Als je aan een universiteit denkt, denk je in de eerste plaats aan onderwijs en onderzoek, maar de missie van onze universiteit is breder dan dat. Zo ondersteunt ze onder andere ook maatschappelijke dienstverlening. Met dat doel werd 25 jaar geleden Universitaire Stichting voor Armoedebestrijding, ofwel USAB opgericht. Naar aanleiding van dat jubileum sprak dwars met oprichter Paul Eylenbosch.
USAB is uniek in haar opzet: ze bestrijdt armoede met een focus op wetenschappelijk onderzoek. Ze wil de armoede- en sociale uitsluitingsproblematiek tot bij de personeelsleden en studenten brengen. Zo verzorgt USAB het jaarboek ‘Armoede en Sociale Uitsluiting’, organiseert ze sociale stages voor studenten, plant ze daarnaast ook diverse netwerk- en themadagen in en geeft ze tweejaarlijks een scriptieprijs voor studenten om onderzoek naar armoede te stimuleren. Ook verhuurt USAB appartementen aan sociale huurprijzen. Daarbij benadrukt Eylenbosch de holistische insteek: “De kern van USAB is opkomen voor de rechten van mensen in armoede. Dat doen we door te kijken naar het bredere maatschappelijke kader.”
Door een reeks onteigeningen in de jaren ‘60 verkreeg UFSIA, de voorloper van UAntwerpen, op korte termijn veel panden in handen in de Prinsstraat en de Kleine Kauwenberg. Achteraf gezien kwam men tot de conclusie dat niet alle gebouwen nodig waren voor de geplande uitbreidingen van het ABC- en K-gebouw. De overige gebouwen werden daarom in erfpacht gegeven aan USAB en werden door de Technische Dienst van UAntwerpen, in samenwerking met de sociale onderneming Wotepa, gerenoveerd. Die appartementen stonden daarna te huur aan een prijs die werd aangepast naargelang het inkomen van de huurder. Daarbij is nagedacht over de best mogelijke faciliteiten voor mensen in armoede. Zo werd er onder andere gewerkt aan duurzaamheid en zuinigheid van de panden. Met appartementenverhuur in de studentenbuurt probeert USAB ook mee te werken aan een bloeiende, toegankelijke omgeving met een gezonde mix van studenten en bewoners.
De interne werking van USAB is op vele vlakken uniek. “Om ons te verzekeren dat onze werking altijd genoeg aandacht bij het universiteitsbestuur krijgt, hebben we gekozen om de rector van de universiteit automatisch voorzitter te maken van onze Raad van Bestuur. Als een nieuwe rector verkozen wordt, krijgt hij heel snel een mail van ons. Dat heeft altijd goed gewerkt”, grijnst Eylenbosch. Naast de rector zijn er ook plaatsen voorzien in de Raad van Bestuur voor de afgevaardigde van de Jezuïeten, de voorzitter van Centrum Kauwenberg, de voorzitter van Wotepa en de voorzitter van USOS, de Universitaire Stichting Ontwikkelingssamenwerking. Vanaf 2008 werd de raad vergroot en vandaag hebben het hoofd van de Technische dienst en het hoofd van de Pastorale dienst aan UAntwerpen ook een zetel.
De Stadscampusbuurt heeft een lange geschiedenis van armoede-initiatieven. “De universiteitsbuurt heette vroeger ‘de tweede wijk’ en stond bekend als een zeer arme buurt”, weet Eylenbosch ons te vertellen. In die tijd had UAntwerpen op de Stadscampus nog de naam UFSIA en was ze nog eigendom van de Sociëteit van Jezus, beter bekend als de jezuïeten. De universiteit was toen ook veel kleiner dan nu en ze bood in haar vier faculteiten enkel bacheloropleidingen aan. “Er waren toen ook minder koten, waardoor het armoedeaspect duidelijker naar voren kwam. Historische restanten van deze situatie zijn tot vandaag zichtbaar. Zo rijdt er geen openbaar vervoer door de buurt en is er een franciscanenorde gevestigd aan de Ossenmarkt.”
De geschiedenis van USAB begint wegens bovenstaande historische ballast dan ook al voor 1995, de officiële oprichtingsdatum van de stichting. De fundamenten werden gelegd in 1972 toen zuster Maria Hentzen het initiatief nam om Huize Cardijn op te richten, een organisatie die mensen in armoede uit de buurt in contact met elkaar bracht en hen uit (sociaal) isolement haalde. Die organisatie kennen we vandaag onder de naam ‘Centrum Kauwenberg’. Door de groei van UFSIA was het ergens logisch dat al twee jaar later de eerste samenwerkingen tussen Huize Cardijn en de universiteit werden vastgelegd. Zo ontmoette Hentzen Paul Eylenbosch die toen bezig was met initiatieven rond de Vierde Wereld. Hun overlappende doelen leidden al snel tot een duurzame samenwerking waarbij studenten uit zijn werking vrijwilligerswerk konden verrichten in haar organisatie.
1988 was een belangrijk jaar voor sociale initiatieven. De toen pas verkozen rector Van Houtte maakte dat in samenwerking met de buurt een speerpunt van zijn beleid. “De visie van de UAntwerpengemeenschap benadrukte toen sterk dat de universiteit dienstbaar moest zijn aan de samenleving. Een uitbreiding van de samenwerking met armoedeorganisaties was een logische stap”. Zo werd de overleggroep Centrum Kauwenberg-UFSIA (KAUF) geboren die voorgezeten werd door Paul Eylenbosch zelf. Daaruit ontstonden diverse initiatieven. Zo organiseerde Unifac concrete samenwerkingen met de buurt rond buurtlawaai en kon Centrum Kauwenberg rekenen op de inschakeling van tijdelijke personeelsleden. Ook werden er overeenkomsten gesloten om de infrastructuur zoals kelderruimtes en sportfaciliteiten van de universiteit te mogen gebruiken.
1991 betekende een stroomversnelling voor KAUF. Dat was het jaar waarin de jezuïetenorde haar 450ste verjaardag vierde. Ter ere van dat jubileum zochten de Jezuïeten een extra sociaal initiatief om mee hun schouders onder te zetten. Ze kwamen bij KAUF uit. Ze besloten USAB op te richten en zes miljoen frank te schenken ter ondersteuning, ook werd de organisatie Wotepa betrokken. In de loop der jaren versterkte de samenwerking tussen USAB en de universiteit. Zo begon de universiteit renteloze leningen aan te bieden aan USAB om meer gebouwen te renoveren en te verhuren en werd er meer ingezet op interfacultaire samenwerkingen rond armoedeonderzoek.
Dat we in unieke tijden leven wordt door niemand betwist. Het risico daarvan is dat de al onderbelichte kwesties zoals armoedebestrijding nu helemaal worden ondergesneeuwd door de actualiteit. Dat terwijl België het al niet goed doet met zijn relatieve armoedepercentage van zestien procent. Extra moeilijk is bijvoorbeeld dat mensen in armoede soms stemmen voor partijen die niet altijd hun belangen behartigen. In die realiteit is een organisatie als USAB meer dan ooit belangrijk om het complexe armoedevraagstuk te bestuderen en mensen te sensibiliseren.
- Login om te reageren