kleinkunst aan de muren

kunst op de campus

10/05/2019

Soms kan kunst bevreemdend werken. Meer dan eens kunnen we ons afvragen wat een kunstwerk nu eigenlijk is, wat het moet voorstellen en of het zelfs kunst is. Welk verhaal moeten we erin lezen? De campussen van UAntwerpen staan vol kunstwerken, maar of er veel studenten zijn die ze goed bekijken, valt te betwijfelen. dwars vliegt er echter in en belooft je dat vijf minuten eerder opstaan om de pareltjes op de universiteit toch eens goed te bekijken, helemaal de moeite waard is.

Wat gebeurt er met kunst na een tentoonstelling? Het wordt weer opgeborgen in een archief of in een stoffige kast. Met wat geluk wordt het voor een goede prijs verkocht, of het belandt eenvoudigweg in de living van de maker. Een andere optie is het origineel dramatisch vernietigen zodat niemand anders het ooit nog kan zien – if I can’t have it, no one else can. Of misschien moeten mensen het kunnen blijven bezichtigen! Voor de laatste optie kan je het maar beter weggeven. Aan een universiteit bijvoorbeeld, zoals galeriehouder Ronny Van de Velde bedacht. Eerder stond Museum op Schaal 1/7 ook in Rotterdam, Locarno en Naples (Florida), maar nu heeft UAntwerpen de eer om de minigalerie tentoon te stellen aan een breed publiek.
 
Van de Velde is, in samenwerking met verscheidene hedendaagse Belgische kunstenaars, bekend of minder bekend, de bedenker van Museum op Schaal 1/7. In totaal zijn er ruim een honderdtal kastjes ontworpen, waarvan er 54 in het R-gebouw hangen. Elke kunstenaar was volledig vrij in hoe hij of zij de box invulde en deed dat ook op hun geheel eigen manier. De diversiteit in stijlen en interpretaties valt meteen op als je de R-blok betreedt. De kunstenaars hebben een aantal dingen gemeen: allemaal zijn ze Belg en zijn ze vóór het jaar 2000 actief in de kunstwereld geweest.

 

54 wunderkammers

Het hele idee lijkt net een hedendaags rariteitenkabinet. Zo’n Wunderkammer was vooral in de zestiende eeuw populair en was een van de eerste musea. Er werden diverse objecten in verzameld die voor de verzamelaar van belang waren. De inhoud kon religieus, cultureel, geologisch et cetera gekleurd zijn. Dit vroegtijdige museum kwam in alle vormen en kleuren voor. Het konden hele kamers zijn, overladen met objecten, of prachtig vervaardigde kasten. In eerste instantie was de insteek pragmatisch: door objecten in een kast te steken, kon men gemakkelijk alles van plaats naar plaats transporteren. Het idee van dit verplaatsbare minimuseum werd in de vroege jaren 40 van de vorige eeuw nog eens extra belicht door de variant van de bekende futurist, dadaïst en surrealist Marcel Duchamp. Hij verwerkte dit kabinet tot een serie koffers, La Boîte-en-valise, waar een verscheidenheid aan schilderijtjes in paste. Door de mogelijkheid tot verplaatsing was de betrokkenheid van de toeschouwer ruimer en kwam men in aanraking met een meer divers publiek.
 
Dat alles wordt weerspiegeld in de 54 kastjes in de R-blok. Elke box is een klein museumzaaltje op zich. Sommige kunstenaars hebben dit letterlijk opgevat en hebben bijvoorbeeld deurtjes toegevoegd. Elke zaal is puur naar de stijl van de maker ontworpen. De kleine Wunderkammers tonen zo de Belgische kunstwereld voor 2000, de grote verscheidenheid ervan en ieders persoonlijke stijl. En dat op slechts één wandelingetje op het gelijkvloers van de R-blok.

 

op weg naar de Paardenmarkt

Maar het stopt niet bij die 54. Zoals eerder aangehaald zijn er nog meer kastjes en die zullen op Campus Paardenmarkt terechtkomen. Als de renovatie van deze campus beëindigd is, zullen de overige kastjes daar te bewonderen zijn. Deze renovatie hangt samen met de herbestemming van deze campus, volgend op een architectuurwedstrijd in 2017. De DMT-architecten kunnen hun ontwerp in werkelijkheid omzetten. Volgens hun visie moest de campus zo veel mogelijk van de authentieke en karakteristieke architectuur behouden: zo konden de gebouwen maximaal bewaard blijven. De geschiedenis van Campus Paardenmarkt is immers niet te missen als je doorheen de gangen wandelt. Dat verliezen zou alleen maar jammer geweest zijn. Verder wordt het gebouw ook verbonden met het R-gebouw, zodat het werkelijk één geheel wordt.