Aquaman, brug tussen twee werelden

de dwarsdoorsnede

07/01/2019
Aquaman (© Warner Bros)
Bron/externe fotograaf

Warner Bros

🖋: 

dwars slijpt het virtuele fileermes en gaat langs de graat van boeken, films, series, games, muziek, theater, haarproducten en rubberen eendjes. Deze keer kijken we naar de laatste nieuwe in de schijnbaar eindeloze lijst van superheldenfilms die vandaag onze schermen kleuren. Aquaman, van regisseur James Wan. De film die op Justice League volgt, is tegen veel verwachtingen in uitstekend. Tegen de verwachtingen in, omdat alle vorige Worlds of DC-films, op Wonder Woman na, verre van goeie punten gescoord hebben bij critici en het brede publiek. Daarnaast is de hoofdrol ook weggelegd voor een superheld die met vissen praat en rondloopt in een felgroene, -oranje en geschubde uitrusting.

De superheld, Aquaman of Arthur Curry, wordt met verve neergezet door Jason Mamoa. De Hawaiiaanse acteur lijkt zich prima te amuseren in de rol en trekt daarmee het publiek moeiteloos mee. Eerst richting Atlantis, later op een heuse schattenjacht doorheen Afrika en Sicilië en vervolgens naar het allerdiepste deel van de oceaan. Na zijn oddysee keert hij net op tijd terug om de wereld van de ondergang te redden. De hele film door is het een plezier om naar hem te kijken en net daardoor onderscheidt deze film zich van al zijn voorgangers. James Wan verdient daarvoor alle lof. De regisseur die naam maakte met enkele fantastische horrorfilms (Insidious, The Conjuring, Saw, etc.), bewijst hier dat hij ook een enorme blockbuster meester is. Hij schreef het verhaal samen met Geoff Johns, dezelfde man die de Aquaman comics schreef voor The New 52 van DC comics en daaruit dus heel veel inspiratie voor deze film puurde.

 

Het afkomstverhaal van Arthur Curry is zo goed als rechtstreeks overgenomen uit The New 52 comics, net zoals een groot deel van de andere verhaallijnen en de twee slechteriken in de film. Ook deze twee slechteriken verdienen hulde want zowel Black Manta als King Orm, steken ver boven de andere Worlds of DC slechteriken uit. Zeker King Orm, de halfbroer van Aquaman en in zijn afwezigheid dus koning van Atlantis. Hij krijgt begrijpelijke motieven, een goed achtergrondverhaal en wordt uitstekend gespeeld door Patrick Wilson. Dat alles zorgt ervoor dat hij veruit de beste en meest memorabele schurk is die we al te zien kregen in een DC film sinds The Dark Night-trilogie van Christopher Nolan.

 

Voor Black Manta (Yahya Abdul-Mateen II) geldt eigenlijk hetzelfde. Alleen illustreert het personage wat minder goed is aan deze film. Er gebeurt idioot veel en er worden talloze personages en plaatsen voorgesteld. Deze overvloed aan informatie maakt het de kijker nagenoeg onmogelijk om alles te volgen en te onthouden. De film die de volle 143 minuten duurt, was zeker niet onvolledig geweest zonder Black Manta en kon hem eigenlijk ook perfect missen. Hem sparen voor een sequel, die er ongetwijfeld zit aan te komen, was misschien een verstandigere keuze geweest. Door het weglaten van dit subplot, zou er meer tijd vrij geweest zijn om andere personages beter te onderbouwen. Daarvoor denk ik aan Willem Dafoe’s Vulko, Aquamans mentor, die heel wat meer schermtijd verdient dan hem nu gegeven is.

 

Op de speelduur en overdaad aan materiaal na waren er nauwelijks mindere punten op te merken aan de film. De CGI die in zowel elke actie- en onderwaterscene nodig was, valt opvallend goed mee. De computeranimaties waren zeker niet overal perfect maar we hebben in het recente verleden al veel slechtere voorbeelden gezien. De snor van acteur Henry Cavill (Superman) en de looks van het personage Steppenwolf in Justice League verschijnen spontaan voor de geest. Het special effects-team achter de film verdient bovendien alle credits voor de prachtige opbouw en vormgeving van de onderwaterwereld. Atlantis en zijn koninkrijken doen denken aan Asgard uit de Marvelfilms of Pandora uit James Camerons Avatar. Het is bij momenten adembenemend mooi en tot in de details uitgewerkt. Zo zijn ook de kostuums waarin iedereen rondzwemt, helden en schurken, bij de beste die al te zien waren in superheldenfilms. Ze zijn ongelofelijk accuraat en lijken zonder aanpassing uit de Aquaman comics overgenomen te zijn.

 

Wanneer James Wan ons bij het ingaan van het laatste deel meeneemt naar de Trench, het diepst gelegen koninkrijk van Atlantis waarvan de inwoners tot verschrikkelijke wezens geëvolueerd zijn, komt de horrorachtergrond van de regisseur naar boven. De wondermooie onderwaterwereld wordt zo heel snel adembenemend om andere redenen. Wan jaagt zijn publiek meerdere keren de stuipen op het lijf en zorgt met enkele sensationele visuals voor de beste scène van de film.

 

Afsluiten doen we met een fantastische cameo van Mary Poppins-actrice Julie Andrews, die voor deze film haar stem leent aan een gigantisch zeemonster. Dat alleen is al reden genoeg om Aquaman te gaan bekijken. Nog een uitstekende reden is MVP (most valuable player nvdr.) Amber Heard. De actrice vertolkt Mera, de partner in crime en toekomstige liefde van Aquaman. Heard steelt op meerdere momenten de show, het meest uitgesproken wanneer ze de titelheld uit een heel benarde situatie weet te redden. Zij, samen met de rest van de geweldige cast en regisseur James Wan, maken van deze film een geweldig en vooral ontzettend leuk kijkstuk. Genoeg redenen om een dikke twee uur aan deze film te spenderen. Het is de perfecte (uitgebreide) blokpauze of beloning na een examen, je verlaat de cinema gegarandeerd ontspannen en met een grijns op het gezicht.