leuven, een jaartje Chemie, zeven jaar Handelsingenieur, een MaNaMa Filmstudies, twee keer op Erasmus ... Van Peel heeft het merg uit het studentenleven gezogen, maar daar heeft hij geen spijt van. “Ik heb elk jaar keiveel bijgeleerd, soms meer buiten de lokalen dan erbinnen.” Over het meest memorabele moment uit zijn studententijd hoeft hij dan ook niet lang na te denken: “de kiesweek bij de Wikings!”

 

Toen de studentenclub De Prof inruilde voor het toenmalige ‘t Uniefke als stamcafé, ging het gerucht dat uitbater Wim wilde verkopen, maar mét de Wikings-klanten erbij voor een hogere verkoopprijs. “Hij had een kiesploeg opgericht met een budget van 200.000 frank om zo de Wikings terug te winnen. Wij als Wikings-leden hadden ook een klein ploegske opgericht met wat sponsorgeld van de Jean-Pierre en het Agora Caffee. Met uiteindelijk slechts 18.500 frank, nog geen 500 euro dus, maar wel veel vrienden en de drive om te winnen zijn we er toen aan begonnen. De Prof huurde Eddy Wally in, wij hadden enkel ne maat met boenkmuziek en hebben toen massa’s hamburgers gebakken, gratis bier weggegeven …”, herinnert Michael zich met pretlichtjes in de ogen. “Het werd de meest fantastische kiesweek en ook die met de hoogste opkomst ooit! Het was een strijd tussen de studenten en de commerce en dat zorgde ervoor dat heel de faculteit ermee begaan was.”

 

Hoe hij erin slaagde om ook op studievlak succes te boeken? “Dat is dankzij de hulp van de GNM’ekes geweest, de Goed Noterende Meisjes, zonder wie ik mijn universitaire carrière nooit zo succesvol had kunnen afronden.”

 

 

 

comedian op de muur

Ook dit jaar toert Van Peel weer rond met een eindejaarsconference. Wanneer we hem spreken zijn de try-outs nog niet van start gegaan, maar een thema heeft hij al: de muur. “Het tijdsgeestidee van 2016 is volgens mij de idee dat als we een muur optrekken die hoog genoeg is, de miserie wel buiten blijft en alles goed komt. We sluiten ons meer en meer op in ons eigen kotje, doen de deur op slot en hopen dat de boze man buiten uit zichzelf zal weggaan. Zelfs letterlijk. Kijk naar Donald Trump die muren wil optrekken in Mexico, en Hongarije of Calais waar een hek tegen vluchtelingen staat.”

 

“Boem! Oeps!”, zal het laatste zijn wat je van de mensheid hoort in het heelal.

 

“Tegelijkertijd stoppen we die muren ook in ons hoofd: we willen er niet meer over nadenken. Het cynisme is zo ver doorgedrongen dat mensen gewoon stemmen voor een brexit of voor Trump, ook al weten ze dat het hen geld zal kosten en Trump liegt. ‘Fuck it! Ik stem er toch voor!’ Fact free politics heet dat. Je stopt een muur in je hoofd en als je dan zinkt, is het tenminste omdat je zelf op de knop hebt gedrukt en niet omdat andere mensen je naar beneden trekken. Dat is dus mijn thema: een blinde muur. Sorry, dat is niet heel vrolijk”, lacht hij om de bedrukte sfeer wat te breken.

 

Wanneer we hem vragen naar het meest memorabele moment van 2016, reageert Van Peel met een kwinkslag: “Misschien wordt het wel de verkiezing van Trump als president van de VS!” Wat als een grap bedoeld was, zou later werkelijkheid blijken te worden. “Wat ik ook heel tekenend vind voor dit jaar”, vervolgt hij, “is de brexit. Er zijn altijd heel veel debielen in de wereld geweest, maar sinds dit jaar zijn ze met 1 procent meer dan 50 en dat heeft een invloed op de 49 anderen. Het is natuurlijk ingewikkelder dan dat, maar het is wel kenmerkend voor het feit dat we definitief binnengetreden zijn in het tijdperk van de fact free politics.”

 

Wat hij daarmee bedoelt? “Dat feiten nooit echt belangrijk zijn geweest in de politiek, maar er sinds dit jaar echt geen zak meer toedoen. De Britten wisten dat het hen geld zou kosten en toch stemden ze ervoor. Er is twee biljoen in rook opgegaan de dag na de brexit. Dat is tweeduizend miljard hè! Per ongeluk ook, want de dag nadien zeiden ze allemaal: ‘Oeps, we dachten niet dat het ‘voor echt’ was.’ Dat is hoe de wereld aan haar einde zal komen. Boem! Oeps!’, zal het laatste zijn wat je van de mensheid hoort in het heelal.”

 

Ik denk dat ik eens wat moppen over wereldvrede ga maken …

 

Toch ziet Michael de toekomst niet pessimistisch in. Hij wijst het systeem met de vinger, niet de mensen, want “dat zijn geen eikels hè, maar ze worden het wel als je er camera’s op plaatst en er een partij op kleeft. Een fluohesje of uniform hebben trouwens hetzelfde effect, dat is experimenteel bewezen.”

De hele kwestie heeft bovendien ook iets ironisch, zoals de Britse premier Theresa May die zei “I will not allow divisive nationalists to split us up” of Nigel Farage die het tot ‘Independence Day’ omdoopte, volgens Van Peel. “De hele Commonwealth gebruikt die term om hun onafhankelijkheid van het Verenigd Koninkrijk aan te duiden! Dat is een beetje alsof je in Duitsland een Holocaustdag zou afroepen om voortijdig gestorven kinderen te gedenken. Dat is een gebrek aan tact, waar ik jaloers op ben. Dat is met de balzak uit de broek een receptie binnenwandelen en je geen hol aantrekken van wat de rest denkt!”

 

Terreur en vluchtelingen, het lijkt wel alsof 2016 een kopie was van 2015. Lukt het dan nog om nieuwe grappen te bedenken? “Elk jaar komen inderdaad dezelfde onderwerpen in de actualiteit en dat maakt het voor mij moeilijk omdat ik elk jaar andere grappen moet verzinnen over dezelfde shit. Mijn grappen van enkele jaren geleden zijn jammer genoeg vaak nog altijd relevant. Of nog erger, er zijn zoveel dingen die grappen waren en nu realiteit zijn geworden, zoals de negatieve rente. In 2012 lachte het publiek nog om die grap: stel je voor, moeten betalen om geld op je rekening te zetten. Ik denk dat ik eens wat moppen over wereldvrede ga maken …”

 

 

 

de hofnar van de 21ste eeuw

“Of ik een grap ga maken over de aanslagen? In principe is er niks waar je niet mee kan of mag lachen, zolang de grap goed genoeg is. Maar er zijn dingen die gewoon niet grappig zijn, zoals het leed van andere mensen. Dat wil natuurlijk niet zeggen dat je niet kan spotten met de terroristen zelf, de ideologie, de maatregelen die tegen terrorisme genomen worden … En dat wordt vaak verward.”

 

“De beste moppen die ik ooit gehoord heb, waren kankermoppen op een kankerbenefiet. Die maak je niet om mensen met kanker te kwetsen, maar om de pijn en de spanningen een beetje weg te nemen. Dat zijn de mooiste grappen: moppen over heel kwetsbare, pijnlijke dingen. Maar het moet dan wel een erg goede mop zijn. De gouden regel is, zoals Nigel Williams ook altijd zegt, dat je nooit naar beneden sjot, maar altijd naar boven. Je lacht niet met de mensen die het slecht hebben, maar diegenen die vanboven staan: de machthebbers. De echte mooie humor brengt ons allemaal op hetzelfde niveau.”

 

De echte mooie humor brengt ons allemaal op hetzelfde niveau.

 

Plannen om zelf in de politiek te stappen heeft Van Peel niet meteen, maar zijn scherpzinnige blik op de actualiteit dient wel een doel. “Ik vind politiek geëngageerd zijn geen opdracht van een comedian, integendeel zelfs, maar iemand moet het wel fucking doen. Er gebeuren zoveel verkeerde dingen voor onze ogen en niemand wordt nog kwaad. Iedereen haalt zijn schouders op. Als ik na mijn shows in de foyer geroezemoes hoor van mensen die met elkaar aan het discussiëren zijn, dan word ik heel blij. Dat wil zeggen dat er ideeën zijn, dat er echte gesprekken ontstaan.”

 

“Comedians moeten narren zijn. De hofnar was vroeger degene die als enige openlijk tegen de koning kon spreken door met een kwinkslag, los van politiek, een boodschap te brengen, want al lachend zegt de zot de waarheid. Dààr is stand-upcomedy ontstaan. Ik voel me soms een beetje als een nar, het kleine jongetje dat wijst en zegt: ‘De keizer staat volgens mij in zijnen bloote, die heeft geen kleren aan!’”