antichambreren

het laatste woord

18/10/2016
🖋: 

Je zal het maar voorhebben: het ligt op het puntje van je tong en toch kan je er niet opkomen. Dat ene woord ontglipt je keer op keer. Dit jaar schiet dwars alle schlemielen in zulke navrante situaties onverdroten ter hulp. Maandelijks laten we ons licht schijnen op een woord waar de meest vreemde betekenis, de meest rocamboleske herkomst of de grappigste verhalen achter schuilgaan. Deze keer: ‘antichambreren’.

De meeste studenten hebben een goedgevulde agenda. Wanneer we toch even niets te doen hebben, nemen we vaak onze toevlucht tot smartphones of andere draagbare toestellen. Er zijn echter ook andere – ietwat originelere – manieren om de tijd te verdrijven. Mijn favoriete bezigheid: opzoeken of er voor allerlei bijzondere handelingen, gebeurtenissen of voorvallen die ik tegenkom, al een passend woord bestaat. Als ik geen accuraat woord kan vinden, dan toch welk woord het dichtst in de buurt komt. Zoals je al vermoedde, is 'antichambreren' mijn recentste vondst. Niet te verwarren met 'chambreren', of erger nog, de chambrang.

 

In zijn meest enge betekenis, komt antichambreren neer op ‘iemand in de (figuurlijke) wachtkamer laten zitten’. Een diplomatische definitie, aangezien Van Dale ook ‘antichambre’ aanvaardt als synoniem voor wachtkamer. Antichambreren vervangen door ‘wachtkameren’ mag dan weer niet. Onze oprechte excuses aan de taalpuristen.

 

Ons Laatste Woord kent zijn oorsprong bij de Franse adel van de 17de eeuw. Iedere zichzelf respecterende kasteelheer had een salon dat dienst kon doen als antichambre, waar genodigden eerst naartoe werden gestuurd alvorens ze hun eigenlijke bezoek mochten aanvatten. Dit werd vooral gedaan omdat het als chique werd ervaren, maar was tevens een bewuste poging tot intimidatie. Iemand die zijn gasten laat wachten in zo’n luxueuze ruimte moet wel belangrijk zijn, toch?

 

Terug naar de 21ste eeuw. Hier aan de universiteit, kunnen studenten zich tweemaal per jaar best wel ‘geantichambreerd’ voelen. Hoewel de Franse adel met zijn antichambres vervangen werd door professoren en examenlokalen, kan elke student beamen dat de momenten voor je het examenlokaal mag binnengaan, de ergste zijn. Elke minuut dat je moet wachten is er één te veel. Een poging tot intimidatie is het allerminst, maar de spanning wordt er alleszins dramatisch mee opgedreven. Uiteindelijk weet je dat je toch zal mogen binnengaan en je met gemak een grote onderscheiding behaalt. Bestaat er trouwens geen specifiek woord om mensen te beschrijven die last hebben van overdreven optimistische droombeelden? Misschien eens opzoeken.