Crisis in de studentenvertegenwoordiging?

vrije tribune

14/05/2007
🖋: 
Auteur extern

Joachim Ganseman


Ook dit jaar zijn er, voor het zoveelste jaar op rij, te weinig kandidaten om alle beschikbare posities in de studentenvertegenwoordiging op te vullen. Het probleem is het meest acuut aan de buitencampussen: sommige onderwijscommissies in de de faculteit Wetenschappen kijken al raar op als ze 1 student in hun midden zien opduiken, laat staan het aantal dat er eigenlijk zou moeten zitten. De faculteit FBD had afgelopen jaar eigenlijk geen enkele verkozen vertegenwoordiger voor de studentenraad van de UA. Voor deze plaats is achteraf iemand aangesproken, die dat gelukkig nog wou doen. Maar ook de stadscampus blijft niet gespaard: in de faculteitsraad Rechten (toch net dié faculteit waarvan je verwacht dat er genoeg mensen zitten die in de rechten van de student geïnteresseerd zijn) had men de grootste moeite om de beschikbare plaatsen op te vullen.

Op de buitencampussen werd in 2006 geen verkiezing georganiseerd, om de eenvoudige reden dat er veel meer plaatsen waren dan kandidaten, en elke kandidaat automatisch verkozen was. Deze situatie is erg gevaarlijk: studentenvertegenwoordiging is wettelijk vastgelegd in het “participatiedecreet”. Om een geldige vertegenwoordiging te hebben moéten er verkiezingen georganiseerd worden, en moet 10% van alle studenten zijn stem hebben uitgebracht. Ik heb de exacte cijfers niet, maar ik denk niet dat ik overdrijf als ik zeg dat dat aantal uitgebrachte stemmen in 2006 eerder bij 2% lag. Volgens de wet heeft de UA momenteel het volste recht om de studentenvertegenwoordiging vrijwel overal af te schaffen. Kleine kans dat ze dat zou doen, ze wil haar gezicht immers niet verliezen, maar het blijft een onnodig risico.

 

Mijns inziens heeft een over het algemeen constructieve houding aan beide zijden dit jaar geleid tot veel positieve resultaten. Deze resultaten van de studentenvertegenwoordiging zijn jammer genoeg weinig bekend, en daar ligt waarschijnlijk een eerste grote oorzaak van het nijpend tekort aan nieuwe kandidaten voor de vertegenwoordiging. Niemand weet wat we nu eigenlijk uitsteken. Nochtans worden van elke vergadering steeds verslagen gepubliceerd, die ingekeken kunnen worden door iedereen. Heel specifiek voor de studentenraad, zijn deze, samen met nog veel meer info, beschikbaar via Blackboard, waar alle studenten gemakkelijk toegang toe hebben.

 

Alle verwezenlijkingen zijn moeilijk samen te vatten. Het meeste werk van studentenvertegenwoordigers resulteert immers niet in beslissingen die gemakkelijk te afficheren zijn zodat iedereen kan zien wat er gebeurt. De meeste tijd kruipt in onderhandelingen over allerlei zaken, rechten en plichten, reglementen en procedures. Er wordt soms lang gepraat over het belang van een bepaalde zin of een bepaald woord in een tekst. Het aanpassen van een zin in een reglement is niet iets waar je veel furore rond kan maken, opdat iedereen toch maar zou weten dat het belang van de studenten weer gevrijwaard is. Zulke zaken gebeuren gewoon continu achter de schermen. Die zekere vorm van discretie is ook een voordeel: het creëert een groter vertrouwen als niet alles continu aan de grote klok gehangen wordt, en met een groter vertrouwen krijg je uiteindelijk meer gedaan.

 

Een tweede probleem waar de studentenvertegenwoordiging mee kampt, naast bekendheid, is erkenning bij de studenten zelf. In tegenstelling tot wie in een praesidium stapt, kreeg ik nooit een lintje omgegord waardoor ik kon rekenen op een zeker aanzien en respect (en vele activiteiten met korting, maar dat terzijde). Dit is zeker geen zielig pleidooi voor een lint, integendeel, ik wil er helemaal geen: vertegenwoordiging moet los staan van het clubleven en moet haar onafhankelijkheid behouden. Maar de balans is wel uit evenwicht, er moet iets aan gedaan worden.

 

Mijn functie als studentenvertegenwoordiger schijnt soms zelfs negatief af te stralen op mijn imago. Azijnpissers heb je natuurlijk overal en ik kan zeker tegen een stootje, maar al te vaak merk ik bij mensen toch een zekere minachting voor studentenvertegenwoordiging. Wie een probleem heeft weet mij snel te vinden, maar voor het overige ben ik blijkbaar “die vuile politieker”. Het aantal uren dat ik erin steek, daar is niemand zich van bewust. Vergaderingen en onderhandelingen worden niet aan de valven geafficheerd of op publieke kalenders gezet, gebeuren veelal discreet achter gesloten deuren, en het vele mailen, typen, documenten opstellen, initiatieven uitwerken, ... gebeurt gewoon aan mijn bureau.

 

Studentenvertegenwoordiging wordt nog door teveel mensen geminimaliseerd, geridiculiseerd, ondergewaardeerd, en dit geheel onterecht. Gelukkig zijn er, ondanks deze keerzijde van de medaille, nog mensen die idealistisch en gemotiveerd genoeg zijn om het voor hun medestudenten op te nemen in een bestuursorgaan van de UA. Het zijn er enkel niet genoeg, we kunnen met moeite alles draaiende houden. Maar ergens is dat wel begrijpelijk: hoeveel mensen zouden er nog in een praesidium willen stappen als daar geen lint en de bijhorende voordelen mee gepaard zouden gaan? Enkel de lasten, nauwelijks lusten? Dan moet het al stevig jeuken.

 

Nochtans ben ik ervan overtuigd dat die jeuk er is. De grote respons op de enquêtes die de studentenraad dit jaar heeft gehouden, wijst er op dat veel studenten zich wel degelijk aantrekken wat er gebeurt aan de universiteit, Dat bewustzijn is al een eerste, belangrijke stap. Nu komt het erop aan om een uitgesproken mening niet anoniem op een forum te moeten lezen, maar effectief op een bestuursvergadering te horen. Maar de kritische student stelt zich niet graag kandidaat: het lijkt niet leuk, het lijkt niet interessant. Niets is minder waar.

 

Je maakt het als studentenvertegenwoordiger natuurlijk zelf zo leuk als je wilt: na een vergadering met de hele bende nog een pint gaan pakken, een frietje eten, en op de dichtstbijzijnde TD even je kop laten zien, is perfect mogelijk. Op het vlak van plezier is er dus geen probleem: iedereen die af en toe eens zijn zintuigen wil aanscherpen in een gezellig debat of een interessante discussie, en een glas meedrinkt achteraf, komt in aanmerking. En dit is uiteindelijk een universiteit, dus wie hier is dat niet?

 

Volk trekken en het de inspanning waard maken, daar is nog werk aan. In tegenstelling tot elke andere Vlaamse universiteit, heeft de studentenvertegenwoordiging hier geen budget. Zo is het moeilijk om zelfs iets eenvoudigs te doen, zoals flyers drukken: dat moet allemaal eerst uit eigen zak komen. Eens een vat geven is al helemaal onmogelijk, want probeer dat maar eens als geldige onkost in te dienen bij de UA. Zo komen we natuurlijk nooit in de gratie, en zo wordt nieuwe mensen aantrekken moeilijk. Ik sta machteloos, en heb geen idee van wat er moet gebeuren om de vertegenwoordiging op gang te krijgen zoals het zou moeten. Alle suggesties zijn welkom.

 

Uiteindelijk moeten we het hebben van de studenten zelf. Misschien dat er dan toch een soort van mentaliteitswijziging nodig zal zijn. Aan de buitencampussen van de UA, waar ik dagelijks ronddool, heerst allesbehalve een debatcultuur. Veel verenigingen gaan de serieuzere onderwerpen maar al te vaak uit de weg. Liever de elfendertigste cantus dan eens een open gespreksavond met een onderwerp zoals, ik zeg maar iets, de toekomst of inhoud van je eigen studierichting. Da's immers niet interessant, toch? Debatten worden niet of nauwelijks nog georganiseerd, de meeste praesidia kennen al 20 jaar geen functie “politiek” meer, en zelfs de functie “cultuur” lijkt met uitsterven bedreigd.

 

Er is nauwelijks een draagvlak voor ernstiger discussies. Nochtans ben ik van mening dat net wetenschappers een zekere plaats dienen in te nemen in het maatschappelijk debat, om de inhoud ervan toch enigszins met een wetenschappelijke bril te duiden voor de buitenwereld. Een lichtpuntje aan de horizon is alvast dat onder andere prof. dr. Christine Van Broeckhoven, wetenschapster in hart en nieren, haar eerste stappen in de politiek zet. Ik hoop dat dit het begin van een kentering is, en dat het ook de studenten in wetenschappelijke richtingen inspireert om toch eens verder te kijken dan hun neus lang is. Een blik op de buitenwereld is zeker even interessant, en wordt net verrijkt door de wetenschappelijke achtergrond waarmee je ze kan duiden.

 

Tijd dus voor wat actie, niet alleen in de wetenschappelijke richtingen maar aan heel de UA. We zijn hier niet voor niks in Antwerpen, economisch hart van België, centrum van ondernemingszin. Bij mij in de familie zeggen ze graag: “uw schoenveters knopen zich niet vanzelf”. Het is nodig dat iedereen beseft dat, bijvoorbeeld, het onderwijs- en examenreglement niet zomaar uit de lucht komt vallen. De laatste 2 jaar heb ik de ontwikkeling van dat document van dichtbij mee gevolgd. Tientallen uren onderhandelen, wikken en wegen zijn daar in gekropen dit jaar, om bijvoorbeeld de deliberaties voldoende te vrijwaren, het fraudereglement de verduidelijken, te zorgen dat studenten nog beter op tijd hun examenroosters krijgen,... Allemaal punten en komma's, die tesamen éen groot maken.

 

Mee rond de tafel zitten voor onderhandelingen aan zo'n belangrijk document is een erg interessante en leerrijke ervaring. Het is diplomatie en strategie op het scherpst van de snee. Een minimale verschuiving van een bepaalde lijn kan al snel zorgen dat 50 studenten aan de andere kant ervan belanden, en kan dus op 50 levens een enorme impact hebben. Verschillende faculteiten hebben andere standpunten, en er zijn niet alleen meningsverschillen tussen faculteit en student maar ook tussen faculteiten onderling. Hoe bereik je in zo'n situatie een aanvaardbaar compromis? Het is over eieren lopen, en altijd spannend.

 

De kennis en vaardigheden die je door zo'n zaken kan opdoen leer je waarschijnlijk nergens in je opleiding, en zijn erg waardevol. Niet alleen in een latere carrière, maar ook nu al tijdens een studieloopbaan op de universiteit. De UA is een bedrijf van bijna 3500 werknemers en bijna 10000 studenten. Als je daarin je stem kan laten horen en jezelf kan doen meetellen, dan bouw je alleszins heel wat ervaring op voordat je in het beroepsleven stapt.

 

Ongetwijfeld zijn er zelfs nu, na de verkiezingen voor studentenvertegenwoordiging, nog plaatsen niet ingevuld. Wie het ziet zitten zich ook in te zetten voor zijn medestudenten langs een andere weg dan een praesidium, kan hiervoor gerust contact opnemen met Unifac of ASK-Stuwer. Zij zullen je met plezier zeggen waar je nog terecht kunt. De studentenraad kan je eventueel ook contacteren: dit jaar werden er verschillende externe mensen aangetrokken om delegaties in te vullen waarvoor studentenraadsleden zelf geen tijd meer hadden, en dat experiment is zeer goed geslaagd en maakt veel kans om verdergezet te worden.

 

Liefst zag ik dat natuurlijk helemaal niet gebeuren, en alles via verkiezingen opgevuld worden, zoals het bedoeld is. De UA is de meest vooruitstrevende universiteit in het land wat inspraak betreft, er zijn honderden posities beschikbaar voor studenten. Maar het is ondertussen al een trieste traditie: wij zijn ook de enige universiteit van het land waar de studentenvertegenwoordiging met de beste wil van de wereld niet ingevuld raakt zoals het hoort. Nergens is de onverschilligheid of het wantrouwen zo groot als hier. Voor de toekomst van deze universiteit, stad en land, hoop ik toch dat dat geen gewoonte wordt. Joachim Ganseman 2e lic. Informatica Deze tekst is een persoonlijk initiatief is en verkondigt geenszins een mening van de studentenraad in haar geheel, of van enig ander orgaan waar ik in zetel.

 

 

Joachim Ganseman,

2e lic. Informatica