biologenvijver heeft nood aan biodiversiteit

departement Biologie lanceert werkgroep Gender

24/02/2022
Biologie / gender (© dwars)

Hoewel de genderbalans onder studenten en postdocstudenten Biologie mooi in evenwicht is, bestaat het professorenkorps voor 90% uit mannen. Daar wil men binnen het departement Biologie nu zelf iets aan doen. Initiatiefnemers postdoctoraal onderzoeker Sílvia Poblador en professor Erik Verbruggen leggen uit.

Woordvoerder Erik Verbruggen kaart de noodzaak van een genderwerkgroep aan. “Het topic kwam in de departementsvergaderingen almaar vaker terug. Wanneer je rondom jou kijkt in de vergaderzaal valt het ook onmogelijk te negeren. We hebben in ons departement 25 professoren die permanent zijn aangesteld, onder wie twee vrouwen.” Maar hoe dat schip keren? Het blijkt een complexe problematiek met niet zomaar één pasklare remedie. “Toen een extern comité ons departement doorlichtte, kregen we expliciet te horen dat dat niet meer van deze tijd is. Dat was voor iedereen in het departement een eyeopener.”  

“Er waren al gelijkaardige initiatieven van de werkgroep op kleinere schaal,” vertelt Sílvia Poblador. “Zo wilden mijn collega Olga Vindušková en ik vorig jaar op 11 februari, Internationale Dag van Vrouwen in de Wetenschap, in onze onderzoeksgroep die dag passend onder de aandacht brengen en een zeker bewustzijn creëren. Er zijn vier professoren in onze onderzoeksgroep en ze zijn alle vier man. We stelden een bevraging op waarbij we de respondenten vroegen of er naar hun oordeel een gender bias is in onze onderzoeksgroep, in de wetenschap of op onze universiteit. In onze onderzoeksgroep heerste de overtuiging dat die er niet is, hoewel geen enkele vrouw vast aangesteld is. Wanneer je emotioneel losgekoppeld bent van de groep, merk je de gender bias sneller op dan wanneer je in de groep zelf zit.” 

“Genoeg redenen dus om een werkgroep uit de grond te stampen en ons af te vragen hoe we iets kunnen doen aan de ondervertegenwoordiging van vrouwen in ons departement”, gaat Verbruggen voort. “In de werkgroep zitten bovendien ook bachelor- en masterstudenten.” Ze laten me een grafiek zien die demonstreert dat het aantal mannelijke en vrouwelijke studenten Biologie gelijk is, het aantal mannelijke en vrouwelijke postdocstudenten ook, maar dat 90% van de professoren op het departement Biologie man is. Vergeleken met de andere richtingen van de Faculteit Wetenschappen scoort Biologie hiermee merkelijk het slechtst. Hetzelfde kan gezegd worden als je gaat vergelijken met andere universiteiten. “Ikzelf ken in Barcelona veel meer vrouwelijke professoren Biologie. Een collega van me ziet hetzelfde in Praag. De lage aantallen in België verbaasden ons”, aldus Poblador. 

 

de wil is er, maar waar is de weg? 

“De werkgroep kwam er. Dan rees de vraag welke topics we moeten behandelen. We besloten het in drie delen onder te verdelen”, vertelt Verbruggen. “Eén deel gaat over het selectieproces. Hoe kunnen we de gender bias in de selectieprocedure terugdringen? Een ander deel gaat over wat de universiteit kan doen om gendergelijkheid te bevorderen. Nog een ander deel bestaat uit bevragingen op departementsniveau. Die bevragingen worden niet alleen uitgevoerd om cijfers te vergaren, maar ook om te kijken hoe het met de perceptie zit. Hoe diep staan we met onze voeten in het slijk?” 

“Een belangrijke bezorgdheid is motivatie bij studenten”, vult Poblador Ibanez aan. “Als je geen vrouwelijke professoren hebt, gaan vrouwelijke studenten ervan uit dat het een mannenbastion is. Onze bevraging bevestigde die vrees. Een van de vragen was of het al dan niet hebben van een rolmodel, een professor van hetzelfde geslacht, je carrière of die van je collega’s zal beïnvloeden. Mannelijke respondenten schreven dat het niet van belang is. Vrouwelijke studenten daarentegen waren overtuigd van wel.” 

“In de bevraging vroegen we ons ook af hoe de respondenten tegenover maatregelen staan die positief discrimineren”, gaat Poblador verder. “Er was weinig animo om een vrouw aan te werven enkel en alleen om het proces van gelijkheid te versnellen. Respondenten gaven aan dat ze niet willen worden aangenomen omdat ze een vrouw zijn, maar omdat ze goed zijn in wat ze doen. ” 

“Mijn optimistische natuur zegt dat als we met de werkgroep Gender de zaken in beweging krijgen, we dat kunnen implementeren voor andere ondervertegenwoordigde groepen”, vertelt Verbruggen. “In december hebben we ons rapport met aanbevelingen voorgesteld aan het departement Biologie. De ontvangst ervan was goed en de aanbevelingen worden prioritair behandeld binnen ons departement. De eerste stapjes zijn gezet, maar verandering komt er niet van de ene op de andere dag. We doen nu als departement wat we kunnen doen met de tools die we hebben. We hopen andere departementen en de universiteit als geheel ook te inspireren.”