bezieling aan de unief

in gesprek met Mahara en Zomaar een Dak

10/11/2020

Waar de bekendste studentenverenigingen veelal prat gaan op hun nachtelijk vertier, zijn er ook verenigingen die meer ruimte bieden voor bezinning. Mahara bijvoorbeeld, de islamitisch geïnspireerde studentenvereniging die zich richt op evenementen zoals lezingen met bezielde sprekers en hulp bij de studies. Een andere optie is Zomaar een Dak, de universitaire parochie. Daar kan je genieten van een goed gesprek met de pastors, een gratis te gebruiken koffiemachine of de discussieavond, Tafels van Verdieping. Tijd voor een gesprek met Yassine Abdellati, student Industrieel Ingenieur en bestuurslid van Mahara, en Hassna El Gazuani, pastor bij Zomaar een Dak. 

"Bij Zomaar een Dak werk ik als pastoraal medewerker, voor iedereen, maar ook met een focus op de moslimstudenten”, steekt Hassna van wal.  “Bij de universitaire parochie hangt er sowieso een open, haast familiale sfeer. Je krijgt er echt het gevoel dat je bij iedereen terechtkan. Toch merk ik dat mijn aanwezigheid ervoor zorgt dat ook de moslimstudenten zich wat meer welkom kunnen voelen, meer begrepen.” Ook Yassine heeft een opvangende, steunende functie binnen Mahara. “Dit jaar ben ik begonnen als mentor binnen Mahara.” Als mentor zal hij eerstejaarsstudenten die binnenkomen bij Mahara begeleiden met onder andere hun studies. 

In het verleden werkten Mahara en Zomaar een Dak al samen. “Ik vind het belangrijk dat we dat doen”, geeft Hassna aan. “Het contact met de student staat centraal voor Zomaar een Dak en het ondersteunen van een studentenvereniging bij haar evenementen is daarbij een belangrijke factor. We organiseerden al jaarlijks de iftar, maar sinds Mahara opgericht werd konden we dat samen met hen doen. Ik vond trouwens dat Mahara zich sterk toonde als organisator, dus mijn complimenten!” Naast het organisatorische talent van Mahara was de iftar van 2019 ook erg geslaagd in het opzet. “De ramadan is een maand van broederlijkheid en vrijgevigheid. Dat we zoiets belangrijks konden delen met de rest van de universiteit was prachtig. De iftar was voor iedereen, zowel voor studenten als voor personeel, maar ook voor mensen van buiten de universiteit. Hiërarchische structuren vielen weg; je kon er gewoon eens tijd maken voor een ander, ook al was dat misschien wel een strenge professor die je normaliter niet buiten de aula spreekt.”  

 
iedereen binnen de boot 

Naast de iftar organiseert Mahara nog allerhande evenementen. “Vorig academiejaar organiseerden we bijvoorbeeld islamitische les in het weekend”, haalt Yassine aan. “Op vrijdagen nodigen we dikwijls een spreker uit om een lezing te geven, telkens iemand die bepaalde moeilijkheden overwonnen heeft. Tijdens de lockdown hebben we nog wel een aantal online sprekers kunnen uitnodigen, maar daarnaast viel Mahara een beetje stil. Dit jaar zijn we vastberaden om er opnieuw te staan. In vergelijking met veel andere studentenverenigingen hebben we geluk met de aard van onze evenementen: het is een stuk gemakkelijker om een lezing coronaproof te laten verlopen dan een feestje. Eten en drinken mogen we niet voorzien met de huidige maatregelen, maar de essentie van wat Mahara wil doen, kunnen we gelukkig wel behouden.” 

In principe kan het grootste deel van de activiteiten dus online doorgaan. Yassine: “Maar dat is niet ideaal. Op de campus contact leggen met eerstejaars van wie ik mentor ben, verdient nog altijd wel de voorkeur, maar goed, we roeien met de riemen die we hebben.” Het is een verzuchting die ook bij Hassna voorkomt. “Het mooie aan Zomaar een Dak is dat iedereen na een drukke lesdag op onze zetel kan neerploffen en tot rust kan komen bij ons. Zolang we open kunnen blijven, kunnen we dat nog wel aanbieden, maar in code rood raken er natuurlijk minder mensen op de campus en daardoor moeilijker bij ons. Het online contact dat we voorzien, is niet hetzelfde …”

 

De specifieke doelgroep van studenten met een islamitische of migratieachtergrond bereiken we nog te weinig.

 

Vallen er daardoor meer mensen buiten de boot? Het lijkt een reële vrees. “Voor nieuwe studenten is het niet altijd gemakkelijk om hun weg te vinden op de universiteit, zeker nu niet, maar ook voor oudere studenten is dat niet evident”, haalt Hassna aan. “Neem bijvoorbeeld een initiatief als de Verkenningsdagen: gewoonlijk slagen we er wel in om een stevig studentennetwerk te bouwen. Die studenten starten vaak ook met een grote voorsprong aan hun academiejaar omdat ze een heleboel informatie krijgen die van pas komt tijdens het academiejaar. Met het alternatief van dit jaar hebben we dat doel jammer genoeg minder bereikt. Een bijkomende uitdaging is dat we de specifieke doelgroep van studenten met een islamitische of migratieachtergrond nog te weinig bereiken. In de toekomst hopen we die voorsprong meer tot bij hen te kunnen brengen.” 

 
identiteit aan de universiteit 

“Als student vond ik het jammer dat er nooit eens een spreker of professor was met wie ik me kon identificeren, een moslima bijvoorbeeld”, vertelt Hassna. “Het is toch eigen aan de mens om iets van binding te zoeken, iets van identificering met een ander ... Wat ik ook jammer vind, is dat er soms diversiteitsgroepen zijn waarin geen mensen met een diversiteitsachtergrond zitten, terwijl zulke werkgroepen net aan die diversiteit willen werken. Gelukkig merk ik sinds kort dat er steeds meer aandacht voor is binnen de universiteit.” Yassine merkt dat ook op: “Onder mijn professoren zijn er nog altijd weinig mensen met een migratieachtergrond, maar onder assistenten en doctoraatsstudenten zie ik het wel meer. In de komende jaren zie ik dat veranderen en evolueren.” Dat het tijd wordt, blijkt uit Hassna’s respons: “Het is belangrijk voor elk instituut en bedrijf om een realistische weerspiegeling van de maatschappij te zijn. Er moeten kansen gecreëerd worden, maar het is ook van belang dat de omgeving er zelf klaar voor is.” 

 

 

Het is belangrijk voor elk instituut en bedrijf om een realistische weerspiegeling van de maatschappij te zijn.

 

UAntwerpen doet haar best om die diversiteit te stimuleren. Zo was onze universiteit duidelijk toen het Grondwettelijk Hof besloot dat het niet ongrondwettelijk is om hoofddoeken te verbieden in het hoger onderwijs: aan UAntwerpen ben je welkom met hoofddoek. “Ik was trots op mijn werkgever dat die conclusie getrokken werd”, stelt Hassna. Yassine is het daarmee eens: “Die positieve reactie van UAntwerpen was fijn. Daardoor heb ik het gevoel dat de universiteit ons wel ziet. Uiteindelijk is wat er in ons brein zit van belang. Zou het niet vreselijk zijn als studenten niet kunnen of niet willen studeren door dat hoofddoekenverbod?” Hassna pikt in: “Dat is inderdaad het enige wat je bereikt met een hoofddoekenverbod: dat het moeilijker wordt voor studenten uit de moslimgemeenschap om hun weg te vinden naar het hoger onderwijs. Algemeen gesproken is het hoofddoekenverbod een aanval op de individuele ontwikkeling en vrijheid. Het is zeker positief dat het niet wordt opgelegd, maar dat betekent niet dat we er al helemaal zijn aan UAntwerpen.” 

 
ruimer dan de aula

Yassine studeert aan UAntwerpen, op dit moment in derde Bachelor. “Het is niet altijd gemakkelijk geweest. Als student heb ik wel genoten, hoor, maar ik merk dat de universiteit het soms moeilijker voor de student maakt dan zou moeten. In mijn richting zijn er bijvoorbeeld onlangs ontzettend veel veranderingen doorgevoerd, zoals vakken die wegvallen of verschuiven, maar als student word je daar nagenoeg niet bij betrokken. De communicatie tussen universiteit en student laat soms echt te wensen over. Daarom ben ik nu ook studentenvertegenwoordiger: eerder had ik het gevoel dat ik als student niets te zeggen had, maar nu kan ik mijn stem wél laten horen.” Ook Hassna was studentenvertegenwoordiger toen ze studeerde. “Daarnaast zat ik bij verschillende organisaties, ook bij Mahara bijvoorbeeld. Dat engagement vond – en vind – ik erg belangrijk. Op die manier leer je méér dan puur wat er in de aula gezegd wordt. Studeren is zo veel breder dan hoorcolleges volgen …” 

Mahara is eveneens groter dan de campushallen van UAntwerpen alleen: de organisatie verbindt universiteiten en hogescholen. “We hebben ongeveer een gelijk aantal studenten uit hogescholen en uit universiteiten, ook in het bestuur”, vertelt Yassine. Dat brengt een aantal voordelen met zich mee. “We hebben veel meer aula’s tot onze beschikking, wat handig is wanneer we een evenement organiseren. Ook ons publiek is groter, dus we bereiken meer studenten, maar ook een diverse groep aan studenten uit verschillende instituten, opleidingen en interessegebieden.” Zo’n grote verscheidenheid aan mensen, interesses en noden kan een behoorlijke uitdaging vormen, maar ze ondanks de onderlinge verschillen kunnen samenbrengen? Dat is een kracht om u tegen te zeggen.