100% feestbeest met 0,0% alcohol

het alcoholvrije uitgaansleven

21/03/2023

Een arm om mijn schouder. “Wij gaan nog drinken halen hé, love you.” Ik blijf alleen achter op een afgebladderde barkruk en kijk naar de talloze flesjes kriek en Jupiler die mijn gezelschap al naar binnen speelde. Ik heb de hele avond nog niets gedronken. Ik heb geen zin in water en nog minder in sommen geld betalen voor suiker zonder smaak in een flesje. Het leven als kotkonijn is maar saai, dus ga ik elke keer mee. Op die barkruk maak ik een voornemen: mijn innerlijke feestbeest zou op zoek gaan naar lekkere alternatieven.

cafécapibara

Gezellig iets gaan drinken is waarschijnlijk het eenvoudigste deel van het alcoholvrije uitgaansleven. Je moet weten waar je moet zijn, maar als je de juiste plekken weet te vinden, drink je soms zelfs beter dan je vrienden die wel voor een alcoholisch glaasje kiezen. Op de Ossenmarkt moet je het alleszins niet gaan zoeken: verder dan de klassieke Sprite, Fanta, Cola en Ice Tea kom je in zowel De Salamander als Kassa 4 niet. Ik heb de fout zelf gemaakt: mijn allereerste terrasje was dat van De Kassa. Je moet er zelfs vragen wat ze van frisdrank hebben, want op de kaart is helemaal niets te bespeuren. Zatte mensen hebben minder schaamte dan ik, laat hen dat maar doen. Of misschien moet je het tóch gaan zoeken op de Ossenmarkt. Enkele dagen na het schrijven van deze alinea, stapte ik voor het eerst Copain binnen. Nieuw en (nog) geen vaste waarde in het studentenleven, maar hun comfortabele kussentjes, kast vol gezelschapsspelletjes en heerlijke citroenlimonade wisten me meteen te bekoren. Ik neem mijn haat voor de Ossenmarkt maar terug.

Mijn absolute favoriet is Cousteau op de Paardenmarkt, dankzij de opvallende lamp aan het raam ook wel ‘Kut met Peren’ genoemd. Het vriendelijke personeel serveert je ijsthee in zo’n chic glas dat jaloerse blikken van al wie voor een simpel pintje koos, verzekerd zijn. Naast een assortiment aan sapjes, limonades en ijsthees pronken ook verschillende theesmaken en een warme chocomelk op de menukaart. Er zijn nog meer verschillende koffiesoorten, maar daar zwijgt deze theeliefhebber liever over. Dat Cristal er evenveel kost als water, vergeef ik al iets liever als je ook Cristal 0,0% of Energibajer 0.0% kunt krijgen. Alcoholvrij bier is ranzig, maar ik apprecieer de moeite.

Ook Papa Jos heeft een plekje in mijn hart veroverd. Binnenstappen in het gezellige café voelt als binnenstappen bij mijn grootouders: het interieur met haar vintage stoeltjes en tafels en de gigantische piano voelen enorm verwelkomend. Het zit er vaker vol dan in Cousteau, maar als je er een tafeltje weet te bemachtigen heb je ook hier heel wat keuze. Thee, limonades, of nog meer ranzige koffie of alcoholvrij bier, het kan er allemaal. Al beweert de site anders: daar vind je enkel de koffie en Jupiler 0%. Ik ben een te grote stresskip om mijn keuzes ter plaatse te maken, laat die limonades en thee schitteren op het digitale menu.

 

feestvarken

Met een Fanta in de hand ben ik ook van tijd tot tijd terug te vinden op de dansvloer. Niet omdat ik zo’n Fanta-liefhebber ben, wel omdat het aanbod in danscafés verder enorm beperkt is. De Salamander stopt trouwens rietjes in haar flesjes frisdrank. Terwijl ik los ga op Gimme Gimme Gimme of Unwritten, af en toe nippend van mijn rietje, voel ik me er altijd in een dansende tweestrijd. Om twee uur ‘s nachts liefdesverklaringen aanhoren van mensen die duidelijk een glaasje te veel op hebben, bewijst dat ik geen klein kind meer ben, maar dat rietje lijkt toch het tegenovergestelde te willen zeggen. Al zijn de rietjes na al die feestjes ook vergroeid met mijn persoonlijkheid en voel ik me niet dezelfde persoon als ze me er uitzonderlijk eentje vergeten geven.

Bovendien is het ook op feestjes niet uitzonderlijk dat ik meer betaal voor een flesje frisdrank, dan mijn gezelschap voor een pintje. Soms doen studentenverenigingen datgene dat het café zelf niet doet: mocktails aanbieden. Met mijn bijhorende vreugdedansje krik ik meteen het aantal dansende mensen in de zogenaamde danscafé’s op. Al geven diezelfde clubs ook gratis vaten, wat toch steevast voelt als een steek in mijn hart. Plots ben ik dan de enige die nog betaalt voor mijn drinken.

In discotheken gaat het van kwaad naar erger. Toegegeven, Ampère heeft me zo hard afgeschrikt dat ik al een jaar geen enkele discotheek nog een kans durf geven. Een half uur aanschuiven voor bonnetjes, om me vervolgens blut te betalen aan een beker water die ik pas krijg nadat de barman me aankijkt alsof ik net een beker champignonmilkshake heb besteld? Ik zou nog zin krijgen om mijn beker in zijn richting te katapulteren. Ik eis schriftelijke excuses voor ik er nog een voet binnenzet.

 

cantuscavia

Cantust gij dan altijd op water?” Ik krijg de vraag maar al te vaak, en het antwoord is resoluut ja (tenzij dwars een theecantus organiseert, uiteraard). Op café en zelfs op TD’s krijg ik eigenlijk nooit reacties, maar bij cantussen lijkt die keuze toch verbazing op te wekken. Onterecht, want wat is er nu leuker dan zo hard uit de toon te kunnen zingen als je wilt, wetende dat je gezelschap zich de volgende dag je valse tonen toch niet meer voor de geest zal kunnen halen? Bijkomend voordeel is dat mijn codex schimmelvrij is. Als ik snel een tekstje in die van een ander krabbel, blijf ik ook gespaard van de vraag wat er nu eigenlijk staat.

Voor zo’n avondje water drinken tel ik wel al snel tien euro neer; iets dat ik over heb voor mijn eigen club, maar me toch tegenhoudt om vaker te gaan cantussen bij andere verenigingen. Als de mensen rond me iets anders dan slap bier drinken, cava of rouge bijvoorbeeld, loopt het bedrag zelfs nog verder op. De zeldzame waterprijzen vormen mijn grootste levensgeluk.

Ik schuifel op mijn barkruk, zoekend naar een comfortabele houding. Het lijkt wel alsof iedereen om me heen een shot tequila achterover slaat. Beteuterd denk ik aan mijn dorstige keel. Toen ik in de lesvrije week met mijn studentenvereniging op reis was naar Berlijn, kon ik nog genieten van een shot mangosap en een uitgebreide mocktailkaart. Mijn frustraties tegenover Berlijn zijn niet op twee handen te tellen, maar wat dat betreft mag Antwerpen een voorbeeld nemen aan die stad. Aan het gelach te horen, komen mijn vrienden er weer aan met een nieuwe lading pintjes. Ik kijk naar de plakkerige toog. Misschien hebben ze wel wat mangosap op overschot...